Ik had me erop ingesteld de hele dag te moeten wachten op het mannetje van de intercom en had dan ook al mijn afspraken afgezegd, maar een minuut voor het vroegste tijdstip dat hij mogelijk kon arriveren ging al de bel. De bel klonk anders dan normaal, scheller. 'Hallo,' riep ik door de intercom. 'Hallo,' hoorde ik achter me. Blijkbaar was het mannetje al binnen.
'Mijn intercom heeft kuren,' had ik een paar dagen geleden aan de technische dienst gemeld. 'Ik hoor de persoon beneden wel, maar die persoon hoort mij niet. Heel onhandig.'
'Nee, dat moeten we niet hebben,' zei de mevrouw aan de andere kant van de lijn, 'gelukkig hebben wij daar een mannetje voor.'
'Ik herkende mijn bel niet,' legde ik aan het mannetje uit, 'want normaal wordt er altijd beneden aangebeld. Maar u was al binnen. Stond de deur open?'
'Ik neem altijd de andere ingang.' Het mannetje droeg een blauw trainingsjack en had zilvergrijze manen, hij had wel iets van Aad van Toor.
Ik woonde hier nog niet zo lang en had er geen idee van dat er een andere ingang was. Een ingang speciaal voor dit soort mannetjes.
'Ja,' lachte ik zenuwachtig, 'ik dacht al, want normaal hoor ik die persoon beneden dus wel. Dat is het probleem dus ook helemaal niet. Het is alleen dat die persoon mij niet hoort. Heel onhandig.'
'Nee,' zei het mannetje, 'dat moeten we niet hebben.'
Het toestel werd uitgebreid geïnspecteerd. Ik schaamde me een beetje dat het snoer zo in de knoop zat.
'Mooi model,' constateerde het mannetje uiteindelijk.
'Wilt u koffie?' vroeg ik.
'Nee, ik ben een half jaar geleden met koffie gestopt. Sindsdien voelt het alsof ik een tweede jeugd beleef.'
Ik zei dat ik ook gemberbier had, maar hij stelde voor meteen naar beneden te gaan en aan te bellen.
'Doe maar alsof je van niets weet,' instrueerde hij speels.
'Ik hoor u dus wel,' sprak ik in de hoorn, 'maar u hoort mij zeker niet?'
'Ik hoor je luid en duidelijk, jongen,' zei het mannetje. 'Dit is dan ook zeker geen technisch probleem. Het ligt aan de mensen, die staan verkeerd. Ik kende deze ingang nog niet, maar ik zie dat zo. Ze moeten een beetje door hun hurken gaan.'
We zwegen even, want er reed een tram voorbij. Ik dacht eraan hoe ik de afgelopen week tweemaal op mijn sloffen achter een bestelbusje aan was gerend, omdat de pakketbezorger dacht dat ik niet thuis was.
'Misschien moet ik een briefje ophangen?' opperde ik. 'Met dat ze door hun hurken moeten gaan?'
'Jij denkt in oplossingen,' zei het mannetje. 'Daar houd ik van.'
'Nou, sorry dat u hier helemaal voor gekomen bent.'
'Het is mijn werk,' sprak het mannetje bescheiden. 'Zeventig procent van communicatie bestaat uit verwachtingen - we horen wat we willen horen - dat weet je toch?'
Dat wist ik niet.
'Nog een fijne dag dan maar,' zei het mannetje.
'Van hetzelfde,' zei ik en hing de hoorn weer aan de muur.
Als een verlaten voetbalveld lag de rest van de dag voor me uitgestrekt. Ik besloot koffie te zetten, maar dronk er geen druppel van.
--
Meer lezen van Kasper? Zijn boek En toen kwam Annika ligt nu in de boekhandel!