Dit is de reactie op Melle's brief van vorige week.
Aemstelrodophius, 4 november
Hey Melle,
Ik kom thuis, leg m'n doorweekte jas tegen de verwarming te drogen en schud de geur van natte hond van me af. Dat is nog wel het ergste, die doorwrochte geur van treurnis en ellende. Maar ik heb geen tijd om er te lang bij stil te staan. Er is niet genoeg tijd. Er is nooit genoeg tijd. Ik scan een paar willekeurige pagina's van een vochtige krant (Claude Lévi-Strauss is dood; opnieuw rellen in Iran; AZ op bezoek bij Arsenal) en ga dan snel zitten om jou te schrijven.
Ik klap mijn hypermoderne computer open en klik op notepad. Eerder vandaag heeft mijn computer mij eigenhandig de toegang ontzegd tot mijn blijkbaar illegale versie van Microsoft Office. Verrassend genoeg heeft hij op eigen initiatief bedacht dat ik blijkbaar niet beschik over de juiste bladibla codes en daarom ben ik nu veroordeeld tot het water en brood van de tekstverwerking.
Een of andere goddelijke rechter in onze goddelijke rechtsstaat heeft vast lang geleden besloten dat digitaal verkrijgbare zaken naast tastbare zaken ook iemands rechtmatige eigendom zijn en dat je dergelijke dingen daarom niet zonder toestemming mag verspreiden. Sindsdien wordt er niet meer illegaal gedownload. Films, muziek, software, porno, luchtfoto's van nucleaire installaties in Iran: voor al die spullen die mensen vroeger kosteloos van het net konden trekken, wordt nu weer netjes betaald. Het doet me een beetje denken aan de kapittels van Karel de Grote. Deze keizerlijke decreten stelden bijvoorbeeld dat graven niet dronken mochten zijn bij de uitoefening van hun ambt in de rechtszaal. Of ze spraken zich uit tegen bendevorming en banditisme. Uiteindelijk voelde de keizer zich genoodzaakt tot het uitvaardigen van het voorschrift 'dat het volk prompt moet gehoorzamen aan de bevelen van de keizer.'
Ik heb eigenlijk al heel lang niets meer gedownload en hoef me (los daarvan overigens) nergens schuldig over te voelen. Het enige waar je me nog wel op kunt betrappen, is live streaming. Dan kom ik na een lange dag 's avonds laat thuis, om bij Pauw & Witteman tot de constatering te komen dat Geert Wilders heeft gezegd dat minister van der Laan een handlanger is van Mohammed B. en dat Femke Halsema de polarisatie in het debat “onverstandig” vindt. Het lijkt zo langzamerhand onmogelijk te worden om de mensen in onze samenleving nog met elkaar door een deur te krijgen. Dan word ik moedeloos, zet de tv uit en vlucht ik naar een wereld waar de goeio's wel winnen. In The West Wing neemt de moreel onfeilbare president van de Verenigde Staten, bijgestaan door zijn even sympathieke als integere staf, het op tegen de boze buitenwereld. En ongeacht de druk of de tegenslagen, blijven ze onwankelbaar in hun geloof en overtuiging.
Maar het hebben van een rotsvast geloof is niet simpel of makkelijk. Als je zou geloven in een god die over hemel en aarde heerst, zou je dan niet verhaal willen halen? En als je zou geloven in het liberalisme, zouden je principes dan niet onder druk komen te staan in de wereld van vandaag? Melle, jij schreef me dat er twijfel is en dat die twijfel weer plaatsmaakt voor een volgende twijfel. Natuurlijk twijfelen we, want daar zijn we slechts mensen voor, en natuurlijk ontbreekt het ons vaak aan oplossingen. Maar instant oplossingen bestaan niet in onze wereld. 'Vergeet niet dat we in een tijd leven waarin zelfs de grootste bomen met wortel en al uit de grond getrokken zijn. Er is slechts zekerheid in het gevaar dat ons aan alle kanten omringd.' Dat is wat een lang vergeten man ooit zei. Ik heb twijfel en ik weet niet wat de oplossingen zijn voor de problemen in onze maatschappij, maar één ding weet ik zeker en dat is dat Geert Wilders onze samenleving kapot zal maken als hij daar de kans toe krijgt. Er is slechts zekerheid in het gevaar. Als jij vindt dat ik dan negatief ben, mag je dat van mij vinden.
Ach, weet je Melle, als ik naar de politieke discussie van de afgelopen dagen luister, hoor ik slechts het gekakel. De toon waarop gesproken wordt kan er onmogelijk aan bijdragen mensen dichter bij elkaar te brengen. Het enige overgebleven doel in de discussie is elkaar te overstemmen.
Eerder vanavond sta ik in de stad mijn fiets los te maken. Het miezert, het is donker en koud. Op een afstand zie ik twee mensen met elkaar praten. Ik zie hun lippen bewegen, maar kan niks horen. Korte functionele handgebaren begeleiden hun communicatie. Ze kijken naar elkaar. Als je niet kunt horen, kun je ook niet door elkaar heen praten. Visuele communicatie vereist meer geduld en meer geduld vereist meer respect. Het regent, het is koud en ik wil niets anders dan naar huis. Maar terwijl knetterende scootertjes en optrekkende taxi's onophoudelijk hoorbaar zijn op de achtergrond, klinkt tussen deze twee mensen een oorverdovende stilte. De avond is lelijk, maar hun conversatie straalt een onmiskenbare rust en schoonheid uit.
Ik spring op de fiets en trap tegen de regen in naar huis, maar denk aan zoëven. Zouden al die politici niet beter in gebarentaal kunnen discussiëren?
Groeten,
elon