Jan van Mersbergen is verhuisd. Hij loopt, fietst en struint door zijn nieuwe buurt en probeert te onthouden wat hij ziet. Iedere zondag wandelt hard//hoofd met hem mee door Amsterdam Zuid, in gezelschap van een fijne collage van Martijn den Ouden.
De bomen aan de Stadionweg zijn hoog en smal en zijn totaal niet geschikt om onder te schuilen, toch ga ik onder een van die bomen staan, mijn rug tegen de stam. Ik heb alleen een T-shirt aan, en een spijkerbroek. Geen jas. Het is een zomerse bui, de regen valt loodrecht naar beneden en in de plassen drijven luchtbellen. Dikke druppels kletteren op de stoeptegels, op de skatebaan, op het asfalt en de tramrails. De auto’s hebben hun lichten ontstoken, tram 24 ook.
Het is koud opeens. Ik moet nog tweehonderd meter naar mijn huis en eigenlijk is dit schuilen iets wat ik uit gewoonte doe, net als vroeger wanneer ik met mijn ouders op fietsvakantie was in Limburg of Drenthe. Heuvels en hunnebedden. In de stad is zo’n bui anders, dus ik pak mijn fiets en rij naar huis, en als ik hem op slot zet voor de deur druipt de regen uit de dakgoot. Daar zitten geen duiven nu, geen kak op de stoep.
Boven trek ik mijn kleren uit en neem ik een douche. Wanneer ik weer warm ben, kijk ik tv. Dan wordt het droog en ga ik weer naar buiten. Ik moet boodschappen doen en loop met een omweg over de natte straten, langs het water achter de kerk en langs de kade waar nieuwbouw is en waar ik in een van die dure appartementen een geluidsinstallatie kocht, via Marktplaats. Een draagbare CD-speler, voor 10 euro.
Ik loop langs het Olympisch Stadion. Vorig jaar of het jaar daarvoor, dat weet ik niet precies, kwam er tijdens de sportdag van mijn kinderen een enorme bui over. Alle kinderen zochten een plekje op de tribune, de onderste zitplaatsen werden nat, de regen sloeg onder de overkapping door, en toen de bui voorbij was en ik met mijn kinderen terug naar de Pijp fietste, was de Stadionweg veranderd in een gracht. Mijn zoon fietste door die plassen, zonder zijn trappers in te houden, zijn schoenen en broek werden nat, hij genoot.