Kent u de gezusters Loeder en Muis nog? In mei vorig jaar vertelde ik over deze twee aaibare huisgenotes en hoe zij mij het schrijven van een column onmogelijk maakten. Niet lang na hun komst bleek ik mijn vriendin bezwangerd te hebben en sindsdien slaap ik met vijf vrouwen in mijn bed. Links van mij mijn snurkende geliefde, in haar buik onze voetballende dochter, tussen onze voeten een zwaar spinnende Loeder en ergens op schouderhoogte een opgerolde Muis. Het is al met al gezelligheid troef in Casa Kasper. Maar niet lang meer, want de kraamhulp vindt dat wij onze huisdieren te veel ruimte geven. Per direct moeten zij leren dat de slaapkamer, waar het kind de eerste maanden zal zijn om ons wakker te janken, verboden terrein is. Misschien vinden ze namelijk de wieg net zo fijn om in te kruipen als het grotemensenbed en zo’n broze baby is natuurlijk gemakkelijk per abuis postnataal te aborteren door een verstikkend vachtje.
De kraamhulp had een gouden tip voor ons: stop ruim voor de bevalling opgeblazen ballonnen in alle babyplekken (in wieg, box, wagen, badje), dan schrikken die beestjes zich vanzelf het apelazerus wanneer ze daar met hun nieuwsgierig uitgestrekte klauwtjes op springen en zijn ze goed geconditioneerd wanneer hun mensenzusje er is. Wanneer je ze bovendien nu van alles afleert, zullen zij die veranderingen niet koppelen aan de baby en voorkom je de giftige jaloezie die je maar al te vaak aantreft in een gezin met meerdere kinderen. De kraamhulp zou het wel weten en zodoende bracht ik mijn volledige nieuwjaarsdag door met het opblazen van ballonnen in de meest feestelijke kleuren en trachtte enkele ervan in de vorm van een hondje te kneden, bij wijze van bonusintimidatie. De poezen vonden het maar wat interessant. Van de exploderende ballonnen - een mildere voortzetting van het vuurwerk van de vorige nacht - schrokken zij allerminst, maar leken er juist een nieuw verslavend spel in te hebben gevonden.
‘Bedenk dat jij de katten hebt en de katten niet jou,' stond ergens op internet te lezen. Mijn vriendin was aan het googelen om nog meer tips op te doen over het psychologisch voorbereiden van jonge katjes op de komst van een mensenbaby. Er viel een hoop te vinden, maar de meeste adviezen waren overduidelijk geschreven door zwangerschapsmaffiosi die geen snorhaar van het poezendier hadden begrepen en uitsluitend aan het belang van de baby dachten. Hoezeer de ouderschapshormonen ook door onze aderen gieren, Loeder en Muis blijven toch op de eerste plek staan. Als je kunt zeggen dat iemand iemand heeft, dan hebben de katten toch zeker ons.
Nu moeten we het beste zien te maken van de situatie zoals die is. Loeder en Muis zouden nooit van ons eisen de baby ter adoptie af te staan en lijken zelfs, empathisch als zij zijn, bereid om tijdelijk een beetje in te schikken. Zolang alles in goed overleg plaatsvindt, hoeft niemand in haar waarde te worden aangetast. We hebben besloten dat voor ons aller welbevinden mijn vriendin om de dag op de bank slaapt, nu met buik – dan wennen we er vast aan – en straks met baby, zodat de poezen bij mij in bed kunnen kruipen. Huiselijk geluk is een groot goed, daar moet je wat voor over hebben.