Foto: Mees List
We bevinden ons in het Amsterdamse Vondelpark, gelegen tussen de kouwe kak van oud Zuid en de hectiek van de Overtoom. Het is een mooie nazomerse zaterdag om 5 uur 's middags. En ik? Ik ben toiletjuffrouw. Elke dag kom ik aan, zet mijn tafeltje buiten compleet met parasol, stort wat snoepjes op een schaaltje en dan begint het grote wachten. Na vijf uur wordt de boel weer ingeklapt en opgeborgen en schrob ik de potten. In de tussentijd mag iedereen die twee kwartjes neerlegt zijn behoefte doen. Nadat men de cabines uitloopt spuit ik wat lavendelspray naar binnen en rook nog een sigaret aan tafel, tegen de geur.
Ik zit een beetje voor me uit te staren als er een opeens jongen voor mijn neus staat. Ik heb hem niet aan zien komen. Of hij een winegum mag, vraagt hij, waarna de twee meisjes die me (semi-ongevraagd) al een uur gezelschap houden in lachen uitbarsten. “Mevrouw,” zeggen ze. Dat ben ik dus. “Weet je hoe hij heet? MC Worst. Kom op MC Worst, doe een rap dan!” MC Worst antwoordt dat hij stoned is. Volgende keer krijgen we een concert, hij belooft het. Hij steekt drie winegums tegelijkertijd in zijn mond.
MC Worst is een beetje dik. En Marokkaans. Hij heeft zo'n klein tasje om zijn schouder, en hij kijkt me een beetje schuchter aan. Hij zit op de bagagedrager van zijn fiets met de handen aan het stuur waardoor hij er uitziet als een onbeholpen gangster op een nep lowrider. De meisjes zijn strak in Tark kleding gehuld, een merk waarvan ik niet eens wist dat het überhaupt nog bestond. Ze zullen niet ouder zijn dan vijftien, en ze komen uit Osdorp. Om de tien minuten loopt er eentje naar de spiegel om het geblondeerde haar met lak te besproeien. Ze kletsen ze me de oren van het hoofd, onderwijl alle lidwoorden door elkaar halend.
De meisjes zijn een poos geleden aan komen lopen. Ze hadden afgesproken met een stel jongens, maar die laten flink op zich wachten. Ze schuiven aan en ik kan moeilijk weigeren. Zonder gezelschap is deze baan namelijk niet te doen zo saai. Ik bedel mijn vrienden al een maand om me te vergezellen in het mensen kijken, met beloftes van sapjes, kopjes thee en snoep. Meestal lukt het me, vandaag ben ik een beetje eenzaam. Dus richt ik me op de meisjes. “Je moet nooit op jongens wachten hè, altijd omgekeerd!” geef ik ze wat zusterlijk advies, en ze knikken braaf. Ze kijken toe hoe ik mijn nagels lak en vertellen me over zichzelf. Hoe ze begonnen met roken op hun achtste, dat ze normaal nooit op jongens wachten, dat het uitgaansleven in Amsterdam helemaal niet leuk is en dat je daarvoor naar Den Haag of Rotterdam moet. In Rotterdam is de Hollywood, dat is echt vet. MC Worst is nog steeds stil. Hij eet één voor één het hele schaaltje leeg en speelt met zijn telefoon. Een uur later is het tijd voor mij om de latex handschoenen aan te trekken en ik stuur de dames op pad met ieder een pakje Roosvicee Bosvruchten. Als ik weg fiets zitten ze met zijn allen op het podium van het Openluchttheater: twee meisjes, tien jongens, dollend. Ze zwaaien enthousiast naar me.
De volgende dag zit ik er weer. Een groepje jongens komt langsgelopen. Ze maken ruzie over wie er op de scooter mag rijden. Achteraan zie ik hem. “MC Worst!” Hij kijkt vrolijk op. “Dag mevrouw, alles goed? Mag ik een winegum?” Zijn vrienden lachen hem uit, maar ik krijg een knipoog. Natuurlijk jongen. Ik lees verder in mijn NRC en de septemberzon schijnt op mijn gezicht. Het leven van een toiletjuf is zo slecht nog niet.