Aan nieuwe dingen beginnen is leuk en we doen het dan ook voortdurend. Een goed voornemen, een boek dat je al tijden zou willen lezen, een nieuwe hobby... Maar discipline is soms ver te zoeken en doorzetten is lastig. Mathijs Hoogenboom vraagt zich af hoe dat komt, en hoe we goede voornemens kunnen volhouden zonder vroegtijdig af te haken.
Laatst vertrouwde mijn broer me toe dat hij vaak vlák voor het einde van een film of een boek afhaakte. Hij verloor van het ene op het andere moment zijn interesse. Dagenlang kon hij in de ban zijn van een goede serie, om er een paar afleveringen voor het einde de brui aan te geven. Een spannend boek dat hem een week in zijn greep hield kon één of twee hoofdstukken voor het einde opeens onder de salontafel blijven liggen.
Terwijl hij me dit vertelde trok ik een ernstige blik en knikte een paar keer.
‘Hm,’ zei ik, ‘dat is wel vreemd, zeg. Je houdt gewoon op? Zomaar, opeens?’
Als mijn broer dit leest, is dit misschien het juiste moment om op te biechten dat die verbaasdheid een tikkeltje gespeeld was. Ik herkende zijn gewoonte, en ik weet ook dat hij en ik hierin geen uitzonderingen zijn. Zijn biecht deed me denken aan mijn eigen poging tot het uitlezen van het eerste deel van Narnia, een poging die letterlijk twee bladzijdes voor het einde strandde. Ik weet nog altijd niet wat er op die laatste bladzijdes gebeurt, en ik weet ook niet of ik daar ooit nog achter ga komen.
Ik stel me voor dat ik tijdens het schrijven werd geroepen voor het eten, en daarna nooit meer zin heb gehad om verder te schrijven.
Mijn broers onthulling deed me misschien nog wel meer denken aan het boek dat ik zelf aan het schrijven was, op mijn negende. Het had een tot in detail uitgewerkte plot en een – vond ik toen – geweldige titel die ik hier niet ga delen. Vele uren stak ik in het schrijven van mijn meesterwerk, en met het oplopen van mijn woordenaantal groeide ook mijn enthousiasme. Het zou niet lang duren of heel Nederland zou verknocht zijn aan mijn literaire debuut.
En toen hield ik op met schrijven.
Er gingen jaren voorbij en mijn boek bleef onaangeraakt. Toen ik niet eens zo lang geleden besloot het bestand weer te openen (het stond op een floppy disk!), ontdekte ik dat mijn negenjarige zelf zijn schrijfproces letterlijk midden in een zin had opgegeven. Zelfs nu herinner ik me nog hoe die zin had moeten doorlopen, maar hij is gewoon nooit geschreven. Ik stel me voor dat ik tijdens het schrijven werd geroepen voor het eten, en daarna nooit meer zin heb gehad om verder te schrijven. De zin was op. Andere dingen vroegen om mijn aandacht.
Dat was toen, en in de tussentijd is er niet zo heel veel veranderd. Sterker nog: meer dan ooit begin ik aan dingen die ik niet afmaak, en met mij vele anderen. Als je me zou vragen wanneer ik voor het laatst iets heb afgemaakt, dan zou ik je het antwoord verschuldigd blijven. Ik kan wel uitgebreid vertellen over de honderden projecten waar ik aan ben begónnen. De meest recente: elke week van 2019 een boek uitlezen. Een klassieker, ik weet het. Het is een voornemen dat ik in theorie nog kan inhalen, maar als ik eerlijk ben, acht ik de kans dat ik dat ga doen erg klein.
Nieuwe dingen zijn leuk!
Aan nieuwe dingen beginnen is makkelijk en leuk, maar het is ook vreselijk lastig om ze af te maken. Van tijd tot tijd maken we ons allemaal schuldig aan de planning fallacy; we schatten de tijd die we nodig hebben om iets af te ronden veel te kort in. Als de resultaten langer op zich laten wachten dan gehoopt, begint het enthousiasme waarmee we onszelf aan een taak committeerden al snel weg te ebben. De vermoeidheid slaat toe en voor we het weten heeft verveling het overgenomen van geestdrift. Ondertussen worden we gebombardeerd met dingen die we óók zouden kunnen doen, in plaats van stug doorgaan op een weg waarvan we ons niet meer kunnen herinneren waarom we hem ook alweer zijn ingeslagen.
Energie steken in een taak om die vervolgens naast je neer te leggen wordt een daad van egoïsme en onverantwoordelijkheid.
Opgeven is geen hoofdzonde, laat ik dat vooropstellen. Als een boek je oprecht tegenstaat, leg het alsjeblieft weg! Kun je je zojuist begonnen studie écht niet uitstaan? Overweeg te switchen. Dat mag en daar zou geen schaamte in moeten schuilen. Het probleem is dat we langzaamaan dreigen te verleren wanneer we moeten opgeven en wanneer we moeten doorzetten. Of dat erg zou zijn? Ja.
