Lieverd, laten we het allereerst eens hebben over die tomeloze ambitie van je. Want jij, jij bent de nieuwe Palmen, de nieuwe Haasse of, vooruit: de nieuwe Kluun. Jij weet dat al je hele leven, en de enige die je daar nog van hoeft te overtuigen is – nou ja – de rest van de wereld. In jou schuilt een groot en onontdekt schrijftalent.
We weten allemaal dat het leven van een onontdekte grootheid helaas ook afzien is. Je hebt alles te bewijzen en geen seconde de tijd om achterover te leunen. Elke letter die je op papier zet moet raak zijn, elk woord het juiste. En als je soms dacht dat je motivatie kon putten uit je lezers, dan kom je bedrogen uit: zelfs je beste vrienden lezen je nieuwste schrijfsels vluchtig en reageren steevast met: ‘Dit is het beste wat je tot nu toe hebt gemaakt.’
Je kent de worsteling met stugge inkt en de veroordelende blik van een blanco pagina. In je achterhoofd hangt een plattegrond met ontsnappingsroutes: koffiezetten, stofzuigen, je oudoom bellen en natuurlijk: online porno. Nou wil ik je oudoom zijn wekelijkse belletje niet ontnemen, maar wat als ik zei dat je die laatste prima kan combineren met een potje productief woorden op papier krijgen?
Ik ga je niet van linkjes voorzien (JFGI, schat), maar neem van mij aan dat in de weidse wereld van het incognitoweb talloze fora te vinden zijn waarop jonge shakespearianen hun erotische schrijfsels delen. Ruim zes jaar geleden plaatste ik op één zo’n forum voor het eerst een erotisch verhaal. Ik verwachtte er niet veel van, schreef het voornamelijk voor mezelf zonder de hoop er positieve reacties op te krijgen, en was dan ook enigszins verbluft toen ik de volgende ochtend zag dat het in één nacht al bijna drieduizend keer was gelezen.
Seks verkoopt, alla, maar dat seks ook zo belezen was, was nieuw voor mij. Inmiddels is dat eerste verhaal al ruim 12.000 keer gelezen. Het is daarmee verreweg het best gelezen verhaal dat ik ooit geschreven heb. En hoewel dat op zich al een gegeven is waar je als jonge schrijver motivatie uit kan putten, waren het vooral de reacties die me aanspoorden om te blijven schrijven.
Echte taalfanaten en -nazi’s zoeken hun privéafleiding natuurlijk niet in visuele versnaperingen, maar in taal die hun fantasie prikkelt. Je moet dan ook niet raar opkijken van reacties als: ‘Heerlijk verhaal, wel jammer van de d/t-fouten’, of: ‘Zoek de regels voor interpunctiegebruik nog eens op s.v.p.’ Dat is toch commentaar waar je op zit te wachten, van lezers die daadwerkelijk aandachtig jouw literaire werk tot zich hebben genomen?!
En als zelfs dat je nog niet tot schrijven aanzet, dan wel deze reactie – de mooiste reactie die ik tot nu toe in ontvangst heb mogen nemen: ‘Jezus, wat een verhaal, ik heb me suf gerukt.’
Dus, toekomstige Grunberg, mocht je ooit twijfels hebben bij de megalomane ambities die je koestert achter je vintage typmachine, wijd jezelf dan eens aan een iets ander genre. Laat die oortjes maar gloeien, en waan je voor een keertje de toekomstige E.L. James. Ik beloof je: het zal je goed doen.

Mark de Boorder Mark de Boorder (1991) is Zakelijk leider en redacteur bij Hard//hoofd. Hij schrijft essays en interviewt graag mensen die mooie dingen maken. Hij was hoofdredacteur van het studententijdschrift Sociologisch Mokum aan de UvA, en studeerde hier Sociologie en Wijsbegeerte.

Wouter Andeweg is fotograaf en onderzoekt hoe wij in onze zelfgemaakte wereld opzoek zijn naar organische vormen, onnatuurlijke materialen en de invloed van natuurlijk licht.