Boven vrijwel alle straten hingen lampjes, dus het moet rond de feestdagen geweest zijn, ruim een jaar geleden. Ik kreeg uitbetaald uit de kassa van de winkel waar ik werkte. Er waren zoveel mensen op de Wallen, er moest wel iemand tussen zitten die doorhad dat ik daarna met honderden euro’s over straat liep.
Ik ging kijken naar schoenen. Niet eens voor mezelf, maar voor een van mijn beste vriendinnen, Karlijn.
“Ik wil graag alles eerlijk kopen, maar ik wil graag gympen die lekker zitten.”
Ze trok een vies hoofd toen ik vroeg hoe ‘faire’ schoenen er dan uit zien.
“Als sloffen.” Wat nu? Ze staarde glazig voor zich uit.
“Moet álles dan fair zijn? De wereld is niet eerlijk”, flapte ik eruit. Karlijn besloot haar principes aan de kant te zetten. Op naar de FootLocker.
Na een succesvol bezoek, vertel ik hoe ik het eigenlijk een beetje oplichterij vind, merkschoenen. Als tiener kocht ik nog wel Adidasjes, All Stars of Vans, maar dat deed ik eigenlijk alleen omdat ik de merken ‘cool’ vond. Door de schoenen zelf liep ik – gezien het automatisch mijn nieuwe favorieten waren – altijd snel heen. Waarom duur doen als je ook goedkope neppers kan krijgen?
Gaf ik nu echt toe dat ik een zuinige Hollander was geworden; de creativiteit voorbij? Ik voel me ongemakkelijk en besluit de focus op iemand anders te leggen. “Mijn moeder; zij koopt eens in de zoveel tijd dure schoenen. Gaan langer mee, zegt ze.” Karlijn kijkt me strak aan. “Is dat niet zo dan?” Ik ben stil. Hm. Zou kunnen.
Terwijl Karlijn met haar kersverse, 'veel te dure' schoenen voor me uit loopt, vangt een paar schoenen in de etalage aan de overkant mijn blik. In de winkel blijken ze duurder dan het paar dat Karlijn zojuist heeft aangeschaft. Ik zucht, denk: dit kan ik niet maken. In gedachten ga ik na wat de argumenten voor en tegen zijn.
Al gauw blijkt het enige argument tegen het geldplaatje. Ik stel me voor hoeveel paar goedkope schoenen ik zou kunnen kopen van hetzelfde bedrag. De schoenen duizelen in mijn hoofd, samen met de argumenten. Ik beland in een discussie met mezelf.
"Ze zijn zo mooi... En ze zitten echt lekker."
"Ja, dat zeg je nu wel, maar kan je dit geld niet beter uitgeven aan iets praktisch?"
"Nou, ik sta anders iedere dag op deze twee voeten."
Ik voel me schuldig, maar waarover? Over het feit dat ik waarde hecht aan spullen? Misschien is dat het. Maar iedere twee maanden mijn schoenen vervangen klinkt ook als gedoe. Ineens snap ik de logica van mijn moeder. Ik kijk over mijn schouder, en denk aan het geld in mijn rugzak. Zelf verdiend. Verdien ik deze schoenen dan niet? Wat een onzin ook eigenlijk.
Ik loop er nog steeds op.