De wereld staat in brand en dat mag niet onbeschreven blijven. Hoe verleidelijk het ook is, een vergelijking met Hitler vertroebelt altijd de discussie. Niet doen dus, zegt Mark. Ook niet als het om Wilders gaat.
PvdA-kamerlid Jan Vos zei onlangs dat de uitspraak van Wilders over 'het nepparlement' kenmerken van fascistoïde leiderschap bevatte. Het kwam niet als een verrassing dat op de sociale media en daarbuiten meteen ‘Godwin’ geroepen werd. De Amerikaanse jurist en schrijver Martin Godwin stelde in 1990 dat naarmate een online discussie langer duurt, de kans dat iemand een vergelijking met Hitler of de nazi’s zal maken uiteindelijk 1 nadert. Uit deze oorspronkelijke ‘wet van Godwin’ ontwikkelde zich na verloop van tijd de stelregel dat wanneer iemand de onvermijdelijke Hitlervergelijking maakt, hij of zij de discussie automatisch verloren heeft.
De ontmaskering van de Hitlervergelijking als drogredenering werd in 1951 al geformuleerd door Leo Strauss als Reductio ad Hitlerum. Zo'n foutieve argumentatie gaat als volgt: Hitler deed of vond X, ergo X is fout. Zo kunnen vegetarisme, de herdershond en het rookverbod allemaal verdacht gemaakt worden.
Het Vlaamse tv-programma Basta formuleerde enkele jaren geleden een Tweede wet van Godwin: ‘Na een vergelijking met de nazi's zal er altijd een betweter zijn die verwijst naar de wet van Godwin.’ Kortom: de wet van Godwin is inmiddels net zo’n dooddoener als de Hitlervergelijking. Ronald Giphart pleitte deze week in een radiocolumn voor een andere aanvulling op de wet van Godwin: ‘Er komt een dag dat een godwin een terechte vergelijking is’. Ik vermoed dat hij impliciet bedoelde dat die dag inmiddels aangebroken is, hij doelde hierbij overigens op de bestorming van de tijdelijke vluchtelingenopvang in Woerden. Maar of een Hitlervergelijking terecht is, is mijns inziens geen criterium om de vergelijking te maken.
Wanneer we opnieuw naar de zaak Vos kijken, moeten we constateren dat hij geen Hitler of nazi’s genoemd heeft, maar het fascisme. Dat dit niet hetzelfde is werd in Het Parool overtuigend aangetoond door Daniel Knegt. Het zal het godwingeroep niet doen verstommen, dunkt me. Martin Godwin zelf zei in 2008, het jaar dat zijn wet 18 jaar werd, dat het zijn voornaamste doel was om de herinnering aan de Holocaust niet aan gewicht te laten verliezen door te pas en te onpas Hitler te roepen. Een prima doelstelling, en daarom moeten we de godwinroepers maar voor lief nemen.
Karel van het Reve schreef ooit (onder de naam Henk Broekhuis) dat het niet klopt dat vergelijkingen ter verduidelijking dienen. ‘Het [...] is vaak niet meer dan een aanleiding, een alibi, een voorwendsel om dat andere erbij te halen.’ Welnu, een vergelijking waar Hitler, nazi’s of fascisten in voorkomen verduidelijkt inderdaad nooit, maar vertroebelt iedere discussie. Wanneer je iets of iemand met Hitler of de nazi’s vergelijkt zijn er altijd zaken die overeenkomen en zaken die verschillen. Voor- en tegenstanders van hetgeen er vergeleken wordt zullen ofwel de verschillen ofwel de overeenkomsten aanwijzen. Bovendien zul je niemand ooit van jouw standpunt overtuigen door een dergelijke vergelijking te maken. In hoeverre je vergelijking klopt doet hier niets aan af.