Duiding bij het nieuws van afgelopen week, vanuit het hard en hoofd van onze redactie, dat is de ambitie van hard//talk. Graag horen we wat u van deze ambitie vindt. En van de uitvoering. Mailt u ons!
Illustratie: Kathrin Klingner
De filmclub
The King's Speech
Heb je als acteur dit jaar geen personage gespeeld dat worstelt met een handicap, psychose, een jeugd vol misbruik, homoseksualiteit, of op zijn minst een buitenlands accent, vergeet dan die Oscar: it’s not going to happen. Maar ben je een Britse thespiaan, in de rol van stotterende Royal, dan ben je van een gouden beeldje verzekerd. De laatste begunstigde van dit fenomeen is de hoofdrolspeler van de Britse film The King’s Speech. Voor zijn vertolking van de stotterende Koning George VI, ontving Colin Firth deze week al een golden globe in de categorie Beste Acteur. Ze houden ervan, die Amerikanen. Of het nu Helen Mirren is als The Queen of Julian Fellowes in Gosford Park, blauw bloed doet het goed in Hollywood. Ook in Engeland is de film een succes. Zelfs onder niet-koningsgezinden. Waarom?
Natuurlijk helpen de cast en het spel. Daarnaast zit het persoonlijke verhaal van de stotterende koning puik in elkaar en zijn de beelden excellent. The King’s Speech is gewoon een goede film. Toch is er nog iets aan de hand. Noem het: het 'Mad Men Syndroom'. Een stijlvolle evocatie van een verloren tijdperk dat veel ouderen missen en jongeren benijden. Het is niet verwonderlijk dat deze nostalgie de laatste tijd aanslaat bij jonge kijkers. Whisky in de ochtend, sigaret op kantoor, neger in de lift en vrouwtje thuis. Of achter de typemachine. Zo lekker simpel is het leven niet meer.
Toch zit het Mad Men Syndroom net als Don Draper iets complexer in elkaar. Want tegelijkertijd flatteert een serie als Mad Men haar hedendaagse kijker ook. Mad Men doet ons namelijk beseffen dat we het racisme en seksisme van de jaren zestig voorbij zijn, wij vooruitstrevende wereldburgers.
Het succes rondom The King’s Speech getuigt ook van dit syndroom. In deze tijden van economische misère en door populisme verscheurende naties verlangen we terug naar een tijd waarin we als één natie, aan de radio gekluisterd, luisterden naar onze koning, die ons opriep moed te houden in deze moeilijke tijden.
Door Annabel Troost
Commentaar
Het Feest in de Keuken
Afgelopen weekend organiseerde dansgezelschap Emio Greco | PC in Frascati in Amsterdam voor de tweede keer zijn Party in the Kitchen, een opmerkelijk evenement dat het midden houdt tussen een conferentie, een dansfestival en een voorproefprogramma van wat komen gaat.
EG | PC is als dansgezelschap in Nederland tamelijk uniek omdat het gezelschap zich presenteert als onderzoekslaboratorium, reizende academie, discussieforum en interdisciplinair kunstencentrum in één. Daarnaast blinken ze natuurlijk uit in aanstellerig gefladder in straksluitende, doorzichtige jurkjes en glitterkostuums. Het Feest in de Keuken is dan ook zowel een spektakel van nieuwe vormen om dans te presenteren, als een parodie van hoe de toekomst van de kunst eruit gaat zien.
Er was een interactieve installatie, Double Skin / Double Mind, waarin je met behulp van live synchronisatie een virtuele workshop kon volgen; een debat over de precaire toestand van de podiumkunsten; seminars en workshops over dansnotitie en bewegingsanalyse; filmvertoningen; en een hoop work in progress . Het was, kortom, allemaal erg contemporain. En innovatief, dat ook, natuurlijk.
EG | PC loopt voorop door de manier waarop ze hun praktijk tot onderwerp van discussie maken, maar diezelfde experimentele instelling kan ook een vrijbrief zijn voor loze pretenties (het is 'niet af', dus niet bekritiseerbaar). Het 'kijkje in de keuken' is open voor iedereen, en toch een feestje voor ingewijden. Maar het is beslist interessanter dan de meeste dansvoorstellingen. Als Leine en Roebana, Anouk van Dijk of het NDT zoiets zouden organiseren zou ik dáár heen gaan. Maar die dansen liever.
Door Floris Solleveld
Rolmodel
Steve Jobs
Steve Jobs is ziek. En als Steve Jobs ziek is, dan is het voor Applefanaten, Wired lezers, en de New York Times een beetje alsof Jezus op het punt staat gekruisigd te worden of de Dalai Lama de gevangenis in moet: iGadgetterij is een moderne religie, en Steve Jobs is God, profeet, en voorganger ineen. Nu gaat Jobs met verlof, en chief operating officer Timothy Cook valt voorlopig voor hem in. Dat deed Cook in 2009 ook al eens, en dat ging prima.
Na een rondgang langs technologie-experts concludeerde de Times dan ook, op de voorpagina nog wel, dat Cook inhoudelijk de juiste man voor Jobs’ job is. Maar, voegde de krant toe, de 'inspiratie' van Jobs zou 'onvervangbaar' zijn.
