Ik ben dan wel dertig, in principe een leeftijd waarop je kan verwachten dat iemand zich volwassen en verantwoordelijk gedraagt, in mijn leven gaat het allemaal net ietsje anders. Mijn bankrekening, of eerder Het Grote Gapende Gat, is daar een onomstotelijk bewijs van. Als freelance journaliste/barvrouw ben ik niet verzekerd van een vast inkomen, en sparen heb ik nooit gekund. Het komt erop neer dat ik soms twee keer in één maand op reis kan (en dat dan ook doe), maar aan het eind van de meeste maanden ben ik zo blut als een tientje en scharrel ik langs de deuren van mijn vrienden voor wat warmte en een bordje eten. Ach, ik maal er niet om, ik krijg het reeds benauwd als ik alleen al denk aan de gekooide levens van mijn vrienden-met-baan. Misschien is dat meer iets voor mijn veertiger jaren.
Alhoewel ik dus nog graag de onverantwoordelijke twintiger uithang, zorg ik er tegenwoordig wel voor dat ik mijn rekeningen op tijd betaal en verdeel ik het resterende geld netjes over de overgebleven dagen. Maar een paar keer per jaar lukt dat me niet, en heb ik juist de behoefte om met mijn laatste knaken exorbitant dure dingen te doen. Het is iets in de gedachte van: ‘Het is toch al bijna op. Dan maar liever een keer goed genieten en de rest van de dagen op minder dan een houtje bijten, dan als zuinige sloeber behoudend te moeten leven’. Liever klinkklare duidelijkheid (uw saldo is: NUL euro) dan obligate ingetogenheid.
In die recalcitrante en ietwat destructieve buien ga ik dan ontbijten met kreeft bij een brasserie, of ik ga naar de massagesalon voor een total body relaxation, of naar de exclusieve schoenenwinkel om de hoek. In één keer jas ik al mijn geld er doorheen om daarna blut maar voldaan een week (of twee) te leven op een pak crackers en een pot pindakaas. En op de liefde van mijn vrienden natuurlijk.
Onverantwoordelijk gedrag, dat zeker, maar de kreeft, de massage en de schoenen smaken/voelen/zitten beter dan ooit.