Jan van Mersbergen is verhuisd. Hij loopt, fietst en struint door zijn nieuwe buurt en probeert te onthouden wat hij ziet. Iedere zondag wandelt hard//hoofd met hem mee door Amsterdam Zuid, in gezelschap van een fijne collage van Martijn den Ouden.
Als ik mijn dochter naar een vriendinnetje in de Pijp breng en de buurt uit fiets, zie ik een zwarte vogel op een van de kabels zitten die de leidingen voor de tram boven de Stadionweg gespannen houden. De vogel zit heel stil, ik wijs hem aan en vraag aan mijn dochter of ze weet hoe die vogels zo stil op een dunne draad kunnen zitten. Ze zegt: “Hun poten zitten er gewoon aan vast.” Dat is voldoende uitleg.
We fietsen door, ze zingt een liedje. Ik woon nu ruim een half jaar in Zuid. De straten zijn breed. Ik kende eigenlijk alleen de voetbalvelden van Swift, het kunstgras dat eerst keihard was en waar je nooit zonder schaafwonden vandaan kwam. Nu ligt er mooi nieuw kunstgras en voetbal ik er met mijn zoon als de velden vrij zijn. Aan de Stadionweg zit de Franse bakker, daar staat soms een rij tot de hoek van de straat.
Ik fiets langs de grote huizen en dan over het hobbelige fietspad naar de benzinepomp, en dan langs de Hobbemakade de Pijp in. Aan de andere kant zijn de hoeren en ik ben er met mijn kinderen al heel vaak langs gekomen en nooit hebben ze me gevraagd wat die vrouwen daar doen in hun ondergoed, achter die ramen. Mijn kinderen groeien in die buurt op maar eigenlijk zien ze dat stukje Amsterdamse prostitutie pas sinds ik in Zuid ben gaan wonen. Mijn dochter is blij weer bij haar vriendinnetje te zijn. Ze gaan naar de speeltuin, zegt de moeder.
Ik fiets terug. Mijn zoon is alleen thuis, hij maakt een tekening met Paint, op mijn oude laptop. Op de hoek van mijn straat staat zijn fiets tegen het rek. Ik zet de mijne ernaast.
--
Jan van Mersbergen is de schrijver van de romans De grasbijter, De macht over het stuur, De hemelrat, Morgen zijn we in Pamplona, Zo begint het en natuurlijk Naar de overkant van de nacht.
Martijn den Ouden is dichter en kunstenaar. Lees zijn dichtbundel Melktanden, alleen al voor het gedicht: ik mag geen schoten lossen op een gezond gezin