De wereld staat in brand en dat mag niet onbeschreven blijven. Hard//talk is de seismograaf die de trillingen van de tand des tijds registreert. Wat heeft ons afgelopen week bezig gehouden? Wat bespraken we bij de koffieautomaat en waar lagen we wakker van? Vijf korte commentaren, in woord en beeld, van onze redacteuren.
Illustratie: Joost de Haas
Commentaar
U! S! A! U! S! A!
Er was geen gejuich te horen toen Obama in de avond van 1 mei zijn versie van het triomfantelijke “we’ve got him” ten gehore bracht. De president stond in zijn eentje voor de camera, in een lege gang en sprak de wereld sober toe. Hij noemde de vele doden, de gebrachte offers en gerechtigheid.
Obama heeft Osama te pakken gekregen en wat een heerlijke timing, zo vlak voor de verkiezingsrace weer begint. Op straat worden foto’s van Bin Laden verbrand en klinkt een eindeloos ‘U! S! A!’. De mensenmassa’s voor het Witte Huis verschillen ineens weinig van vlagverbranders en jihadisten uit het Midden-Oosten. Een voortvluchtige gek werd voor velen een symbool van het kwaad, of voor een heilige oorlog. Nu is hij voor zijn hoofd geschoten, en wat verandert er dan? Een symbool verandert in symboolpolitiek, een held in een martelaar.
Bush riep tien jaar geleden: ‘We’ll bring him to justice’. Obama zegt bedeesd: ‘Justice has been done’. Er is geen rechter of proces nodig geweest tot deze gerechtigheid te komen - wel een aantal geheime CIA-gevangenissen en omstreden ondervragingstechnieken.
Obama profileert zichzelf ondertussen als de Job Cohen van de Verenigde Staten. Hij probeert de boel alleen maar een beetje bij elkaar te houden. Hij herinnert zijn land aan hun gevoel van gemeenschap na 9/11, en noemt tenminste drie keer de ‘Friends and Allies’ van de V.S. Hij herinnert ons eraan dat dit geen oorlog tegen de islam was, en dat Pakistan heel behoorlijk heeft meegewerkt. Tot slot maakt hij ook nog vriendjes bij de Republikeinen door George W. een paar goedgeplaatste veren te geven. Het blijft tenslotte one Nation under God.
Obama loopt weer alleen terug door de lege gang naar zijn kantoor. Hier loopt de grote, in eenzaamheid opererende, leider van de Westerse wereld. Wie twijfelt nog of hij zal worden herkozen? We weten nu dat hij in ieder geval twee dingen kan: campagne voeren en doodsvonnissen tekenen. God bless the United States of America.
Door Meredith Greer
Rolmodel
Joodse buren
Het is herdenkingsdag, en de vlaggen hangen halfstok. Op de Dam in Amsterdam is een verhoogde staat van beveiliging ingesteld. De Koningin hijst zich in het zwart. Willem Jan Otten bekijkt nog een keer zijn notities voor zijn toespraak in de Nieuwe Kerk. Op televisie wordt Schindler's List weer uitgezonden.
In het café op het Rembrandtplein bereiden we onze gasten voor op wat komen gaat. Zometeen zetten we Radio 1 aan, zal de klok acht slagen tellen. En, zoals elk jaar, vliegen mijn gedachten gedurende twee minuten van mijn oma die als verzetslid het Parool rondbracht, naar de bruine vlek op de muur, naar de vergeten boodschappen, naar die jongen met wie ik laatst heb gezoend, naar mijn afgebladderde nagellak.
Plots wordt de trompet geheven, en schalt het Wilhelmus. De gasten vervolgen nog wat zachtjes hun gesprek, en vatten de vork weer op om voorzichtig verder te dineren. Twee korte minuten die ons herinneren aan alle gruwelijkheden die zich hebben afgespeeld. Zo verstreken. In Amsterdam werden gedurende de Oorlog ongeveer 61.700 joden gedeporteerd, en niet veel gedenkt hier nog aan. De huizen zwijgen of zijn gesloopt, en de generatie die zich de oorlogsjaren nog kan herinneren sterft langzaam uit. Nog maar een paar decennia en de stad wordt bevolkt door onwetendheid.
Om dit te voorkomen en mensen bewust te maken van hun geschiedenis is het project Joodse Huizen bedacht. Een initiatief van Frits Rijksbaron. Vandaag prijkt achter de ramen van 21.662 adressen een poster. Op de adressen, verspreid door de hoofdstad, woonden vroeger slachtoffers van het nazibewind en dankzij de posters krijgen zij weer naam. Open vandaag dus je ogen, kijk om je heen op straat, en sta nog wat extra minuten stil.
Door Ava Mees List
Nieuws in beeld
Osama Bin Laden is gedood in zijn schuilplaats in Abbottabad.
