Over je dromen praten is zo’n beetje de veredelde variant van een gesprek over het weer. Nu vind ik het weer best een dankbaar gespreksonderwerp (“Wat een temperaturen, pfoe” - “Ja, maar voor vannacht voorspellen ze een stevige storm...” - “Opwarming van de aarde, hè” - “Het is me wat”). Maar wanneer het over dromen gaat, kom ik pas echt op dreef. De eerste persoon die ik ‘s ochtends tegenkom, wordt dan ook steevast getrakteerd op een uitgebreide verhandeling over mijn nachtelijke hersenspinsels.
Het leven is een droom. Pedro Calderon De La Barca wist het al in de zeventiende eeuw en ik neem zijn devies nog steeds ter harte. Vaak word ik ‘s ochtends vermoeid wakker van alle heftige dingen die ik die nacht in mijn droomwereld heb beleefd. Mijn droomavonturen zijn meestal echt te gek voor woorden en juist daarom besloot ik ze op te schrijven. Nu ligt er dus naast mijn bed een blauw glitterschriftje waar ik elke ochtend nog half slapend enkele kernwoorden in neerkrabbel.
Zo schreef ik vanochtend: “Achtervolging in de opera door een evil cat met superkrachten (De Meester en Margarita!!). Ik verdrink in dikke fluwelen tapijten en spring over de hoofden van het publiek. Verscheur die rotkat in snippers, maar hij keert steeds terug in één stuk. Eng.”
Mijn dromendagboek heeft me al veel leesplezier en inspiratie bezorgd. Soms ben ik zelfs teleurgesteld dat mijn dromen niet echt gebeurd zijn, zo geweldig zijn ze soms. Maar ik ben ervan overtuigd dat ik met een beetje wilskracht en oefening deze fantastische hersenspinsels kan overhevelen naar de werkelijkheid in waaktoestand. En ik ben lang niet de enige die gelooft in het potentieel van dromen, zo beloofde Patricia Cornfield me in Creatief Dromen: “Wanneer u erin slaagt creatief te gaan dromen, zult u een overwinning voor het leven behalen. U zult een vermogen om angstwekkende droomsituaties het hoofd te bieden ontwikkelen, dat ook in wakende toestand beklijft. U zult in uw dromen aangename avonturen beleven. U zult uzelf beter gaan begrijpen. U zult meehelpen aan het definiëren en tot één geheel vormen van de unieke persoonlijkheid die de uwe is.”
Omwille van het iets te hoge spirituele zweefgehalte heb ik Patricia’s boek helaas nooit helemaal uitgelezen. Maar het klopt wel dat je dromen je veel over jezelf kunnen leren, zonder dat daar een dure psychotherapeut voor nodig is.
Zo is mijn aversie voor huisdieren een frequent wederkerend thema. Ik doe altijd alsof ik niet van katten en honden houd als ware het een stoer statement. Maar mijn dromen vertellen me iets anders: ik ben gewoon ontzettend bang voor huisdieren. Nu wacht ik dus op de droom die mij opnieuw bewust maakt van die ene traumatische ervaring uit mijn prille jeugd, toen ik in mijn been gebeten werd door de rottweiler van de enge overbuurman. Wat overigens best gebeurd zou kunnen zijn, aangezien hij echt rottweilers fokte die één voor één afgemaakt zijn op politiebevel (waarom juist kan ik me niet herinneren, maar ik gok dat ik als kind slachtoffer was van hun buitensporige agressie).
Verder verhelderden mijn dromen ook bepaalde gevoelens die ik zelf nog niet zo goed kon benoemen. Als je ex-stiefzus telkens opnieuw je nachten komt verpesten met haar aanwezigheid en je ex-lief al tien keer om vergiffenis heeft gevraagd in je dromen, weet je dat dat niet zomaar gebeurt. Ik ontwaarde een duidelijk patroon: de personen van wie mijn bewustzijn haar uiterste best deed om hun bestaan te vergeten, doken het vaakst op in mijn dromen. Meer nog; door deze dromen telkens netjes te noteren werd ik me bewust van hun profetische waarde. Wanneer deze personae non gratae mij meer dan drie keer in dezelfde week kwamen opzoeken in mijn dromen kon ik rekenen op een spoedig weerzien bij bewustzijn.
Die ongemakkelijke droomreünies met mijn ‘demons from the past’ vergemakkelijkten aanzienlijk het echte moment van weerzien. Patricia had gelijk: ik bood angstwekkende droomsituaties het hoofd en dat beklijfde in wakende toestand. Vergeleken met die van de pot gerukte dromen is het echte leven een gezapig verhaaltje voor het slapengaan. En wanneer ik dat dreig te vergeten, blader ik gewoon even door mijn droomdagboek.