In een debat over een racistisch stereotype kiest ieder een kamp. De twee drijven uit elkaar en een oplossing raakt uit zicht. "Alsof alle anti-Pieten moreel zuivere wezens zijn en iedereen die Zwarte Piet eigenlijk wel leuk vindt een racist is", aldus Rutger.
Als ik ruzie heb met mijn vriendin, nemen we vaak allebei een rol aan. Zij is de zeurende vrouw, ik ben de onwillige man. We haten die rolverdeling, maar ontkomen er niet aan. Hoe langer de discussie duurt, des te meer we ons terugtrekken in ons eigen hoekje en in deze dynamiek dwingen we de ander om een standpunt te verdedigen dat hij of zij eigenlijk helemaal niet zo belangrijk vindt. Met mijn broertje vindt er een soortgelijk proces plaats. In dat geval is hij de rustige, irritant-verstandige partij en ik de gepassioneerde gek. “En toen zei die man in de supermarkt dus dat het zijn beurt was,” vertel ik hem. “Waarom maak je je daar zo druk over?” zegt mijn broertje, de psychologiestudent, met een hand onder zijn kin. “Ik maak me daar niet druk over, ik vertel het je omdat ik het grappig vind…” “Kijk, nu wind je je alweer op.” “Niet waar! Ik was rustig! Godverdomme.”
Afgelopen weekend werden negentig mensen opgepakt tijdens een protest tegen Zwarte Piet bij de Sinterklaasintocht in Gouda. Dit jaar is er een tweedeling ontstaan: ben je pro- of anti-Piet? De twee partijen worden steeds extremer, waardoor een oplossing verder uit zicht raakt en escalatie onvermijdelijk is. Het Piet-debat gaat over veel meer dan alleen de schmink die mensen in malle pakjes en maillots op hun gezicht smeren. Zoals Bas Heijne afgelopen zondag in NRC Handelsblad schreef: “Het gaat om miskenning. Het gaat om minderheden – niet alleen zwarte – waarvan steeds wordt geëist dat ze mee moeten doen, maar die tegelijk te verstaan wordt gegeven dat ze er niet bij horen.” Ze willen dat er eindelijk eens naar ze geluisterd wordt en Zwarte Piet wordt als symbool aangegrepen.
Deze groeperingen, die opvallend veel gemeen hebben, worden gesteund door partijen als de PVV aan de ene kant, en intellectuelen en kunstenaars aan de andere kant. Zeggen dat je pro- of anti-Piet bent is in hun geval een veel breder politiek statement dan alleen een mening over een Hollandse traditie. Het is hetzelfde als de bewering dat je pro-Palestina of pro-Israël bent. De meeste mensen bedoelen vooral: ik ben conservatief óf progressief. Ik weiger zelf om een keuze tussen A en B te maken. De realiteit is zelden zo simpel en een gebrek aan nuance maakt het gat alleen maar groter. Ik wil een beetje B en ook wel wat A. Natuurlijk is Zwarte Piet een denigrerend stereotype, dat ongemerkt in onze cultuur is geslopen. Maar tradities en standpunten veranderen niet zo snel. Zeker nu het strijdtoneel, hoe je het ook wendt of keert, nog altijd een kinderfeest is.
Een typisch voorbeeld van deze tweedeling was het optreden van kunstenaar Quinsy Gario, documentairemaker Sunny Bergman (beiden anti-Piet) en PVV-er Joram van Klaveren (pro-Piet) bij Pauw. Het enige wat de twee partijen tegen elkaar zeiden was: “Mag ik even uitpraten?” Voor de rest preekten ze voor eigen parochie. Iedereen was veel te boos en te overtuigd van het eigen gelijk om nog van een debat te kunnen spreken. Die zelfgenoegzaamheid vind ik erg gevaarlijk. Alsof alle anti-Pieten moreel zuivere wezens zijn en iedereen die Zwarte Piet eigenlijk wel leuk vindt een racist is. Alsof alleen de PVV mag bepalen wat de Nederlandse cultuur is en iedereen die zich gekwetst voelt niet moet zeuren.
Toen Sinterklaas met zijn Pieten bij ons thuis kwam, spraken zijn makkers duidelijk met een Surinaams accent. Ik vond ze eng. Misschien associeerde ik Zwarte Piet als kind niet met zwarte mensen, maar dat komt vooral doordat ik daar eigenlijk helemaal geen beeld van had. Voor mij waren Surinamers en Antilianen net zulke onwerkelijke fantasiefiguren als die curieuze Sint en zijn makkers die eens per jaar in ons dorp langskwamen. Dat is het ware probleem: als blanke kun je niet begrijpen hoe zwarte medemensen zich voelen, net zoals ze dat andersom niet kunnen. Omdat we ook in Nederland nog in grotendeels raciaal gescheiden gemeenschappen leven, zijn de verschillen tussen onze belevingswerelden enorm.
