Beeld: Kathrin Kingner
lieve lezer
ik ben soms moedeloos maar ik wil u niet laten zitten
-niet alleen in ieder geval
niet in stilte in ieder geval
niet zonder poëzie in ieder geval
ik las dat schrijvers en dichters vooral een rol in de oppositie is toebedeeld
in de maatschappij bedoel ik
ik geloof niet dat ik ergens tegen ben
behalve tegen pijn en zoiets is zinloos
zoals u goed weet
de kleine pijn die als een loden stootkogel in mijn rechterhand rust
is zeer zeker even rond
en even zwaar als de uwe
op mijn kogel staat de naam van mijn vader
op mijn kogel staat ‘hope dies last’
ik wil u niet laten zitten
wellicht heeft u liever dat ik dat wel doe
zeg dat toch niet hardop
we hebben alleen elkaar
laten we altijd luisteren als iemand op straat ons vraagt naar de weg
laten we altijd luisteren als iemand in de tram schuddend jezus aanroept
laten we altijd luisteren als iemand voor de deur onze naam schreeuwt
ook al willen we het echt niet
we zijn niet alleen
laat ons geloven in het huwelijk met het vreemde
laat ons geloven in de grootsheid van de stem van een volk
laat ons geloven in kleine bleke lege kokkels als matroesjka’s in een poppenhuis
in een lappenhut op een zolder van een woning in een vinexwijk
in baambrugge
laten we altijd bemoedigend glimlachen als iemand met een oranje pet
in zijn linkerhand de vreugde van een land probeert vast te klauwen in de vorm van blauwe rode en witte ballonnen