De in Nederland nieuwe koop-en-verkoopapp Letgo laat weer eens zien hoe schattig wij mensen zijn. Het concept van de app: koop spullen van en verkoop spullen aan mensen bij jou in de buurt. Het motto: ‘de leukste manier om je spullen te verkopen’. Want het nieuwe aan dit concept is dat je als gebruiker een eigen profiel aanmaakt, waarop je wat over jezelf kunt vertellen, zodat de handel niet puur zakelijk is.
Oké, ik weet ook wel dat het eigenlijk gewoon een eng en groot bedrijf is, opgericht door drie gladde zakenmannen uit de VS en met een potentiële marktwaarde van bijna een miljard euro. Het is dus wat dat betreft niet je standaardidee van een superknusse buurtbedoening.
En oké, het is misschien ook wel zo dat dit soort verkoopconcepten, dat ooit bedoeld was voor mensen met weinig geld wier wasmachine ermee opgehouden is, eigenlijk vooral gebruikt wordt door hippe stedelingen die op zoek zijn naar rolschaatsen, omdat ze hebben besloten daar hun nieuwe Instagramhobby van te maken. Zie ook de zeer Instagramverantwoorde vormgeving van de app.
Oké, dat is allemaal waar.
Maar het ontroert mij. Wij mensen willen wat van elkaar. Er zijn al zoveel manieren om wat bij te verdienen met het verkopen van je afgedragen spullen – neem nou Marktplaats: al zo oud als je vaders handeltje in gereedschap. Of je brengt je oude zooi naar een tweedehandswinkel die het voor je verkoopt. Je kunt ook een dagje met je vriendinnen naar de IJhallen om er goed geld voor te vangen, dat je meteen weer kunt uitgeven aan nieuwe tweedehandsjes (want zo gaat dat nu eenmaal). Zo’n app als Letgo is dus helemaal niet nodig voor het plezier van het geld verdienen en uitgeven.
Maar waarom lijkt dit soort concepten, zoals ook de lokale verhuurapp Peerby, dan toch zo goed te lopen? Ik denk: omdat mensen hun zwak voor het ‘kopje suiker’-concept – het al decennia oprukkende individualisme ten spijt – nooit zijn verloren. Omdat mensen stiekem hopen dat ze een leuke buur leren kennen, bij wie ze hun Marktplaatswasmachines mogen laten afleveren als ze net niet thuis zijn. Kortom: omdat mensen lieve wezentjes zijn, altijd op zoek naar nieuwe bronnen van intermenselijk contact. Letgo is dus gewoon een zoveelste manier om met een goed excuus een praatje aan te knopen met een vreemde. Bij dezen wil ik iedereen die stiekem ook weleens verwoede pogingen doet om met een overbuurvrouw over het weer te kletsen – en dat zijn veel mensen, dat weet ik – hier graag even op attent maken.
Ik heb uit mijn eigen verzameling meuk nog niet echt iets op het oog waar iemand anders geld voor zou willen betalen, maar de gouden sierananas op de reclameposter van Letgo inspireert me tot de volgende romantische voorstelling:
Hoi, ik ben Anne en ik heb een gouden sierananas te koop, voor vijf euro. Als je hem komt kopen, kunnen we ook even ‘hoi’ tegen elkaar zeggen. En voortaan als ik je zie op straat, dan weet je hoe mijn huis er vanbinnen uitziet en dan weet ik dat jij een gouden sierananas in je woonkamer hebt staan. Dan vraag ik of je hem nou op de salontafel of op de eettafel hebt gezet en dan vraag jij of ik nog suiker in huis heb. En dat geeft mij gewoon een fijn gevoel.