Soms baal ik er wel een beetje van dat ik zo’n verantwoorde muzieksmaak heb. Radiohead, Bob Dylan en The Beatles zijn mijn favoriete artiesten en daar kan je je nou niet bepaald een buil aan vallen. Ik ken alle hippe indiebandjes en obscure singer-songwriters, sta open voor moeilijke jazz, en ga ook nog wel eens naar het Concertgebouw. Mijn smaak is al met al dodelijk goed. Guilty pleasures om mijn voorspelbaarheid van wat spannende contrasten te voorzien heb ik nooit gehad. Of nou ja, misschien toch wel. Ik hou van een band die moeilijk ‘fout’ te noemen valt, daarvoor zijn ze wereldwijd teveel gerespecteerd. Maar in de kringetjes waar ik mij begeef wordt er toch altijd wat op neergekeken en badinerend over gedaan, waardoor ik het gevoel heb mij voor deze band te moeten verantwoorden. Die band heet U2.
U2, is dat niet die verschrikkelijke commerciële band die sinds de jaren tachtig de radio ontsiert met hun wanstaltige stadionrock vol goedkope pathos; de band van Bono, het vleesgeworden Messiascomplex, die met zijn slijmerige charmes alle wereldproblemen denkt op te kunnen lossen; de band met die gitarist met dat stomme mutsje die altijd zo intens z’n best doet zo gewoon mogelijk te kijken; de band die op hun megalomane concerten de toetsenist onder het podium verstopt, omdat ze toch zo graag de indruk willen wekken het universum met z’n vieren aan te kunnen? Zijn ze niet ook nog eens fucking christelijk?
Voor de goede orde, ik ga hier niet trachten het gehele imago van U2 voor u op te vijzelen. Zo’n groot fan ben ik niet eens. Er gaan maanden voorbij zonder dat ik enige behoefte voel een plaat van de vlaggenzwaaiende Ieren op mijn pick-up neer te leggen. Er zijn tientallen andere bands die mij nader aan het hart liggen. Maar toch, maar toch, maar toch... Hun Glastonbury-optreden dat de BBC onlangs uitzond herinnerde me er weer aan hoe ziekelijk veel steengoede songs deze band in de afgelopen dertig jaar heeft gemaakt en met hoeveel bezieling en energie ze deze nog steeds weten te vertolken. Natuurlijk is zo’n concert een greatest hits-show en natuurlijk heb ik ook sommige van deze liedjes te vaak in een muzakcontext voorbij horen komen om er altijd even diep door geraakt te kunnen worden. Toch ga ik geheel mee in de religieuze ervaring die een U2-concert heet te zijn. Vanaf mijn bank weliswaar, maar ik overweeg toch serieus een kaartje aan te schaffen wanneer ze ons land weer eens aandoen. Ach, dat ik dit allemaal durf te zeggen, wat heerlijk schaamteloos van mij!
Wie nooit de aandrang heeft gevoeld zich in U2 te verdiepen denkt waarschijnlijk dat de monsterhits representatief zijn voor al hun werk en dat de albums geheel inwisselbaar zijn. Niets is minder waar. Of nou ja, de laatste drie platen klinken wel grotendeels als een slimme formule en vormen daarmee verreweg het minst interessante hoofdstuk uit de discografie, maar van begin jaren tachtig tot eind jaren negentig was U2 juist een uiterst avontuurlijke albumband die constant nieuwe stijlen verkende. Luister die platen eens en skip voor mijn part de tracks die je al kent. Probeer het beeld dat je van de band hebt los te laten en te doen alsof dit een obscuur indiebandje is dat je net hebt ontdekt.
Eigenlijk blijkt er geen reet guilty aan deze pleasure. Dan maar voor altijd verantwoord blijven.
Ten slotte een vijftal U2-liedjes voor wie dacht U2-hater te zijn:
1. ‘If You Wear That Velvet Dress’
U2 op z’n sensueelst. Afkomstig van het album Pop uit ‘97, dat over het algemeen door fans wordt beschouwd als een misbaksel, omdat U2 niet als U2 zou klinken. Voor mij juist hun spannendste album om precies die reden.
2. ‘Wake Up Dead Man’
Ook van Pop. Dit nummer bewijst dat wanneer Bono de holle slogans loslaat er een ware dichter in hem verborgen blijkt te zitten.
3. ‘Slug’
U2 werkte op bijna al hun platen samen met geluidsmagiër Brian Eno, maar alleen in het project Passengers uit ’95 lieten ze zijn ambient-vinger volledig toe in hun pap.
4. ‘Zooropa’
De opener van het gelijknamige album uit ’93, opgenomen in en geïnspireerd door het herrijzende Berlijn.
5. ‘An Cath Dubh/Into the Heart’
Van debuutplaat Boy uit 1980, toen Bono nog klonk als een angry young fucker op zoek naar wat liefde.
(Later dit jaar schijnt er een nieuwe U2-album aan te komen. De productie is in handen van Danger Mouse, die eerder samenwerkte met ondermeer Beck, The Black Keys en Gorillaz en deel uitmaakt van Gnarls Barkley en Broken Bells. Wát zou het mooi zijn als hij de band naar weer eens een nieuw geluid toe zou leiden.)