De wereld staat in brand en dat mag niet onbeschreven blijven. Hard//talk is de seismograaf die de trillingen van de tand des tijds registreert. Wat heeft ons afgelopen week bezig gehouden? Wat bespraken we bij de koffieautomaat en waar lagen we wakker van? Vijf korte commentaren, in woord en beeld, van onze redacteuren.
Ver weg
Sufjan in Eindhoven
Afgelopen vrijdag kreeg ik een sms-je: "Hee! Kaartje voor Sufjan Stevens over in Eindhoven vanavond, 32 euro, ga je mee?!" Supervet. Maar ik zat net zo lekker. Mijn plan voor de avond was de restanten van een Thaise afhaalmaaltijd opeten en lamlendig op de bank tenminste een half seizoen Entourage kijken. Ik had geen geld en als slotargument kwam mijn hoofdstedelijke arrogantie bovendrijven: "Moet ik dan he-le-maal naar Eindhoven?! Djiezus." De luiheid won.
In de loop van de avond begon mijn Facebook vol te stromen met lyrische updates: "Apocalyptic Love Dome of Death!! Sufjan Stevens = out of this world!" plus tientallen uitroeptekens. Ook de recensent van de Volkskrant heeft op 23 mei in zijn stukje naast de foto van Stevens (met neonverf en gigantische engelenvleugels) maar net genoeg bijvoeglijk naamwoorden in zijn arsenaal. Het was "een feest van ongegeneerde naïeve charme en een passend slot van de elektronische jamboree van spirituele space-age-padvinders". En ik heb het gemist. Toch jammer.
Het in 2005 uitgebrachte Come On Feel the Illinoise werd alom gehuldigd als een meesterwerk. De meeste nummers waren folky, in het centrum zijn zachte stem en banjo of gitaar, aangevuld met prachtige arrangementen. Het lijkt af en toe alsof hij in zijn rechterpink nog meer creatieve ideeën heeft dan de meeste muzikanten in hun gehele oeuvre. Maar met zijn nieuwe album, The Age of Adz, produceert hij een nieuw geluid. Je zou het kunnen omschrijven als introspectieve glitch-pop, of als "an orchestra having a nervous breakdown".
Dat was hoe Stevens zich naar eigen zeggen ook voelde tijdens het opnemen van dit album, hypersensitief en een zenuwinzinking nabij. Het is een minder toegankelijk album dan zijn vorige, maar wel een album dat je beloont als je de tijd en moeite neemt. Een postmoderne hippie en een muzikant van wereldklasse met lovende kritieken en een origineel geluid. Klinkt als een fantastisch concert. Maar waarom dan in godsnaam he-le-maal in Eindhoven?
Door Meredith Greer
De Hofstad
Liberaal zijn we allemaal
Iedereen is liberaal. Behalve een radical fringe van geloofswaanzinnige fundamentalisten (correctie: gewaardeerde gedoogpartners) is er in Nederland niemand die tegen vrijheid en democratie is. De JOVD bevestigde dat een paar jaar geleden door Femke Halsema tot ‘liberaal van het jaar’ uit te roepen. Anders dan bedoeld bevestigde dat niet zozeer het eigen gelijk alswel de inhoudsloosheid van de Volkspartij voor Vrijheid en Democratie.
Wie naar de website van de VVD gaat, krijgt daar gedurfde toekomstvisies in het gezicht gesmeten als “Grenzen dicht voor wie ze overschrijdt” (beperkt meteen de werklast bij justitie) en “Vandalen gaan betalen” (helpt ook goed tegen de economische crisis). Repressie, rancune, benepenheid. Iedereen is liberaal, behalve de VVD. Afgelopen weekend hield de partij haar jaarlijkse congres. Veel aandacht heeft het niet gehad, en veel zal er ook niet te beleven zijn geweest. Hoewel het Telegraaf-segment vermoedelijk niet warm loopt voor verdere steun aan Griekenland, en het chique segment niet blij kan zijn met de toegezegde steun van de SGP, bleef iedereen klappen, glimlachen en achter Mark staan. Waar vroeger de partijbijeenkomsten nog omschreven werden als “bloed aan de blazer”, zijn na het bedwingen van de Verdonk-revolte dissidente geluiden effectief wegge-PR-manageriseerd.
"De VVD is een conservatieve biefstuk met liberaal sausje: 90 procent van de VVD-kiezers wil simpelweg lagere belastingen en meer veiligheid. Hun liberalisme beperkt zich tot de vrijheid voor Nederlanders om te verdienen en consumeren." Aldus Joris Voorhoeve, ex-partijleider en sinds kort ook ex-VVD’er. De mooie peilingen kunnen niet verhullen dat er een afgrondelijke Leegte op Rechts gaapt. “We run this country”, zou een CDA-kamerlid in de jaren ’80 gezegd hebben. Diezelfde hoogmoed bevangt nu de huidige managers van de BV Nederland. Juist het nikszeggend vertoon van eenheid laat zien wat de VVD feitelijk is: een partij in crisis.