Dat krijg je ervan, wanneer je bedrijf wordt geleid door een icoon – dat werkt prima zolang het icoon in leven is is, maar veroorzaakt een hoop angst en beven wanneer het verkeerd dreigt te gaan. Toch, het allerengst is het natuurlijk voor Cook. Want we weten hoe religieuze fanaten zijn wanneer ze het vertrouwen verliezen – het gaat zó van hosanna naar ‘kruisigt hem!’, en dan kun je behoorlijk de sjaak zijn. Nu Timothy Cook zijn moet toch een beetje voelen als een penalty nemen tijdens de WK-finale, of tijdens een live televisieshow zo’n magnetische lus door een metalen parcours halen zonder dat de lichtjes gaan branden: zenuwslopend, en als je het verknalt, dan verknal je het ook écht. Dan wachten enkel verkettering, eenzaamheid, en de hel – en de voorpagina van de New York Times natuurlijk.
Door Lynn Berger
De letteren
Bright Eyes en Jonathan Franzen
De Amerikaanse band Bright Eyes treedt 19 februari op in Paradiso in Amsterdam. Aan het einde van de middelbare school wisselde ik met een paar vrienden altijd losse liedjes uit, waar we dan compilatiealbums van maakten. Daarop kwamen vaak liedjes terecht van Belle & Sebastian, Death cab for cutie en ook Bright Eyes. Maar de middelbare school is al weer een tijd geleden en langzaam verdween de band zo uit mijn herinnering tot ik ineens hoorde van het concert in Paradiso. En in Freedom, het laatste boek van Jonathan Franzen, wordt Bright Eyes ook enkele pagina’s lang besproken.
Richard Katz en Walter Berglund, twee hoofdrolspelers uit het boek, bezoeken in 2004 een concert van Bright Eyes. Dat was ongeveer de tijd dat ik bezig was met mijn compilatiealbums. Franzen grijpt het optreden aan om de muziekperceptie van generaties te bespreken. Volgens hem beleven onze leeftijdsgenoten muziek anders dan de generaties daarvoor. Richard Katz begrijpt tijdens het concert wel wat de jongere bezoekers aanspreekt, maar het doet hem zelf niet zo veel.
De generatie van Richard en Walter ging muziek luisteren als statement. De Talking Heads, Bob Dylan en de Undertones hadden idealisme en boosheid. Maar men gaat naar Bright Eyes gewoon om het leuk te hebben; om te horen wat je al kent en om vrienden te ontmoeten. Hoewel Richard leadsinger Conor Oberst goed vindt, vraagt hij zich af of hij meent wat hij zingt. De oprechtheid ontbreekt en het vermaak is oppervlakkig.
Ik weet het niet. Dat blijkt niet uit de liedjes op mijn compilatiealbums. Maar op 19 februari ga ik Walter en Richard achterna; Oberst diep in de ogen kijken om te zien of hij het meent.
Door Tim de Gier
Post Scriptum
Onbeminde mannen
Afgelopen dinsdag werd bekend gemaakt dat de politie in Amsterdam in 2009 bijna een kwart meer meldingen heeft binnengekregen van geweld tegen homoseksuelen dan in het jaar daarvoor. In 2009 kreeg de politie 371 meldingen binnen van homogerelateerde incidenten, waarvan er bij 82 sprake was van fysiek geweld. In 2008 lag het aantal geweldsincidenten nog op 54. Toch meent de Amsterdamse politie niet dat er sprake is van een stijging: ‘We hebben het gevoel dat mensen sneller de weg naar de politie weten te vinden,’ stelt een woordvoerder.
Volgens een onderzoek dat in 2008 aan de Universiteit van Amsterdam werd uitgevoerd, worden de meeste homo’s aangevallen op basis van de Amsterdamse straatcultuur, waarin mannelijkheid erg belangrijk is. Vooral voor jongeren van allochtone komaf is deze straatcultuur bepalend – waarbij de onderzoekers opmerken dat deze cultuur met hun geloof of dat van hun ouders weinig van doen heeft. De afkeer van de jongeren ligt in de opvatting en emoties van de jongeren over ‘mannelijkheid en seksualiteit’. Anale seks, vrouwelijk gedrag, en het zichtbaar zijn als homo passen daar niet bij.
Ook speelt volgens de onderzoekers de angst mee om door een homo versierd te worden. Een narcistisch punt, als ik dat zo stellen mag. Hoe dan ook: homo’s roepen bij de daders ergernis, walging en afkeuring op. Studies wijzen uit dat voorlichting over homoseksualiteit deze ergernis en walging kan wegnemen. De studie van de UvA stelt dat de voorlichting over homoseksualiteit op middelbare scholen in Amsterdam weinig voorstelt. Ik zie een ouderwets redengevend verband: ‘onbekend maakt onbemind’.
Noem ons ouderwets, maar wij hebben liever dat meer (homoseksuele) voorlichters hun weg naar middelbare scholen weten te vinden, dan dat meer slachtoffers hun weg naar de politie moeten zoeken. Wellicht dat de cijfers over het laatste, de cijfers van het voorgaande doen verbeteren. We blijven hopen.
Door Philip Huff