Dat probleem los je niet op met steeds grotere woede. Ik begrijp ook wel dat de Pietdiscussie zich met meer nuance veel trager had verspreid en dat er dan kleinere veranderingen zouden zijn gekomen. Maar juist nu het proces met veel bombarie in gang is gezet, zou de anti-Pietbeweging gas terug moeten nemen. Laten we niet mensen dwingen om een standpunt in te nemen, zodat Nederland verder polariseert. Zwarte Piet zal verdwijnen, maar hij hoeft niet nu meteen weg. Uiteindelijk is voor de oplossing van deze frustraties juist toenadering nodig: tussen blank en zwart, hoog- en laagopgeleid, conservatief en progressief. Die mogelijkheid wordt nu genegeerd. Provocerende acties en rechtszaken hebben volgens mij een averechts effect.
En laten we ons niet beter voordoen dan we zijn. Ik zie mezelf als een tolerante, progressieve mensenvriend en deel dan ook de twijfels over het racistische karakter van Zwarte Piet. Maar mijn onderbewuste werkt niet altijd mee. Onlangs trok ik de deur van mijn kantoor in Amsterdam-Zuid dicht, toen er een zwerver met getinte huidskleur voorbijliep. Zonder dat ik het door had pakte ik de deurklink en trok er nog eens goed aan. De man zag het en riep: “Zit-ie goed dicht? Ja? Zit-ie dicht? Klootzak.” Ik schrok van mijn eigen angstige impuls. Maar uiteindelijk zijn we allemaal een beetje racistisch. Dat is niet zo vreemd, omdat we evolutionair gezien afhankelijk zijn van overzicht: wie hoort er bij ons, wie kunnen we vertrouwen? Een voor de hand liggende indelingsfactor is de huidskleur. Andersom geldt dit net zo goed. Onlangs werd tijdens een verhitte voetbalwedstrijd tegen een zwart team onze Surinaamse scheidsrechter uitgescholden voor ‘Bounty’: zwart vanbuiten, wit vanbinnen. Ze bedoelden: jij hoort toch bij ons?
Afgelopen weekend ontstond ophef vanwege de racistische reacties onder een foto van Nederlands Elftalspeler Leroy Fer. Veel mensen zeiden: zie je wel, er sluimert veel racisme in Nederland, daarom moet Zwarte Piet worden afgeschaft. Hoewel ik de domme teksten op geen enkele manier wil goedpraten, moet ik toch denken aan de ruzies met mijn vriendin. We zijn allemaal een beetje racistisch, maar nu worden we in een rol gedwongen. Ben ik een weldenkend Gutmensch of een racist die graag Sinterklaasgedichten schrijft? Allebei niet echt. Ja, discriminatie is een niet te onderschatten probleem. Denigrerende scheidingen op basis van een huidskleur dienen bestraft te worden. Maar als je denkt in pro en anti, maak je je op dezelfde manier schuldig aan stereotyperingen en draag je bij aan het klimaat van polarisering waar je zelf tegen probeert te vechten.
De negentig arrestaties op een kinderdag vormen een gênant incident voor alle partijen. Facebook kan een nare nuancevernietiger zijn, zoals het incident met de voetbalfoto bewijst. Maar het dwingt je ook om in contact te komen met mensen met wie je het niet per se eens bent. Een vriend uit mijn jeugd, die inmiddels in de vleesindustrie werkt en waarschijnlijk PVV stemt, reageerde woedend op het bericht over de arrestaties in Gouda. Ik wilde hem al uitschelden, maar bedacht me op tijd en trachtte hem te sussen. Uiteindelijk bleken we het eens: pro- of anti-Piet, los dit gewoon in een vergaderzaaltje op en niet naast een vrolijke optocht. Toegegeven, ik heb nog steeds weinig zwarte vrienden, maar dit is een begin.
“Nu ga ik The Walking Dead spelen,” schreef ik. “Goed spel! Ik moet nog even wachten tot de kinderen in bed liggen, voor ik de wereld weer kan redden,” antwoordde hij. Want pro- of anti-Piet, uiteindelijk zijn we allemaal anti-zombie.
-
Deze zondag viert hard//hoofd zijn vijfde verjaardag. Kom ook naar HET PROCES! Er is de mogelijkheid Rutger een schouderklopje te geven of hem voor rotte vis uit te maken.