Het is de laatste tijd uitgegroeid tot een fervent beoefende hobby van me: de nacht doorbrengen in een vreemd bed. Nu denk je vast: okééé, smullen geblazen! Maar helaas gaat dit stukje niet over mijn nachtelijke veroveringen en bijhorende bedavonturen. Misschien een volgende keer. Onder een pseudoniem dan. Want Papa is een trouwe lezer. (Bij dezen: Papa, ik ben weer aan het overdrijven hoor, maak je maar geen zorgen.)
Nee, zonder al te expliciet uit bed te klappen: de afgelopen weken sliep ik geregeld op een ander. Zoals het een moderne stadsnomade betaamt, leef ik zowat uit mijn modieuze rugzak. Altijd onderweg blijf ik nooit langer dan een paar dagen op dezelfde plek en bij elke nieuwe bestemming hoort selbstverständlich ook een nieuwe bedstee.
Zo woon ik zelf in Antwerpen, maar ook daar logeer ik er op los. Het verkennen van nieuwe slaapplekken in eigen stad is cruciaal voor wie een doordeweeks vakantiegevoel ambieert. Maar wanneer de stadsgrenzen echt te benauwd worden, is het tijd om te verkassen. Dan onderneem ik een tripje naar de afgelegen bossen waar het ouderlijk huis gevestigd is. Of naar een willekeurig ander oord: met vrienden verspreid over het hele land zijn de mogelijke bestemmingen eindeloos. Gelukkig is België niet al te groot en valt alles binnen afzienbare tijd met de trein te bereiken. Maar rechtevenredig met Belgiës oppervlakte is haar scala aan spannende evenementen. Over ‘s lands grenzen valt dan ook heel wat extra te beleven. Zo bevindt de redactie van hard//hoofd zich bijvoorbeeld in Amsterdam (erg spannend daar) en dient ook de band met mijn oude vlam Berlijn op gezette tijden aangehaald te worden, met als gevolg dat mijn zwerftochten wel eens continentaal durven te gaan.
In ons hectische geglobaliseerde bestaan ben ik allesbehalve de enige die zich constant verplaatst. Ofwel maak je je dan erg druk over het feit dat je het grootste deel van je tijd slijt met overal en nergens tegelijk zijn; een zwakheid waar ik me bij de zoveelste treinvertraging wel eens aan bezondig. Ofwel berust je in je pendelaarslot en probeer je onderweg nog wat bij te leren. Kijk eens uit dat treinraam naar al die onbekende landschappen (wat zien die Nederlandse koeien er anders uit, zeg!), observeer de mensen rond je (waarom dragen jongens hier Uggs?) en laat je inspireren door wat er uit hun mond komt (moeilijk te plaatsen accenten prikkelen de fantasie) of koop de plaatselijke krant en leer een nieuw woord bij (Pferdeschwanz!).
Met de juiste instelling kan jezelf verplaatsen een inspirerende ervaring op zich zijn. Ook de Duitse Romantici vonden onderweg zijn een uiterst nobele bezigheid; hun lust om de wereld te ontdekken noemden ze zo mooi Wanderlust.
Wees dus wanderlustig. Trek er op uit. En dat hoeft niet per se backpackend door Azië te zijn; in een of ander desolaat dorp dichterbij kun je ook prima wandern.. Maar hou vooral je oren en ogen open onderweg. En zorg dat je altijd een verse onderbroek en tandenborstel in je tas hebt zitten, je weet maar nooit.