In deze gloednieuwe serie interviewt Hard//hoofd beeldbrekers: mensen die het kunst- en cultuurveld openbreken en de spelregels veranderen. Aflevering één: in gesprek met projectmanager bij N8 Aron Eilander.
Hoe breek je de kunstwereld open voor een diverser publiek? Een organisatie die hier bij uitstek in slaagt is N8, de stichting achter de Museumnacht Amsterdam, die dit jaar haar 19e editie beleeft. De nacht begon ooit als afstudeerproject van vier CMV-studenten, in opdracht van een groep Amsterdamse musea en geïnspireerd door de Berlijnse Lange nacht der Museen, om jonge mensen het museum in te krijgen. Nu trekt Museumnacht ruim dertigduizend opvallend jonge en diverse bezoekers.
Op één avond dertigduizend jongeren het museum in krijgen, hoe slagen jullie daarin?
‘Toen Stichting N8 werd opgezet – een paar jaar na de eerste editie – werd besloten dat mensen er maximaal drie jaar mogen werken. Daardoor blijft niemand te lang zitten en is er altijd een fris team met nieuwe input. Nu ik zelf mijn derde jaar in ga, begrip ik waarom. Ik ben onlangs ook dertig geworden, weet ik nog wel precies wat er bij achttienjarigen speelt? Echt nieuwe ideeën komen met nieuwe medewerkers, anders loop je het risico succesnummers te gaan herhalen. Je moet blijven experimenteren en fouten kunnen maken.’
Wat schuilt er, behalve de jonge organisatie, nog meer achter het Museumnachtsucces?
‘De vrijheid die de musea ons geven om dit te organiseren is belangrijk. Zij zijn gewend te conserveren en de collectie te bewaken. Dan is het best eng om jongeren over de vloer te krijgen, ’s nachts, met drank. Toch laten ze zich door ons adviseren. Bovendien ligt alle communicatie bij ons, niet bij de musea, zodat de kleinere musea evenveel aandacht krijgen als de grote. Een klein museum als het Multatulihuis zou nooit opgewassen zijn tegen de pr van het Rijksmuseum. Door dat eerlijk te verdelen, kunnen de bezoekers ook echt alle vijftig musea ontdekken die hun stad rijk is.’
‘Daarnaast maakt de nacht nu eenmaal iets magisch in mensen los. Het is spannend, er mag een drankje bij.’
Musea toegankelijker maken, hoe doe je dat zonder plat te worden?
‘Toegankelijker betekent niet: ‘makkelijker’ of ‘leuker’. De inhoud hoeft niet laagdrempelig te zijn. Je moet de bezoekers niet onderschatten, ze willen niet alleen maar een feestje. Het gaat om nieuwe mensen binnen krijgen en boeien. Dat bereik je door een andere manier van exposeren en informatie aanbieden, niet door informatie te versimpelen.
‘Zoals ik zei, er mag een drankje mee. Maar het is absoluut niet de bedoeling om lukraak een dj en een cocktailbar onder de Nachtwacht te zetten.’
Het publiek tijdens Museumnacht Amsterdam is, vergeleken met regulier museumpubliek, niet alleen jong, maar ook veel diverser.
‘Wij vragen ons altijd af hoe we een festival voor álle Amsterdammers kunnen zijn. Om dat te bereiken zoeken we samenwerkingen met instellingen in de stad, bijvoorbeeld met de Fatih-moskee op de Rozengracht. Ook werken we samen met culturele instellingen buiten het centrum, aan de randen van de stad. Door ons te richten op de stadsdelen waar we in het verleden relatief minder kaarten verkochten, hopen wij dat de Museumnachtbezoeker uiteindelijk steeds representatiever wordt voor de jonge Amsterdammer. En ‘jong’ is relatief: 60-plussers zijn ook van harte welkom. Het gaat om een open houding. Dat geldt voor alle mensen.’
‘Om een diverser publiek aan te spreken is het belangrijk om te kijken naar de verhalen áchter de kunst. Hoe is al die kunst eigenlijk in het museum terechtgekomen? Wat schuilt er achter het succesverhaal van de gouden eeuw? Musea moeten nieuwe verhalen durven vertellen. Ik heb gemerkt dat het vaak belangrijker is om de ogen van de musea te openen dan die van de bezoekers. De heersende opvatting is vaak: jongeren komen niet omdat ze geen interesse hebben. Terwijl het een gedeelde verantwoordelijkheid is. Ze willen wél, je moet ze alleen op de juiste manier aanspreken.’
