Als ik aankom bij de bed and breakfast in het Hoge Noorden heerst er een lichte verwarring. Mijn bed moet nog worden opgemaakt. “Ik doe dit er ook maar naast, eigenlijk”, bekent de gastvrouw, terwijl ze de lakens uitschudt. Ik ga nadat ik mijn viool en rugtas heb opgeborgen rustig in een luie stoel zitten en ik kijk toe hoe de vrouw het bed opmaakt. Het voelt een beetje alsof ik onverwachts bij mijn moeder langskom.
Het is niet de eerste keer dat ik in hier verblijf, maar wel de eerste keer alleen. Hoewel ik eerder ook een kamer voor mezelf had, moet ik dit keer zelf voor mijn avondeten zorgen. ’s Middags denk ik aan een maaltijdsalade, maar later op de dag wil ik toch echt liever wat warms eten. Een groot budget heb ik alleen niet en fastfood zal me ook geen deugd doen.
Ik verken de kamer en zijn talloze kastjes. Al gauw blijkt het enige keukengerei al op het eerste oog zichtbaar: een met broodbeleg gevulde koelkast, een waterkoker en een ouderwets koffiezetapparaat. Voor het ontbijt ligt er alvast een klein bord gedekt. Daarnaast ligt een theekopje met schoteltje, een limonadeglas, de suikerpot en een yoghurtbakje.
Mijn maag roept honger en dus ga ik naar de dichtstbijzijnde supermarkt. Onderweg bedenk ik hoe ik een zo volledig mogelijke maaltijd kan maken en plots krijg ik zin in sojaworstjes. Ik zoek op mijn telefoon naar recepten voor een waterkoker en vind een gniffelwaardige waterkookinstructie. In de winkel blijkt het aanbod beperkt en dus koop ik maar wat poeder voor aardappelpuree met een vleugje bieslook. Ik moet denken aan een wild verhaal dat ik laatst hoorde over eieren. Ook wel lekker voor het ontbijt, bedenk ik, en dus haal ik een doosje. Voor mijn dagelijkse portie groente grijp ik naar komkommer en winterpeen.
Eenmaal terug zie ik pas hoe klein de waterkoker is. Ik vul hem zo ver het kan en leg er twee eieren in. Door een gebrek aan bakjes gebruik ik het koffiezetapparaat als warmhoudplaat. Ik giet een dun laagje water in de koffiepot zodat het glas niet breekt terwijl de geïmproviseerde pan opwarmt. Wanneer de waterkoker enge borrelgeluiden maakt, zet ik haastig mijn kamerdeur vast met het haakje.
Ik heb geen idee waar ik mee bezig ben en zoek dus maar eens op of het wel veilig is om eieren op deze manier te koken. Het stollingspunt van eieren blijkt op zeventig graden te zitten, dus dat zit in ieder geval goed. Na het afslaan van de waterkoker hoef ik alleen nog maar te wachten. Ik zet een timer en snij de groente klein. Mijn telefoon piept en dus giet ik de waterkoker leeg om het al vorkroerend samen te laten smelten met het pureepoeder in de koffiepot. Ik laat de eieren schrikken en vul mijn yoghurtbakje met groente. De theeschotel mag de eieren dragen en het ontbijtbord een deel puree. Voorzichtig pel en scheur ik mijn eerste ei. Geboeid ervaar ik de egale sterkte van het ei. Terwijl ik mijn nu al gedenkwaardige eitje oppeuzel, hoor ik een schelle piep vanaf de gang. Mijn telefoon? Even later hoor ik wat gemompel met daarop de vertrouwde klank van een dichtslaande magnetron. Oh, die was er dus ook.