WALTZ WITH BASHIR (Israël, Ari Folman: 2008) is de meest spectaculaire en tegelijkertijd meest gruwelijke animatiefilm die ik in tijden heb gezien. Een film die rechtstreeks door je oogvlies je hersenen binnendringt en daar in één van je kwabben lange tijd blijft rondhangen. Deze film wil iets van zijn publiek, maar wat precies? Is het een geschiedenisles, een politieke film? Is het ‘Anti war’, een bemiddelaar? Documentaire of fictie? Is het vooral een visueel spektakel met een vette soundtrack? Of is het een bord spaghetti, dat je met geduld uit elkaar moet trekken en vakkundig met één hand om je vork moet draaien, zonder de tomatensaus op je shirt te kliederen?
Stap 1: het uit elkaar trekken. In een notendop vertelt deze Israëlische animatiefilm het verhaal van de Israëlische soldaat Ari Folman (inderdaad, de film is autobiografisch) die tijdens de invasie van Israël in Libanon in 1982 toeziet hoe twee Palestijnse vluchtelingenkampen door de christelijke Falangisten worden uitgemoord en zich hier later niets meer van kan herinneren. De traumatische oorlogsbeleving van de filmregisseur staat centraal. Folman heeft deze oorlogservaringen totaal verdrongen en probeert zijn geheugen te reconstrueren via interviews met medeveteranen, waardoor de film trekken heeft van een documentaire. Kortom, deze film gaat over Joden, die zagen hoe Christenen Palestijnen afslachtten en hier een trauma aan over hielden. Wat leren we hiervan? Oorlog, zoals iedere oorlog, is nutteloos. Deze subtekst is heel degelijk, bijna banaal of prozaïsch.
Deze lezing doet de film geen recht aan, want WALTZ WITH BASHIR is anders dan de meeste oorlogsfilms. Het kent geen glamour en overwinning, zoals in de gemiddelde Amerikaanse oorlogfilm en het is niet anti- of pro-Israël. Ethische categorieën als goed en kwaad ontbreken. Sterker nog, in plaats van ethische vraagstukken aan te snijden, kiest de regisseur een esthetische strategie, die daar als leer van het schone zoveel minder geschikt voor lijkt. Animatie lijkt hier namelijk ingezet als stijlmiddel. De visuele stijl van de film is absoluut fantastisch, zelfs bijna poëtisch, geschapen om er een esthetisch genot aan te beleven. Is ze in werkelijkheid geschapen met deze verwachting? Nee. De stijl en thematiek van WALTZ FOR BASHIR vallen samen in een voor het werk noodzakelijke vorm. Hoe werkt dat precies?
Animatie geeft complete artistieke vrijheid, omdat je niet beperkt wordt door een budget. Alles wat je je verbeeld, kan gerepresenteerd worden, bijvoorbeeld een reusachtige blote vrouw als bootje op zee. Vind die maar eens. De regisseur wilde niet alleen een film maken over oorlog, maar vooral over de complexiteit van het menselijke geheugen en traumaverwerking. Animatie maakt het mogelijk om in het hoofd en in het verleden van de getraumatiseerde hoofdfiguur, in dit geval de regisseur zelf, te kruipen. In de film zijn niet alleen de herinneringen van Folman, maar ook de herinneringen van zijn medeveteranen vertekend tot surrealistische associaties. In de film bieden deze surrealistische droomsequenties weerstand aan het verhaal. Ze representeren een proces van dissociatie met het verleden; de merkwaardige paradox van een traumatische ervaring, die zowel herinnerd als vergeten wordt.
Het gaat nog verder (dit is het vakkundige vork-gedeelte). Door deze film te maken suggereert Folman dat animatie het enige bruikbare werktuig is om onrepresenteerbare historische gebeurtenissen te representeren. Hij gaat ethische dilemma’s omtrent massavernietiging te lijf vanuit de esthetiek, die daar, zoals gezegd, zoveel minder geschikt voor lijkt. Bij een trauma van deze omvang falen ethische categorieën als goed en kwaad. Helemaal in een situatie waarin iedereen op een bepaalde manier medeplichtig is. Een tegenstelling als goed/kwaad wordt in een dergelijke oorlogssituatie zelfs betekenisloos. Om de toeschouwer in staat te stellen deze gruwelijkheden bewust te ervaren, om ons te laten voelen, om steen weer tot steen te maken, bestaat datgene wat wij kunst noemen.
WALTZ WITH BASHIR staat wat dat betreft in de traditie van de Russisch Formalisten. Nu niet denken: gatver nee, want het is heel interessant. De methode die Folman hanteert doet namelijk denken aan het procédé dat uit het Russisch Formalisme stamt: ‘ostranenie’ (afgeleid van het Russische woord strannie, dat vreemd betekend). Vorm is voor formalisten niets meer of minder dan de concrete vorm, die tot een proces van artistieke waarneming voert. De kunst heeft tot doel de mens een ervaring van het object te geven. We voelen bijvoorbeeld niet meer zoveel bij het begrip oorlog of massavernietiging. In de woorden van de Formalisten: zonder opvallende vorm ‘vervluchtigt het leven en verdwijnt het in het niets’. De begrippen zijn te normaal en de beelden op het journaal, van moeders zonder kinderen en kinderen zonder beentjes en moeders, hebben we te vaak gezien.
Het komt dus harder aan als we zien hoe moeders en kinderen vet spectaculair worden afgeslacht, namelijk prachtig getekend en onder begeleiding van een toffe soundtrack. Massamoord in een vorm waar we esthetisch genot aan beleven. Dat voelt pervers. Deze tegenstrijdigheid werkt vervreemdend en daardoor indringend. Het verdwijnt niet in het niets. Hoewel ik vind dat de animatievorm het realisme niet aantast, kiest de regisseur er toch voor om op het einde over te schakelen naar echt materiaal, real footage. Dit om persé te vermijden dat het publiek de zaal zou verlaten, denkend: wow, dit was een vette animatiefilm, gruwelijk! In de woorden van Folman: ‘Ik wil dat iedereen weet, dat achter deze prachtige tekeningen, de te gekke muziek, echte mensen schuilen. Ze zijn vermoord. Er waren kinderen bij. Er waren vrouwen. Vijfduizend mensen.’ Draai dat maar eens om je vork zonder te spetteren.