Wat zijn de mogelijke scenario's, mocht de wereld echt vergaan? Yentl van Stokkum beschreef voor de apocalypsweek de mix van mogelijkheden.
Er zullen tekenen zijn die we waarschijnlijk negeren
of misinterpreteren, de aarde is al vaker opengescheurd.
Er zijn altijd mensen die roepen dat het de toorn is van
deze of gene God en mensen die wijzen op breuklijnen
en waar die zoal liggen. Misschien dat we iets aan de
hemel zien, flikkerende lichten of voorbijrazende
kometen. Wij zullen daar niets achter zoeken.
Wij hebben tweeduizendtwaalf ook overleefd, niemand
die toen iets heeft zien gebeuren, we hebben zelfs nog
geproost op het einde.
Er zijn verhalen over hoogmoedige mensen, die
veel te lang leven, die niet meer weten waar hun
grenzen horen te liggen. Die blind zijn voor de
witte buffels die hun een pad willen wijzen.
Dat is het moment dat er een eindtijd aanbreekt,
we enkel in scenario’s kunnen spreken, terwijl
we onverwacht belaagd worden door plagen en
ziekten en wat al niet meer.
Het zouden vloedgolven kunnen zijn, hoger dan
de huizen die we bewonen. Het is verstandig een
surfplank te kopen, voor als de golven de wolken
aanraken en het nog mogelijk is een legende te worden.
De grond die ons moet dragen kan opensplijten.
Wij die daar als legopoppetjes in tuimelen, niet
meer kunnen zingen hoe geweldig alles is, omdat
lava de straten verslindt. Er blijft geen Pompeii over,
we zoeken naar een kant om op te rennen en zien
dat we alleen nog omhoog kunnen kijken. Er zijn
altijd hijskranen waar je in kunt klimmen, tijdens
een apocalyps is alles geoorloofd, geen agent die
daar naar kraait. Maar ook een hijskraan is niet
gemaakt voor zoveel hitte, alles komt krakend
naar beneden gesmolten. Er zijn pakken die lijken
op die van astronauten, die verlichting kunnen bieden,
maar niet voor lang. Het zal een kwestie van wachten
zijn tot de lava verhardt. Weer aarde zal worden, waar
gras uit komt geschoten.
Goden kunnen strijden met reuzen. Elkaar wegvagen,
mensen wegvagen, op twee na. Die zich in een boom
verstoppen, een man en een vrouw, zoals dat dan gaat,
die pas naar buiten komen als de kust weer veilig is. Rondkijken
in een vernietigde wereld en besluiten er het beste van te maken.
Het is mogelijk dat de wereld op een paal balanceert, een
houten paal waar niemand van weet, onderaan een
bever die altijd honger heeft. Die blijft knagen dag en
nacht totdat we vallen. Er is niet veel wat je aan zo’n bever
kunt doen, ze bouwen dammen, zijn monogaam en op hun
staarten zitten schubben, dat heeft niets met het einde der
tijden te maken, maar is op zijn minst opmerkelijk te noemen.
Er kan een strijd zijn tussen het goede en kwade en
wij die niet weten welke kant we moeten kiezen, elk
mens ziet zichzelf als goed. Wapens zullen gepakt
moeten worden, een kernramp ligt voor de hand, er
zal iets nucleairs gebeuren, iets met weinig resten en
straling die blijft nasudderen.
Dat is het moment dat er een trompet klinkt.
Misschien zie je vier mannen te paard langsrijden. En denk je
nog even dat het een mooie dag voor een ritje had kunnen zijn.
Er zullen profeten opstaan, nieuwe of uit de dood
herrezen, ze zullen wijze woorden zeggen, waarbij we
begripvol knikken. De doden kunnen ontwaken, zichzelf
uit de aarde graven, als zombies de wereld afstruinen,
slenterend, botsend, vretend, of er is een hiernamaals
aangebroken, hele families worden herenigd, eindelijk
zijn we samen met de mensen die ons zijn ontvallen
en dat dan voor eeuwig.
Hoe dan ook zal er gehuild worden, dat is altijd een teken
van zuivering.
Allicht dat er een vorm van kwaad, een duivel of satan of
Joost mag weten wie, een poosje zal regeren. Vooralsnog
is de hel op aarde een uitdrukking die gebruikt wordt
door mensen die weinig meemaken.
Dan krimpt ons heelal dat almaar uitdijt in elkaar,
aluminiumfolie dat eerst zorgvuldig gladgestreken en bij
nader inzien toch wordt opgepropt en weggegooid,
krakend in een vuilniszak belandt en we eindelijk
weten waar zwarte gaten naartoe leidden.
Het is goed mogelijk dat een einde een nieuw begin
betekent, het is goed mogelijk dat alles zich almaar
blijft herhalen, dat er niet zoiets bestaat als het einde der
tijden, maar tijd een cirkel is die maar blijft draaien.
Er zullen vast tekenen zijn, die we negeren.
Yentl van Stokkum is redactielid bij Hard//hoofd. Ze was ooit, op een blauwe maandag, kunstdocent in het middelbaar onderwijs. Nu schrijft ze theaterteksten, hoorspelen, poëzie en essay’s.
Lune van der Meulen is illustrator, schilder en schrijver. In haar werk staat de mens en zijn onvermogen vaak centraal. Ze weet eigenlijk nog niet precies wat ze wil, dus doet ze maar zoveel mogelijk van alles.