Iemand heeft me ooit op een geweldige manier versierd door een verhaal aan me voor te lezen. We stonden op een ongemakkelijk technofeestje waar we elkaar boven de muziek uit nauwelijks konden verstaan. ‘Zullen we naar buiten?’ vroeg de desbetreffende jongen aan me. ‘Ik heb een van mijn lievelingsboeken bij me en ik wil het aan je laten horen.’ Zelf ben ik niet zo’n held wanneer het op versieren aankomt. Meestal staar ik mijn doelwit aan tot het eng begint te worden, maar zijn versiertruc sloeg in als een bom. Het ongemakkelijke gesprekje over wat we dan precies wilden met het leven konden we overslaan, omdat het boek alles oploste. De spanning groeide vanzelf terwijl we dicht tegen elkaar aankropen en elkaar passages lieten horen.
Ook op minder amoureuze gelegenheden is het voorlezen een geweldig redmiddel geweest. Zo was er die zomer waar ik op de Parade werkte en het maar niet ophield met regenen. De bezoekers bleven weg, het terrein was veranderd in een modderpoel en de ene na de andere medewerker bezweek aan de Paradetyfus. Omdat alle kruiswoordpuzzels al waren ingevuld moesten we iets nieuws verzinnen om de tijd mee te doden. Gelukkig was er een vriendin die een stapel dichtbundels had meegenomen. Dankbaar las ik ze aan haar voor terwijl ze in haar bar wachtte op klanten die nooit zouden komen. ‘Mooi hè?’ zeiden we na elk gedicht tegen elkaar. Het was het begin van onze vriendschap. Nog steeds is voorlezen een van de eerste dingen die we doen als we elkaar zien.
Maartje Wortel schreef eens dat je als mens soms het geluk hebt dat iemand je een boek in de handen drukt omdat diegene hoopt dat je ervan zult houden. Dat het zo’n mooi gebaar is omdat er iemand is die jou iets wil laten zien en hoopt dat je hetzelfde zult voelen. Mooier had ik het zelf niet kunnen verwoorden, want dat is precies wat voorlezen is. Je maakt de ander deelgenoot van iets waar jij helemaal week van wordt. Het heeft iets heel intiems.
Mensen die we niet kennen kunnen soms best wel eng en intimiderend zijn. En ook de mensen die wel heel dichtbij ons staan veranderen soms opeens in wezens waar we helemaal niets meer van begrijpen. Gelukkig zijn er boeken, songteksten en Volkskrantdilemma’s die we aan elkaar kunnen voorlezen.
Ik heb geen politieke ambities, maar als ik die had, dan had ik wel geweten waar ik voor zou streven. Dan zou ik roepen dat iedere burger één keer per week iets aan iemand anders zou moeten voorlezen. Zodat we elkaar allemaal weer wat beter begrijpen.