Wil je iets anders dan de gewone musea, heb je geld teveel of ben je gewoon je museumkaart kwijt? Ga dan eens langs bij een veilinghuis. Christie’s en Sotheby’s zijn goed om mee te beginnen. Niet voor de veilingen zelf (tenzij je, zoals gezegd, geld teveel hebt), maar voor de kijkdagen. Deze zijn gratis, vrij toegankelijk, en je kunt er urenlang ronddwalen. Het doel van deze kijkdagen is dat potentiële kopers alvast hun keuze kunnen maken uit het gebodene waarvoor alles netjes wordt uitgestald, maar niemand houdt je tegen als je gewoon naar binnen loopt om eens een Rietveld-stoel van dichtbij te bekijken zonder dat er een hekje voor is geplaatst.
Er is een eindeloze variatie in wat je te zien krijgt: zeventiende-eeuwse schilderijen, fotografie, Chinees porselein, jarenvijftig-design, opgezette dieren uit de negentiende eeuw, juwelen. Soms lijkt het net of de zolder van een heel oud dametje in zijn geheel is overgeheveld naar de toonzaal van een chic veilinghuis.
Ook een attractie zijn de types die er rondlopen, en die al naar gelang het getoonde variëren: bij schilderijen en antiek zijn het veelal corpulente corpstypes en oud zuid-mevrouwen in bontmantels; bij juwelen Sopranos-achtige figuren met blonde Russinnen aan hun zijde en bij moderne kunst geven yuppen acte de présence.
Voor de idealistische kunstliefhebber misschien een minder goed idee: één blik op het gevraagde opgeld en de alom aanwezige snelle zakenjongens in pak doen vermoeden dat de veelal in armoede gestorven kunstenaar wiens werk wordt geveild zich omdraait in zijn graf. Bovendien zijn er op Nederlandse kunstveilingen maar zelden écht hele bijzondere werken; de topstukken gaan bijna altijd naar veilinghuizen in New York en Londen. Maar wie zich een middagje wil vergapen aan art deco-juwelen of bizarre rococo-meubels zal bij het veilinghuis niet teleurgesteld worden.