Ik ontdekte de jurken van Karen Millen tien jaar geleden, toen ik spijbelend van mijn filosofiecollege door de stad struinde. In de etalage van de Karen Millen-winkel in de Leidsestraat stonden kunstige paspoppen (zonder gezicht) met prachtige jassen aan, die mij met gemak naar binnen lokten. Het werd zo een moment waarop je iets nieuws ontdekt en even heel, heel gelukkig bent: glanzende, rijke stoffen, goed gesneden jurkjes, secuur afgewerkte knopen. Ik zat hier veel beter dan in de collegebanken. Maar het geluksgevoel werd ruw verstoord door de niet te miskennen prijskaartjes. Dus kwam ik terug toen de etalagepoppen vervangen waren door bordjes met ‘sale’ erop.
Het fijne aan Karen Millen is dat het een lichtelijk ordinair merk is. Daarom blijven de meer spannende, ongewone, ‘alternatieve’ jurken in de uitverkoop hangen: het gemiddelde Karen Millenpubliek komt voor de saaie, klassieke ‘promdress-achtige’ jurken of voor de office look, met kraagjes en plooirokken. Ik kom voor de ballonrokken, hoog gesloten jurken of loodrechte pantalons.
In de laatste paar jaar kocht ik er een jurk voor de bruiloft van een vriendin, van dik, glanzend hemelsblauw satijn dat bijna stijf om je lichaam heen blijft zitten, met in het midden een brede strook diepgroen over de gehele lengte. En een zwarte, gehaakte zomerjurk, met dwarse banen van lovertjes en beige en wit gestikt draad. Wanneer ik mijn blauwe jas met opstaande kraag en ballonrok aan heb, krijg ik gegarandeerd van meerdere (soms wildvreemde) mensen complimenten.

Maar het gelukkigst werd ik toen ik dit exemplaar kocht, dat ik om zichtbare redenen mijn Mondriaanjurk noem. Het is een strakke, vrij simpele jurk van dik katoen, maar wel met iets elastisch erin waardoor hij makkelijk meebeweegt. Zoals met zoveel kleding moet je het aan zien om te begrijpen wat er zo mooi aan is. Deze jurk verraadt mijn liefde voor lijnen, rechte vlakken en strepen in kleding. Ik denk dat ik zonder overdrijven meer dan dertig verschillende tops, T-shirts, jurken en truien heb met strepen: het staat me gewoon goed en met strepen aan voel ik me altijd een beetje een Parisienne, een gevoel dat je mijns inziens niet vaak genoeg kunt hebben.
Voor het laatst droeg ik de Mondriaanjurk op mijn verjaardag, drie jaar geleden. Sindsdien hangt hij ongedragen in mijn kast. De jurk is best kort en zit vrij strak om mijn billen (toch dat ordinaire tintje). Dat is iets waar ik steeds meer moeite mee heb. Maar eigenlijk moet ik me daar overheen zetten, want als ik nu weer naar de jurk kijk, snap ik nog altijd waarom ik ‘m toentertijd heb gekocht: het blijft een echte Noorjurk.
-
In het kader van de modeweek op hard//hoofd schrijven vijf redacteuren een korte overpeinzing over een dierbaar kledingstuk. Gisteren ging het over een shirt.