We reisden ruim twaalfhonderd kilometer, deels over de Franse, deels over de Waalse wegen. We hadden er een kleine week in Zuid-Frankrijk en een groots flipperfestijn op zitten. Het gerinkel en gegil van de mechanische flipperkasten was nauwelijks verstomd of we richtten onze oren op het noorden en luisterden naar, in dit geval, mijn zalvende stem.
Op halfzachte toon las ik voor uit Oom Oswald van Roald Dahl, het gezoem van het asfalt op de achtergrond. Een verhaal over een pierewaaier eerste klas, van Britse afkomst met een voorliefde voor grote rijkdom en dito vrouwen. Een absurd verhaal à la Dahl, zot en rauw, geestig: de hele mikmak gevat in een serie korte verhalen. Ik deed m’n best om mijn stem te laten vibreren, mijn luisterend publiek te roeren en te tijgen tot een lach en een traan.
Ik trachtte zo hard dat ik zelf nauwelijks nog luisterde. Mijn focus lag op de letters, het articuleren en op het juiste moment ademhalen. Het vergde mijn opperste concentratie. Ik stelde me voor hoe Dahl zijn zinnen had geschapen en hoe hij ze het liefste had. Traag en rekkend, of lispelend met een rake intonatie. Mijn eigen klankkleuren moesten gelijklopen met de zijne. Het bleek puur giswerk.
Eenmaal thuis zocht ik naar de stem van de schepper van Matilda, Sjakie en de Chocoladefabriek en de Grote Vriendelijke Reus. Ik stuitte op een opname waarop hij een fragment voorleest uit het laatstgenoemde boek. Het was een krakende audioband, desondanks was ik er zeker van op de achtergrond onmiskenbaar het knapperende geluid van een haardvuur te ontwaren. Ik luisterde nauwgezet, heel secuur ontleedde ik zijn zware stem. Ik hoorde een timbre met een vleugje shag. Rookte hij? Een onheilspellende stem, vol verlangen en rauw verdriet. Een stem vol beloofde avonturen en macabere taferelen. Precies zoals ik zijn verhalen altijd interpreteerde.
En toen daagde het me.
Teksten voorlezen is teksten ontleden. De woorden een voor een hardop uit je eigen mond horen, licht een verhaal door. Als ware het een röntgenfoto, alsof je het verhaal op de snijtafel legt: voorlezen legt de woorden van een schrijver onder een vergrootglas, leert je zijn zinnen begrijpen. Allengs kom je zelfs in de buurt van de schrijver zelf, leer je hem of haar kennen.
Ik lees sindsdien mijn eigen teksten ook hardop. Ik blijf ze hardop voorlezen, zoals Gertrude Stein dat deed met haar poëzie, zoals Flaubert tijdens het schrijven van Madame Bovary. Ik ga door, totdat ik de juiste klank te pakken heb.
Beeld: Sally