Vandaag is het Record Store Day. Dat is een internationaal georganiseerde feestdag waarop onafhankelijke platenzaken zichzelf in het zonnetje zetten. In de winkels vinden optredens plaats en er worden platen verkocht die speciaal voor deze dag in zeer gelimiteerde oplages zijn uitgebracht. Met ‘vandaag’ bedoel ik trouwens 20 april, de datum dat dit stukje online komt. Wanneer ik dit schrijf is het nog drie nachtjes slapen. Ja, ik kijk er met een kinderlijke opwinding naar uit. Dat komt omdat voor het eerst in de vier jaar dat Nederland aan Record Store Day meedoet, ik eens een keertje niet blut ben. Dat is overigens stom toeval en niet het gevolg van maandenlang braaf sparen. Zo erg is het nou ook weer niet met mij gesteld.
Natuurlijk ga ik op jacht naar wat exclusieve lekkernijen, maar dat is niet eens wat mij zo opwindt. Waar ik vooral naar uitzie is dat ik mee zal doen aan de viering van iets Waardevols. Mocht u nou een medeliefhebber zijn, dat weet u precies waar ik het over heb. Voor u is deze Tip dan ook niet bedoeld. Ik wens u een prachtige dag!
Vinyl maakt gelukkig. Foto: Jan Postma
Sinds ik op mijn dertiende besloot om voortaan al m’n zakgeld aan muziek uit te geven, heb ik een hoop mooie zaken zien verdwijnen. Begrijp me niet verkeerd, ik betreur de digitale revolutie allerminst. Dat ik met een druk op de knop het volledige oeuvre van Zappa in huis kan halen vind ik iets waanzinnigs. Toch ben ik blij dat mijn muziekcollectie uit meer dan terabytes bestaat. Als ik een plaat uit de kast trek, kan ik de geur inademen van de zaak waar ik haar kocht. Er is weinig wat mij gelukkiger maakt dan het besluiteloos door bakken vinyl heen bladeren, zonder precies te weten waar ik nou eigenlijk naar zoek.
En dan is er natuurlijk nog de verkoper. Vereeuwigd werd dat menstype in Nick Hornby’s klassieker High Fidelity en onlangs bracht 3voor12 de beste exemplaren van Nederland in kaart. Het zijn hartverwarmende eikels die blijven verbazen. Zo kwam ik eens in een winkel waar ik een paar jaar niet was geweest. Toen ik iets wilde bestellen, bleek de man achter de toonbank mijn e-mailadres nog uit zijn hoofd te weten. Warme herinneringen heb ik ook aan een spijbeldag die ik doorbracht als enige klant in een klein zaakje. Buiten hoosde het, binnen pruttelde het koffiezetapparaat. Op de toonbank lag een stapel cd’s van artiesten waar ik nooit van gehoord had, zoals Nick Drake, The Smiths en Belle & Sebastian. De bleke jongen met het petje wist precies wat ik niet wist, hij wist wat mijn eenzame puberziel nodig had. Die middag had hij meer gedaan dan goede zaken; hij had een leven ingrijpend verrijkt.
Misschien vindt u mij maar een sentimentele sukkel en ziet u zo’n Record Store Day als een laatste stuiptrekking van een wereldbeeld dat weldra geheel achterhaald zal zijn. Vanuit de luie stoel kan men immers ook winkelen en bovendien hebben de algoritmes die bepalen dat ‘‘als u dit mooi vindt, u dat ook wel mooi zal vinden,’’ die bemoeizuchtige verkopers met hun eeuwige shagwalm ook overbodig gemaakt. Het zou best kunnen dat u nooit (meer) een platenwinkel binnenstapt en dat ook nooit zal missen. Maar alstublieft, doet u het toch (weer) eens een keer. Dat hoeft niet vandaag, als u zo’n officiële dag maar intimiderend vindt en geen zin hebt in drukte. Het mag ook op een doodgewone rotdag, wanneer u eens een uurtje te overbruggen heeft. U hoeft niet eens iets te kopen, echt niet. Wanneer de platenzaak eenmaal bezit neemt van uw ziel, volgt uw portemonnee vanzelf wel.