Door Floris Solleveld
Rolmodel
2Pac
Life begins at fourty, gaat het oude gezegde. Vorige week vierde onze eigen Argentijnse sprookjesprinses haar veertigste verjaardag uitbundig met een tentoonstelling, een boek, een feest en vooral een grote mediahype. Bol stonden de kranten ervan.
Máxima is niet de enige beroemdheid die in 1971 is geboren; in het jaar waarin Coco Chanel en Jim Morrison hun laatste adem uitbliezen, zagen ook Snoop Dogg, Lance Armstrong en Tupac Amaru Shakur het leven. Tupac, ook wel 2Pac, ook wel Makaveli, was pas vijfentwintig jaar toen hij in Las Vegas door vier kogels werd doorzeefd. Niet dat het zijn carrière slecht heeft gedaan: na zijn dood werden tientallen miljoenen albums verkocht, samengeraapt van opnames, en T-shirts met zijn beeltenis verkopen bijna net zo goed als die vermaledijde Che Guevara-merchandise. En net als de Prinses van Oranje-Nassau, krijgt ook Tupac een feestje.
Op 16 juni organiseert Afeni Shakur, voor wie hij ooit Dear Mama schreef, een evenement ter ere van zijn veertigste verjaring. Erykah Badu zingt een liedje, Mike Epps maakt een grapje en alle verdiensten gaan naar de Tupac Amaru Shakur Foundation for the Arts, een organisatie opgericht in zijn naam. Of Tupac in zijn leven net zo veel aan liefdadigheid had gedaan als bijvoorbeeld zijn moeder (of Máxima) blijft giswerk, maar het kan geen kwaad even stil te staan bij deze bijzondere en jonge rapper/acteur, die zo vroegtijdig overleed. Wat had hij bereikt? Had hij Obama gesteund tijdens zijn campagne? Was hij serieus acteur geworden? Had hij net als Jay-Z tot drie keer toe geclaimd nu echt klaar te zijn met rappen, om vervolgens tóch weer een album uit te brengen? Zou hij alsnog verkering hebben gekregen met Janet? We zullen het nooit weten, want Tupac blijft voor eeuwig vijfentwintig. Gelukkig is zijn Black Panther moeder er nog. Want life begins at fourty, maar Afeni is bijna sixty-five, and still alive!
Door Ava Mees List
Post Scriptum
Gevoelstijdperk
GeenStijl-man en columnist Bert Brussen werd een tijd geleden geïnterviewd door de Volkskrant, zijn nieuwe werkgever. Dat hij, de nieuwrechtse boeman, nu schreef voor een links bolwerk, vond hij wel grappig. "Ik vind hypocrisie niet erg," zei hij.
Brussen is niet de enige; er is sprake van een brede trend. Het maakt voor veel mensen niet uit of je A zegt, terwijl je B doet; zo lang je haar maar goed zit. Schoolvoorbeeld is Silvio Berlusconi, wiens aanhangers hem zelfs niet zouden afvallen wanneer de premier live op nationale televisie seks zou hebben met een kleuter. Onze eigen PVV presenteert zich als veiligheidspartij met een brievenbuspisser in de gelederen - Henk en Ingrid halen de schouders op.
Wilders is zelf de koning van de schaamteloze dubbele moraal. Tijdens het debat over Griekenland verweet hij de andere partijen aan 'angstdenken en doemdenken’ te doen. "Ik houd daar niet van," sprak hij zonder ironie. De Tweede Kamer barstte in lachen uit, maar zijn fans zal het niet deren.
De VVD heeft hier goed naar gekeken. De zwalkende elitepartij van de goedlachse Gerrit Zalm is door Stef ‘IJskoud’ Blok (de Nederlandse Karl Rove) opgeknapt tot een opportunistisch neoconservatief machtsblok, met een charmante voorman. "Ja, dat kabinet neemt nare besluiten, maar Mark Rutte is wel een leuke vent." VVD-Statenleden stemden zonder moeite op de SGP.
Mijn geschiedenisleraar op de middelbare school tekende ooit een grafiek op het bord. Op de x-as schreef hij jaartallen en perioden, op de y-as simpelweg ‘rationeel’ en ‘irrationeel’. Hij liet zien dat de wereld altijd golft tussen gevoel en verstand, van het geordende Romeinse Rijk, naar de van religieuze hysterie doordrenkte Middeleeuwen.
We leven nu ongetwijfeld in een gevoelstijdperk, waarin een glimlach belangrijker is dan een ideaal, en principes opzij worden geschoven bij de aanblik van een kans.
Door Rutger Lemm