In de voorbije maanden kocht ik: een tv, koptelefoon, nieuwe overhemden en broeken, een rode Dopper en stappenteller met hartslagsensor, een telefoonabonnement met nieuw toestel, kaartjes voor The Lobster en Star Wars, een etentje met vriendinlief. Ik besloot: dagelijks een koude douche te nemen, te ontbijten met groene smoothies, hard te lopen. Ik wilde: naar de opera en meer films, ballonvaren, nieuwe schoenen kopen, De Dialogen van Seneca en twintig andere urgent geworden boeken kopen en misschien lezen, mediteren en ooit aan yoga beginnen, nadenken over de toekomst en een keer die scriptie afronden.
Een socioloog ziet mogelijk een consument die zich met koopwaar of goede voornemens wil verheffen. Ik zie een jongen van 28 die aan zijn leven wil ontsnappen, die wil vliegen, zoals het jongetje in de Franse film Le ballon rouge met een kluitje ballonnen wegvliegt van al zijn problemen.
Verheffing is een illusie, vroeg of laat moet ik landen, denk ik. Maar is niet al het menselijke een illusie, waarheid tot het tegendeel geloofd wordt? Koud douchen gaf me wekenlang evenveel ontsnappingseuforie als het eerste goede boek over zelfverheffing dat ik las. Bij het omdoen van mijn sporthorloge trilde ik zachtjes van genot, de bioscoopbezoekjes gaven lucht. Een enkele keer ben ik daadwerkelijk aan een voorbij leven ontsnapt. Ik eet nu bijvoorbeeld gezonder en beweeg meer.
De landing is wel hard. Harder, misschien. Toen mijn vriendin me ergens op aansprak twee minuten ná meditatie, ontvlamde ik in razernij. Dat de Dopper water lekte, de koptelefoon geluid, de aankopen iets te zwaar in mijn budget sneden, de wekker iedere keer weer te vroeg gaat en alle hoop van gisteren is – het helpt allemaal niet bij het loskomen van de grond.
Leven is vermoeien. Hét leven, of althans het mijne, kan worden samengevat in een driedelige sequentie. Een herhaling, in willekeurige volgorde: hoop, sprong, verwachtingen. Ik typte verachtingen, dat klopt óók.
Nooit land ik waar ik me had voorgesteld. Soms vertel ik mezelf dat een mislukte sprong toch geslaagd is. Dat die toevalligheid het onophoudelijk springen waard maakt. Daar geloof ik in, al is dat ook naïviteit. Daarom raad ik iedereen aan: spring, blijf springen. Het gaat nooit goed, en dat is goed. Sta niet stil, of pas later. Wijsheid komt met de sprongen.