De wereld staat in brand en dat mag niet onbeschreven blijven. In de twintigste eeuw leerden bezielde sprekers ons om groot te dromen, maar voor dromen is geen tijd meer nu volksmenners ons maar al te graag mooie vergezichten voorhouden. Greta Thunberg deed wat nodig was en verklaarde de droom-als-retorisch-middel deze week publiekelijk dood, zag Mat Hoogenboom.
Terwijl een zestienjarige leerplichtige de hele wereld over reist om op alle stranden haar hakken in het zand te zetten, blijft een stijgende zeespiegel de grenzen die zij trekt onverstoord wegvagen. Eind vorige maand legde de zeilboot van Greta Thunberg aan in New York, waar zij afgelopen maandag de VN-klimaattop aftrapte met een venijnige speech die binnen de kortste keren de wereld over ging. ‘How dare you?’ beet de activiste de toegestroomde wereldleiders maar liefst viermaal toe.
Thunbergs hele speech is hier terug te lezen, maar wie haar woorden van afgelopen maandag echt wil begrijpen, leze eerst haar eerdere toespraak, vorige week voor het Amerikaanse congres. Daarin had ze maar drie zinnen nodig om de vaders van de retorische droom op te voeren. Weinig andere sprekers zouden ermee wegkomen, maar zij flikte het: MLK, JFK - zonder gêne riep Thunberg de grote sprekers van de twintigste eeuw het podium op.
Wie in 2019 nog hoopgevende vergezichten schetst, is een leugenaar en een charlatan
Dromen van een toekomst mag, zo luidde Thunbergs boodschap voor het congres, maar hou je gouden horizonten alsjeblieft buiten het publieke debat. ‘[T]his is the year 2019. This is not the time and place for dreams. This is the time to wake up.’ Die oproep bleek afgelopen maandag een voorzet voor het messcherpe ‘How dare you?’, waarmee haar argument rond is: eerst de mededeling dat de droom vergiftigd was, daarna de publieke verklaring van haar dood en de onvermijdelijke schuldvraag.
Wie in 2019 nog hoopgevende vergezichten schetst, is een leugenaar en een charlatan. Schermen met dromen is een afleidingsmanoeuvre van volksmenners die willen pronken met hun minimale inzet om verdere klimaatontwrichting tegen te gaan. Door dat bloot te leggen, bewijst Thunberg voor de zoveelste keer dat de wetenschap en het gelijk aan haar kant staan.
Haar tegenstanders verlaten zich ondertussen op karaktermoord. Het lijkt haar niet te deren. Met elke poging om een zestienjarige te beschimpen bewijzen klimaatontkenners aan wier kant van de geschiedenis de zon opkomt. Ook de recente poging daartoe door de meest onverwachte en onwelkome gast op de top werd schijnbaar moeiteloos door Thunberg gepareerd, op een wijze die lijkt te komen uit deel II van het handboek van diezelfde gast.
Dat elk publieke optreden van Thunberg steevast wordt gevolgd door discussies over haar leeftijd, haar uiterlijk, de vermeende hersenspoeling door haar ouders en überhaupt over haar mentale gesteldheid, maakt haar boodschap enkel sterker. Natuurlijk heeft ook Thunberg speechschrijvers, maar wat die schrijvers aan geen enkele zin kunnen toevoegen is haar zo vaak beschimpte jeugdigheid, geridiculiseerde overkomen en in twijfel getrokken oprechtheid. Thunberg staat toe dat haar eigen persoon een onderdeel wordt van haar argument, en dat maakt haar boodschap zo krachtig: jullie hebben mijn dromen vermoord, maar ik ben nu tenminste wakker.