Ieder jaar wordt op de TENT Academy Awards de crème de la crème van de eindexamen video's, films en animaties gepresenteerd. Maartje heeft alvast een favoriet.
De grootste uitdaging aan afstuderen aan de kunstacademie is dat je ervoor moet zorgen dat jouw werk er niet uitziet als een afstudeerwerk. De kijker mag niet zien dat je een heel jaar geworsteld hebt (drie kilo afgevallen en je rookt weer), dat je letterlijk alle docenten op de academie (en op het dieptepunt zelfs je ouders) om advies hebt gevraagd, dat je de laatste weken op je laptop in slaap bent gevallen en gister nog droomde dat je werd opgegeten door een groot scheermes uit Final Cut Pro.
Wanneer ik op de afstudeerexpositie van de Gerrit Rietveld Academie het werk van Rachel Heemskerk bekijk, valt me gelijk iets op. Dit is de eerste ruimte die niet aanvoelt als een klaslokaal. Tegen de muur leunen twee levensgrote foto’s waarop een jongetje en een meisje de handstand doen, rechts daarvan zijn aantekeningen op de muur gekalkt die doen denken aan de film A Beautiful Mind (maar dan minder wiskundig). Tegen de andere wand hangt een televisie die me automatisch naar zich toe trekt. Ik zie een vreemde jongen met een grote kralenketting om zijn nek, in een nog vreemder decor. Het is duidelijk een huiskamer op een set, er staat een zetel, een tafeltje en een schemerlamp, maar verder is het heel duidelijk een filmset: het meubilair is er, maar de kamer heeft geen muren.
Rachel Heemskerk is afgestudeerd aan de Gerrit Rietveld Academie met een project over een jongen die ze al haar hele leven kent, maar met wie zij steeds moeilijker contact kan maken. Die jongen is haar broer. Deze zoektocht naar contact komt in alle onderdelen van de installatie Kijken waar ik niet kijken kan naar voren, maar de vier minuten durende film speelt de hoofdrol. Het is een rustige film, geschoten vanuit één standpunt, mooi belicht en met helder geluid, toch word ik onrustig als ik ernaar kijk. Zowel de vragen die Rachel stelt, als de antwoorden die haar oudere broer Ralph geeft, maken me ongemakkelijk.
In gesprek met Rachel kom ik erachter dat ze het vreemde decor heeft opgebouwd met spulletjes uit haar eigen huis, “vertrouwde dingen om hem op zijn gemak te stellen.” Op de achterwand hangt een schilderij dat Ralph zelf heeft gemaakt. Toch blijft de jongen onrustig. Hij lijkt haar vragen niet te horen, verzandt in associatieve rants over Buma Stemra en Napoleon. Het enige rustpunt in beeld is de grote mok thee in zijn handen. “Dat was een idee van mijn moeder, warme dranken helpen het gemoed”, vertelt Rachel.
Veel kunstenaars hebben als doel de dagelijkse realiteit vanuit een ander perspectief te bekijken. Met haar project laat Rachel zien dat deze kwaliteit niet alleen aan kunstenaars is voorbehouden. Kijken waar ik niet kijken kan is namelijk een uitspraak van haar broer. Ralph is een bijzondere jongen. Hij is ervan overtuigd dat hij de uitvinder is van de ‘foto’s van de lucht maken terwijl je loopt-techniek' en wil hier patent voor aanvragen, ook heeft hij de ‘viltstiftkunst’ uitgevonden. Aan de kralenketting om zijn nek hangt de sleutel van zijn kamer bij het Leger des Heils. “Hij is zijn filter kwijt”, zegt Rachel, “daardoor ervaart hij de wereld zo anders dan ik.”
Het ongemakkelijke gevoel dat het werk van Rachel oproept zit eigenlijk niet in haar onaangepaste broer, maar in de manier waarop zij toenadering tot hem zoekt. “Wil je naar huis?” hoor ik haar vragen in de film. Ralph antwoordt opgelucht “Ja”. Tijdens het hele interview heerst er een heel intieme sfeer, maar broer en zus praten voortdurend langs elkaar heen. “Herinner je onze vakanties, hoe leuk je dat vond?” vraagt Rachel. Ralph begint over crack.
Als Kijken waar ik niet kijken kan over Ralph zou gaan, zou het een afstudeerwerk zijn. Maar Rachel laat haar eigen zoektocht zien, en die kwetsbaarheid maakt de installatie interessant. Vroeger was niks gek genoeg, nu is het doodnormaal om gek te zijn. lees ik in het boekje met foto’s en teksten dat in de vensterbank ligt. “Als je zelf een kind bent, vind je niks raar.” zegt Rachel. In het filminterview probeert Rachel voortdurend terug te gaan naar die tijd, toen zij en haar broer nog gelijkwaardig waren. Maar telkens als zij Ralph vraagt naar zijn herinnering aan die jaren, begint hij over iets totaal anders. Alsof het voor hem niet zo bijzonder was. Alsof haar herinneringen niet de zijne zijn.
Pas wanneer Rachel het eigenlijk al heeft opgegeven, maakt Ralph contact. “Eet jij ook wel eens bij de toko?” vraagt hij. Er volgt een terloops gesprekje over vegetariër zijn en vis eten. En zo houdt Ralph haar, de kijker en misschien wel de hele kunstwereld een spiegel voor. Je hoeft niet zo hard te proberen, te ensceneren, te bedenken, lijkt hij te zeggen. Het verhaal is er al. “Als je geen vis eet, kun je ook gewoon kruiden door het deeg doen.”
--
Het werk van Rachel Heemskerk en de andere genomineerden voor de TENT Academy Award 2013 is nog tot 25 augustus te zien in TENT Rotterdam, en van 27 september tot 3 oktober in het Nederlands Instituut Athene in Athene.