Mijn huisgenoot ging bij de Turkse bakker naar binnen om een Turkse pizza te halen. Ik had geen honger en bleef buiten op hem wachten.
Wat is dat eigenlijk voor iets raars, dacht ik, om bij Turkse bakkers altijd maar hun afkomst te benadrukken. De Turkse bakker met zijn Turkse brood en zijn Turkse pizza. Je vraagt in een pizzeria toch ook niet om een ‘Italiaanse pizza’? Die restaurants worden bovendien meestal gerund door Pakistani, wat het hele voedsel-nationaliteiten-probleem nog lastiger maakt. De volgende keer dat ik bij bakker Saray binnenstap, bestel ik gewoon ‘een brood’, nam ik me voor en glimlachte uiterst tevreden met mezelf.
Ondertussen verliet een man met twee jonge kinderen aan zijn zijde de bakker. Aan zijn pols hing het karakteristieke witte plastic tasje waar Turken nu eenmaal verzot op zijn (bij de Turkse groentewinkel gaat alles in een apart tasje en die tasjes weer in een tasje. Als je ze heel milieubewust benadert met al je benodigdheden verzameld in één tasje, sorteren ze geïrriteerd je tomaten, bananen, basilicum en olijven ieder apart op de weegschaal en brommen hoofdschuddend gedag). Zijn kinderen aten een Turkse pizza en hij leidde ze uit de winkel met de onzekere gebaren van een alleenstaande vader. Hij sprak veel te luid en in de derde persoon, om zijn eigen ongemak te maskeren: “Zo jongens! Lekker lunchen met papa! Dat heeft papa toch maar mooi geregeld hè!” De kinderen, een jongen en meisje van een jaar of acht, waren erg verlegen en keken een beetje beschaamd naar hun schepper.
Vader probeerde ondertussen met dezelfde onwennigheid hun monden schoon te vegen, terwijl het plastic tasje aan zijn pols vervaarlijk heen en weer slingerde. Zij wendden geïrriteerd hun gezicht af, waarna hij ferm maar niet zonder liefde hun hoofdjes in de juiste houding hield. Het herinnerde me eraan hoe mijn eigen vader regelmatig ’s ochtends wanneer hij me bij school afzette, zijn vieze zakdoek pakte, deze met zijn eigen spuug natmaakte en in een helse paar minuten mijn mond begon schoon te vegen. Het zijn dit soort dingen waarvoor kinderen wraak nemen als hun ouders bejaard en weerloos zijn.
Illustratie: Gemma Pauwels
“Nou jongens, dat was gezellig, toch? Gaan we straks weer naar mama!” De kindjes knikten een beetje verdrietig; naar mama wilden ze wel. Papa’s stoffen schoudertas was ondertussen afgezakt en met zijn sleutels, het pizza-afval, zijn portemonnee en het mutsje van zijn dochter in zijn handen bevond hij zich in een lastige positie. In het tasje aan zijn pols zat waarschijnlijk zijn eigen eten en hij had ongetwijfeld honger, wat altijd resulteert in irritatie, of je het wil of niet. Het meest banale en tegelijk belangrijkste relatieadvies dat je kunt geven is: bedenk aan het begin van een ruzie of je honger hebt of moe bent. In dat geval kun je beter even in je eentje een boterham met pindakaas eten of een dutje doen, voor je je geliefde toesnauwt dat hij of zij “al de hele dag zo verschrikkelijk vervelend kijkt”.
Vader zweette hevig en wankelde in de richting van de in de grond verdwijnende containers waar de mensen uit de buurt hun vuilniszakken in werpen. Hij probeerde over zijn schouder de kinderen in de gaten te houden en riep “Op de stoep blijven, jongens!” of iets anders stompzinnigs dat hij zijn vrouw ooit had horen zeggen. De kinderen bewogen echter nauwelijks, het meisje kauwde op haar vingers en het jongetje pakte uit een vaag soort plichtsbesef haar vrije hand vast. Ik probeerde naar ze te glimlachen, maar ze keken angstig weg.
Vader worstelde ondertussen met de schoudertas, die hij uiteindelijk met een ongewilde oerkreet weer omhoog hees. “RAAH! KLOTE- jongens?” Hij keek achterom en zag zijn geruisloze kroost gebroederlijk staan. Hij zuchtte even opgelucht en schreeuwde iets te hard over zijn schouder: “Jongens, papa gooit even deze troep weg en dan gaan we een ijsje eten in het park en dan naar mama, goed?” Hij rukte het schuifmechanisme van de container open. “Zo. We hebben een leuke dag toch? Hoe vond jij de film, Joey? Het was toch niet te spannend, Melissa lieverd? Ha, mama heeft...! Papa zal straks nog even…! Oh jee. Wat doet papa nou.” Het was plotseling stil op straat. Er keken een paar duiven verbaasd onze richting op. Vader stond met gebogen hoofd voor de container, die hij net had dichtgeschoven. “Oh jee. Gooit papa zomaar zijn sleutels in de vuilnisbak.” Hij schreeuwde niet meer. Hij was verslagen.