Illustratie: Mirjam Dijkema
Machtige Media
Onderzoek claimt dat de journalistiek de 'strijd' met de sector van voorlichting en PR verliest
“Met de journalist.” “Dag journalist! Met het PR-meisje!” “Pardon, ken ik u?” “Ja joh, ik zag net op Facebook dat we vier mutual friends hebben en volgens mij zitten we in dezelfde yoga-klas…” “Yoga? Ik heb maar één keer…” “Leuk hè? Wacht even… Ik heb je toegevoegd als vriend. Wel accepteren hoor!” “Eh… ik weet niet…” “Maar luister, journalist - mag ik journalist zeggen? Ik heb je artikelen van de laatste tijd doorgenomen en ik heb een echte gouden tip voor je.” “Weet u, ik heb een deadline en er wordt hier bezuinigd, dus…” “Ja, ja, daarom juist! Ik ken je hoofdredacteur goed – vriend van een vriendin van me – en ik weet toevallig dat hij meer verhalen over jonge mensen in die krant van jullie wil.” “Ja, dat heb ik ook gehoord, maar ik ben nu bezig met een uitgebreid onderzoek naar de misstanden…” “Ik hoorde ook dat je morgen op gesprek moet komen. Een soort sollicitatie voor je eigen baan, toch?” “…” “Hallo?” “Ik luister.” “Wel, we hebben hier een fantastische nieuwe schrijver. Hij is 21 en hij was hiervoor DJ en hij heeft een ringbaardje. Hij heeft een boek geschreven waarin hij in elk hoofdstuk een andere vrouw bevredigt met een gadget. Dus in hoofdstuk één is het een negerin met een iPad, in hoofdstuk twee een gymnasiummeisje met een Kindle… Er zitten eerlijk gezegd wat passages in waar ik van denk: nou, nou. Maar het gaat wel heel erg over onze tijd. Het is heel filosofisch, zeg maar. En hij is nu al heel populair op Hyves.” “Ik weet niet…” “Als je er een artikel over schrijft – niet per se lovend, maar wel positief – kopen wij een A4 aan advertentieruimte in jullie bijlage.” “Jezus, maar mijn onderzoek…” “Ah! Je hoofdredacteur stuurt me net een DM op Twitter waarin hij zegt dat hij het een ‘te gek gaaf’ idee vindt.” “[zucht] Stuur me de info maar.” “Al gedaan. Zeg, dan ga ik nu snel in mijn grafkist liggen, want de zon komt bijna op. Morgen moeten er weer zielloze producten
worden verkocht natuurlijk. Ciao-ciao!”
Door Rutger Lemm
Post Scriptum
Royal wedding of royally screwed?
Welke kant van Engeland kwam 29 april niet op televisie? In het Verenigd Koninkrijk zijn overheidsbudgetten aan alle kanten in mootjes gehakt. Vooral in de publieke sector vallen klappen. Honderdduizenden zullen in de komende maanden hun baan verliezen en de broekriem van menig Brits gezin gaat een paar tandjes strakker. Inflatie, belastingverhoging, werkloosheid: welk signaal moet je in deze tijden als koninklijk bruidspaar in godsnaam afgeven? In een wit jurkje van de C&A op de fiets naar Westminster Abbey is ook weer zo armetierig.
Zonder greintje ironie stonden de royalisten al dagen langs de route te wachten. Voor een stad met een substantiële etnische bevolking is de vlaggetjeswapperende sliert opvallend blank. Het leek 1981 wel: Princess Di had evengoed ieder moment in een koetsje voorbij kunnen hobbelen. Maar wie beter heeft opgelet, heeft gezien dat er wel degelijk veel veranderd is. De brave koningsgezinde burger is allang niet meer de norm. De Britten zijn bozer, venijniger en hebben nauwelijks nog respect voor hun instituties. Met burgerlijke gehoorzaamheid scoor je geen punten meer. En evenmin met een stiff upperlip - tenzij je een ledemaatloze Afghanistanveteraan bent.
Wat een vieze tegenvaller! Ik heb een hekel aan het Nederlandse koningshuis, maar in ons land mag je tenminste nog steeds ongegeneerd Koninginnedag vieren. "Dutch hypocrites", noemde mijn republikeinse huisgenote ons. Dat ik haar daarna vertelde dat we de dag van de arbeid eigenlijk altijd - brak - overslaan, deed me verder in haar achting dalen. Stiekem wilde ook ik champagne drinken met een zelfgemaakte hoed op en krijsen bij het zien van de jurk van Kate. Maar in Engeland moet je kleur bekennen. Om te bewijzen dat ik niet langer dubbelhartig was, heb ik mijn speciale huwelijksmok op de grond in stukken gesmeten. Wel droeg ik nog een hoed, maar dat telde niet meer. Voorop stond ‘royal cunts’.
Door Annabel Troost