Mark Bakker vroeg zich na de uitzending met Arjen Lubach af wat nou het sprookje is: het wereldbeeld dat ‘de media’ ons voorschotelen of het wereldbeeld dat uit de statistiek voortkomt.
De tweede aflevering van Zomergasten van dit seizoen werd over het algemeen niet zo boeiend gevonden. Arjen Lubach en Thomas Erdbrink waren het de hele avond erg met elkaar eens en dus vlogen de spetters er niet bepaald vanaf. Het merendeel van de uitzending ging over geloof en bijgeloof. Lubach maakt hier geen onderscheid tussen, dat wil zeggen: hij vindt religie, paranormale gaven en homeopathie allemaal vormen van bijgeloof. Hij legde zijn wereldbeeld als volgt uit:
‘Ik denk dat we in de basis het beste af zijn in een wereld gebaseerd op wetenschap en op vooruitgang en niet op een wereld van zelfverzonnen sprookjes.’
‘Wat zou Lubach als sprookje aanwijzen: het wereldbeeld dat ‘de media’ ons voorschotelen of het wereldbeeld dat uit de statistiek voortkomt?’
Een prima mening, maar ook weer niet aansprekend genoeg om de televisie de volledige aandacht te geven. Mijn aandacht werd wel getrokken door het volgende filmpje dat werd afgespeeld. Een fragment van een Deens interview met een heel boze Zweed, die vond dat de media een verkeerd beeld van de werkelijkheid presenteren. Een beeld dat met statistische gegevens gemakkelijk weerlegd kan worden. De boze Zweed was de wetenschapper Hans Rosling, ook wel bekend van een TEDtalk. Ik herkende hem niet direct: bij TED was hij een stuk vrolijker. Ik vroeg me af wat Lubach straks als zelfverzonnen sprookje zou aanwijzen: het wereldbeeld dat ‘de media’ ons voorschotelen of het wereldbeeld dat uit de statistiek voortkomt.
Rosling ziet op basis van statistieken vooruitgang in de wereld en hij vindt dat dit te weinig in het nieuws komt. Ik vond het standpunt dat uit het fragment voortkwam een klassieke stroman: ‘de media besteedde geen aandacht aan de democratische verkiezingen in Nigeria in 2015’. Dit is namelijk niet waar, de NOS besteedde er bijvoorbeeld wel degelijk aandacht aan en noemde het een ‘gigantische stap voor Nigeria’. In het fragment sprak de interviewer Rosling tegen door te zeggen dat Nigeria ook het land van Boko Haram is. Rosling noemde dit onzin, want in het grootste deel van Nigeria speelt dat niet. Wat volgens hem belangrijk is dat uit cijfers blijkt dat er steeds meer Nigeriaanse meisjes naar school gaan. Het fragment besluit met zijn woorden: ‘Er valt niks te discussiëren. Ik heb gelijk en jij niet.’
Het grootste nieuwsverhaal over Boko Haram was de ontvoering van circa 300 meisjes in 2014. Deze meisjes werden ontvoerd uit een school. Me dunkt dat dat duidelijk maakt dat er meisjes naar school gaan in Nigeria. Enfin, 300 meisjes werden ontvoerd, en tientallen miljoenen niet. Statistisch zijn die 300 meisjes irrelevant. Had de NOS er daarom geen aandacht aan moeten besteden? Of altijd alleen met de voetnoot dat de meerderheid van het land niet ontvoerd is?
De waarheid is natuurlijk dat er in Nigeria, een land met zo’n 180 miljoen inwoners, meerdere werkelijkheden zijn. In de Nederlandse media komen er daar wel degelijk meerdere van aan bod. Kijk bijvoorbeeld naar deze documentaire over Rem Koolhaas in Lagos, de grootste stad van Nigeria. Mijns inziens is er voldoende gevarieerde informatie te verkrijgen, als je geïnteresseerd bent.
‘De meeste mensen hebben geen idee wanneer er appels met peren vergeleken worden en wanneer appels met appels.’
Rosling was in 2015 al eens te gast in de tv-show van Lubach. Lubach maakte toen de grap dat als op school statistiek werd uitgelegd hij altijd een ijsje aan het halen was. Het zal niet letterlijk het geval zijn geweest, maar grappen hebben zoals altijd een kern van waarheid: de meeste mensen snappen niks van statistiek. En dat niet alleen, ze willen het niet eens snappen. Het probleem is dat de meeste mensen geen idee hebben wanneer er appels met peren vergeleken worden en wanneer appels met appels. En wat de uitkomst überhaupt betekent. Als we eerlijk zijn is wetenschap voor velen net zo ondoorzichtig als religie.
Statistische gegevens kunnen ons helpen om de werkelijkheid te duiden, maar ze zijn niet de werkelijkheid. Iemand met een rekenmachine weet het niet per se beter dan iemand met een notitieblok of voicerecorder.
Beeld: still uit Zomergasten.