Hoe krijg je de musea zo ver?
‘Het is soms zoeken, maar we stimuleren musea om jongeren, met verschillende achtergronden, een podium te bieden. Er wordt zo veel gesproken over ‘inclusiviteit’, maar niet altijd genoeg gedaan. De musea zijn zelf verantwoordelijk voor hun programmering voor de Museumnacht, maar wij houden het hele jaar contact en adviseren ze daarbij. Ook door vragen te stellen als: ‘hoe wit is jullie programma eigenlijk? Kan het ook anders?’
En jullie eigen inclusiviteitsbeleid?
‘In al onze projecten streven we ernaar samen te werken met jongeren uit de stad. Of dit nu gaat om merchandise, onze campagne of speciale rondleidingen in gebaren; we gaan op zoek naar jonge spannende samenwerkingspartners. Binnen ons team is Kimberly Willems gespecialiseerd in het opzoeken en initiëren van dergelijke samenwerkingen.’
Zie je buiten Museumnacht Amsterdam om ook al veranderingen?
‘Steeds meer musea proberen wel. Denk aan de Blikopeners van het Stedelijk Museum, de jongerentak Exposed van Filmmuseum Eye, en andere initiatieven waar jonge mensen aan het roer staan. Ook onze contactpersonen bij alle musea zijn steeds vaker jonge mensen. Zo wordt het meer voor én door jongeren.’
‘Verder worden er kleine stappen gezet: de zaalteksten bijvoorbeeld, zijn langzaam aan het veranderen. De gouden eeuw wordt minder verheerlijkt; er wordt meer rekening gehouden met diversiteit. Dat is nieuw. Ik hoop dat Stichting N8 hier de afgelopen negentien jaar een rol in heeft gespeeld. In ieder geval zetten we ons hier constant voor in.’
Een kleine rondgang door het programma: een joodse journalist, de geschiedenis van Suriname, islam en ecologie, een LHBTQI+-quiz. Is het hele programma zo geëngageerd?
‘Dat zijn natuurlijk maar enkele voorbeelden uit totaal ruim driehonderd programmaonderdelen. Er is ook entertainment, maar er zijn zeker inhoudelijke programma’s met ruimte voor verbinding. We proberen thema’s die nu spelen bespreekbaar te maken. Die relevantie moet je als museum nastreven. Het is bedoeld om mensen te inspireren, te raken. Een twee uur durende lezing is dan minder geschikt, maar een prikkelende performance van 20 minuten bijvoorbeeld wel.’
‘En er zijn natuurlijk musea die sowieso maatschappelijke thema’s behandelen: de Hollandsche Schouwburg, het Holocaustmuseum, het Anne Frankhuis, het Verzetsmuseum. Zelfs het Uitvaartmuseum doet mee! Dus ook een onderwerp als de dood heeft in deze ‘luchtige’ setting een plaats. Juist over zulke thema’s moeten we het hebben.’
Waar verheug je je dit jaar nog meer op?
‘In Museum Willet-Holthuysen is een programma samengesteld met WOW Amsterdam. Meer dan honderd jaar geleden werd dit pand als kunsthuis aan de gemeente geschonken. Om een nieuwe blik op het huis en de geschiedenis te werpen, hebben we een samenwerking met het collectief WOW geïnitieerd. Hun artists in residence doen in het pand allerlei interventies. Dat is Museumnacht: met bestaand erfgoed en jonge kunstenaars, zowel het werk van de jonge maker en als het erfgoed in een nieuw licht zetten.’
‘Ook in het Pianola Museum, een heel klein museum over pianola’s, vindt een kruisbestuiving plaats. De ruimte is heel statig en negentiende-eeuws, en tijdens Museumnacht verzorgt House of Hopelezz, een dragqueen-collectief, hier performances. Tot slot is richting de NDSM-werf een speciaal pontje ingezet met een nachtvullend programma: Pontcast. Dat past binnen ons streven om de hele stad te verbinden, en bezoekers het alledaagse van de stad op een andere manier te laten beleven.’
‘Dat wil niet zeggen dat er niets te doen is in het Rijksmuseum en het Stedelijk. Maar juist de onontdekte pareltjes maken de Museumnacht Amsterdam zo bijzonder.’
Museumnacht Amsterdam 2018 vindt dit jaar plaats op zaterdag 3 november. Bekijk hier de campagnevideo.
Fotografie: Elza Jo van Reenen