Ik stel de vraag uit de vorige paragraaf nog eens, maar nu aan jou: wat is het laatste project dat je hebt afgemaakt? Grote kans dat je er geen antwoord op hebt, en dat mijn vraag je zelfs een beetje ongemakkelijk heeft gemaakt. In onze samenleving wordt immers neergekeken op mensen die afhaken. We noemen ze lui, roekeloos en onbezonnen. Efficiëntie en rendement zijn sleutelwoorden in een samenleving die vierentwintig uur per dag draait en geobsedeerd is door groei, winst en versnelling. Energie steken in een taak om die vervolgens naast je neer te leggen wordt zo een daad van egoïsme en onverantwoordelijkheid.
In ons dagelijks leven worden doorzettingsvermogen en zelfdiscipline gepresenteerd als de heilige gralen voor een succesvol en gerieflijk leven. Bedrijfscoaches helpen ons bij het inplannen van onze werkweek; loopbaanadviseurs moeten ons de snelste route naar de top wijzen (met zo min mogelijk omwegen, want: verspilde energie!); internetgoeroes delen in hun goed bezochte blogs en vlogs de nieuwste ‘life hacks’ die ons moeten veranderen in productievere planners en succesvollere ondernemers. Opgeven, laat staan onderuitgaan, komen in hun Newspeak niet voor.
Waarom we vaker dingen zouden moeten afmaken
Ik zei het al: we worden er steeds slechter in onderscheid te maken tussen taken die we wel en niet moeten afmaken. Opgeven is niet per se erg; soms is het nu eenmaal het verstandigste om te doen, maar wie te vaak en te snel de handdoek in de ring gooit, vergeet hoe het is om een project tot het eind door te zetten. Het belang van gevoelens als trots, eigenwaarde en voldoening kan niet worden overschat. Niet voor niets staat ‘zelfrealisatie’ bovenaan de bekende piramide van Maslow: onze prestaties en goede gewoontes zijn de graadmeters voor onze eigenwaarde.
Wie te snel de brui geeft aan een kersvers voornemen blijft verstoken van dat belangrijke gevoel van zelfrealisatie dat gepaard gaat bij het zetten van de laatste penceelstreek of het lezen van de laatste bladzijde. Zonder zulke momenten, die dienen als ijkpunten in het bepalen van onze eigenwaarde, wordt zelfrealisatie onmogelijk en komt de deur op een kier te staan voor gevoelens als minderwaardigheid en onzekerheid. Soms is doorzetten, ook als iets je tegenstaat, dus een noodzaak voor je eigen welzijn.
Ik had iets bereikt wat niet van mij werd verwacht, puur omdat ík het wilde bereiken.
Mijn kritiek op de prestatiemaatschappij enerzijds (die opgeven afkeurt en productiviteit als hoogste waarde voorstaat) en mijn pleidooi voor onstuitbaar doorzetten anderzijds – het lijkt tegenstrijdig. Er zit echter een subtiel maar belangrijk verschil tussen die twee. De belangrijkste vraag die je jezelf zou moeten stellen voordat je je aan iets nieuws committeert is namelijk: voor wie doe ik dit?
Het boek dat mij op mijn negende had moeten verzekeren van een succesvolle literaire carrière is er nooit gekomen, en achteraf gezien is dat misschien maar goed ook. Niet alleen omdat de kwaliteit ervan in werkelijkheid heel wat lager was dan ik tijdens het schrijven dacht, maar vooral omdat ik mijn motivatie haalde uit het idee een baanbrekende bestseller op de wereld te zetten. En dat is geen duurzame drijfveer.
In het voorjaar van 2010 deed ik iets wat me nooit eerder was gelukt: ik zette de laatste punt op papier van een roman. Het was een verschrikkelijk slechte roman, waar ik nadien nooit meer naar heb omgekeken, maar het was míjn verschrikkelijk slechte roman. Ik had hem zelf geschreven, van de eerste hoofdletter tot de laatste punt, en ik was maar wat trots op wat ik had bereikt. Het gevoel dat ik had toen ik mijn slaapkamer uit stoof om mijn ouders het blijde nieuws te vertellen vergeet ik nooit meer en is een onuitputtelijke, dierbare bron van motivatie en inspiratie gebleken bij latere projecten. Ik had iets bereikt wat niet van mij werd verwacht, puur omdat ík het wilde bereiken.
Natuurlijk: het is onzin om te zeggen dat je enkel voldoening zou kunnen halen uit projecten die je voor jezelf onderneemt. De trots en eigenwaarde die je ervaart als je een compliment krijgt van je collega zijn even waardevol en oprecht, maar zulke vormen van zelfrealisatie zijn niet voldoende. De lijn tussen iets doen voor jezelf en iets doen omdat het van je wordt verwacht is dun en soms zelfs doorzichtig. Om dat subtiele verschil te leren zien zit er niets anders op dan van tijd tot tijd door te zetten waar je eigenlijk wilt opgeven. En een handig hulpmiddel kan dan de vraag zijn: voor wie ben ik dit eigenlijk aan het doen?
Mark de Boorder Mark de Boorder (1991) is Zakelijk leider en redacteur bij Hard//hoofd. Hij schrijft essays en interviewt graag mensen die mooie dingen maken. Hij was hoofdredacteur van het studententijdschrift Sociologisch Mokum aan de UvA, en studeerde hier Sociologie en Wijsbegeerte.
Friso Blankevoort (a.k.a. Freshco) is een illustrator/designer die woont en werkt in Amsterdam. De skateboardcultuur heeft een grote invloed op zijn werk, dat ook beïnvloed wordt door de traditie van grafisch ontwerp in Nederland.