Ook mijn hartsvriendin I. is nu gepensioneerd. Vijfenveertig jaar werkte zij gepassioneerd als docente Nederlands en als mentor en onderwijsvernieuwer in het vmbo. Haar afscheid was groots en feestelijk. Hoe erg zou de afkick zijn, was de vraag. Voor de zekerheid ging ze meteen op vakantie.
Daar maakte ze een ongelukkige val en brak een arm zo gecompliceerd dat er geopereerd moest worden. Zo zat ze opeens op gewone doordeweekse dagen op de bank te lezen of Netflix te kijken.
De aanpassing ging noodgedwongen snel, en min of meer vanzelf.
Omdat de pijn al veel minder is, liepen we laatst op ook al een doordeweekse dag in de stad. Even wat shoppen, voor het eerst van ons leven op een dinsdagmiddag naar een lekkere film en door naar een verwarmd terras waar we de witte wijn lieten aanrukken en filosofeerden over deze nieuwe fase in ons leven.
We kwamen tot montere conclusies. Als je de 65 heb gehaald zijn er veel zaken waarover je niet meer druk maakt.
We zijn vrouwen op leeftijd geworden, to put it mildly. Met wat sport, wandelen en fietsen houden we de roest eruit, maar er gebeuren toch dingen met je lijf die niet te stoppen zijn. Los van pijnlijke artrotische gewrichten zijn daar bijvoorbeeld rimpels, plooien of bobbeltjes op de gekste plaatsen.
Gelukkig zijn die voor buitenstaanders maar beperkt zichtbaar. Het gezicht, de nek en die bovenarmen zijn weliswaar zorgpuntjes, maar we hebben besloten dat we ons daarover in deze fase niet meer druk maken.
Want sinds we bij de opera twee stokoude dames in vol avondtenue zagen, met blote ruggen en armen, het nu wat schrale decolleté bedekt met strengen parels, weten we dat je altijd charmant kunt zijn. Dat je nu eenmaal van die oksels hebt is onomkeerbaar, maar we gaan het op hete dagen niet meer verstoppen onder mouwtjes.
Heel bevrijdend allemaal; we zijn nu leuk op een andere manier. Ja, je kunt wel stellen dat we grote stappen zetten. Dat je goede kleren moet zoeken is geen bezwaar, daarin zijn we heel bedreven. En verder, zo besloten wij, gaat het er maar om dat je plezier houdt, nieuwsgierig blijft en belangstelling voor anderen toont. Als je pret blijft maken, word je nooit een chagrijnig oud mens. Het enige waar je op moet letten is dat de sudderstand niet uitloopt op te veel gesudder. Dus enige activiteit; weer eens wat nieuws leren, is gewenst. Maar geen verplichtingen meer, als je meer dan veertig jaar hebt gewerkt zoek je niet meteen het vrijwilligerswerk op.
Met een plechtige toast hebben we afgesproken alarm te slaan als een van ons ook maar de minste neiging vertoont om in te kakken. De jongeman die ons geregeld kwam bijschenken zag ik af en toe grijnzen. ‘Ja, ja,’ zeiden wij, ‘luister gerust.’
Bij het derde glas waren we er helemaal uit. Gelukkig was toen net het eten klaar. Precies op tijd, want dat is ook zo met die leeftijd: je kunt er niet meer zo goed tegen, de drank. En die gebroken arm was net lekker aan het genezen. Heel goed, want het eerste voornemen is: zwemmen.
Loes de Fauwe is journalist en oud-verslaggever van Het Parool. Ze publiceerde twee boeken, Kasba Holland (met Arthur van Amerongen) en Een moeilijke jeugd. Sinds Loes afscheid nam van de krant verheugt ze zich in haar bestaan als gepensioneerde. Zonder plichten, zonder wekker, maar nog steeds met een nieuwsgierige blik op de wereld.
Daphne Prochowski is een illustrator uit Groningen. Haar werk is te omschrijven als kleurrijk en verhalend.