Soms vind ik het wel even genoeg geweest met de hoeveelheid ironie in de gesprekken van mijn generatiegenoten. Niets tegen ironie hoor: het is een nuttig wapen om ‘grote waarheden’ onschadelijk mee te maken. Wat mij betreft is het bovendien een van de meest verfijnde stijlvormen. Het omzeilt vanzelfsprekendheden en maakt zware onderwerpen verteerbaar. Meestal valt er ook nog wat te lachen. Maar soms lijkt het alsof mensen in alles een grapje zien. Nihilisme ligt op de loer.
De huidige relativistische tijdsgeest ligt aan de basis van een pessimistische levenshouding. Verwarring en apathie liggen in de kiemen van dit denken besloten. Waarom zou je iets als belangrijk zien wanneer alles voor iedereen een verschillende betekenis heeft en er dus eigenlijk geen échte gedeelde waarheid is? Ondanks dat er geen universele waarheden zijn, wil dit niet zeggen dat de wereld betekenisloos is. Al vergt het soms misschien wat extra inzet om die betekenis toe te kennen.
Soms moeten we geloven wat we voelen. Ik heb het niet over de excessen waarbij gevoel een vrijbrief is om niet na te hoeven denken. Nee, ik heb het over de zaken die betekenisvol zijn, omdat ze het leven verrijken en beter maken, zoals liefde, muziek, kunst, literatuur en de natuur. Dit zijn geen dingen die kwaad doen, die persoonlijke vrijheid en autonomie inperken. Mythen of niet: het vormen belangrijke voorwaarden voor een rijk en gelukkig leven. Schud je ironische veren af en ga met een open blik op zoek. Betekenisvolle zaken die onze oprechte waardering verdienen zijn namelijk minder zeldzaam dan het lijkt.
Wie een uit het leven gegrepen voorbeeld zoekt en even wil ontsnappen aan die postmoderne impuls om alles met fijne spot te aanschouwen, raad ik aan om de Facebookpagina’s ‘Vogelvrienden’ en ‘Kamerplanten en Stekjes’ te bezoeken. Hier zijn gemeenschappen ontstaan rondom alledaagse, maar fundamentele zaken. Hier wisselen mensen foto’s uit van de mooiste bloemen, planten en vogels, met de meest mystieke namen. De Oxalis, de Alocasia Wenti, of uit het vogelrijk de Morus Bassanus – ook wel de Jan van Gent genoemd.
Alsnog is er op deze pagina's ruimte voor ironie. Gelukkig maar. Dit stuk bepleit namelijk een pas op de plaats in plaats van een boycot. Bovenstaande foto van een ijsvogel wordt geflankeerd door het bijschrift: “Ik ben hier niet”. Desondanks tonen de reacties precies aan wat ik hier wil beschrijven: “Prachtig”, “Geweldig”, “Wow” – de mogelijkheid van een onbevangen waardering voor de wereld om ons heen.
Beeld: Jacco Pladet