Wanneer iemand me vraagt waar ik vandaan kom, moet ik altijd even denken. Ik heb inmiddels in zoveel steden gewoond, dat ik niet meer weet wat ik naast mijn 'thuis' nog mijn plaats van herkomst kan noemen. Een noordelijke stad versus de mijnstreek in het zuiden, of de plek waar ik het grootste deel van mijn studie heb doorgebracht. Deze steden heb ik allemaal achter me gelaten. Misschien geef ik ze in de toekomst nog eens een tweede kans, maar of dat zal werken? Ze zijn niet meer van mij en – misschien nog wel erger – niet meer precies zoals ik ze me herinner.
Ik krijg nog steeds kriebels in mijn buik als ik denk aan het Noorderplantsoen en zie voor me hoe ik er doorheen huppelde. Van de fontein naar de speeltuin, naar mijn tante die er in de buurt woonde. Maar Groningen is veranderd, net als de andere steden waar ik woonde. En met de veranderingen aan de steden is ook mijn blik veranderd.
De steden die ik tot in de kleinste details dacht te kennen, hebben iets magisch gekregen. Er blijkt veel meer te zien dan ik dacht. Het marktplein bevat meer dan de aangelegde paden, maar vooral meer dan de markt. Het plein wordt omlijnd door gebouwen, met ieder een eigen karakter. Als je dit vaak genoeg ervaart, kun je je een toerist in eigen stad gaan voelen. Bijvoorbeeld in de winkelstraten, waar je precies de HEMA, V&D en H&M weet te vinden. Benader deze eens als meer dan winkelpanden. Elk hebben ze hun eigen gevel, wellicht een aparte bouwstijl.
Andere mensen zijn interessant om in de gaten te houden. Want ook al kunnen toeristen die foto's maken op de meest voor de hand liggende en minst verkeersveilige plekken mateloos storend zijn; het kan zomaar zijn dat hen dingen opvalt die jij niet meer ziet.
Als een ekster zoek ik tegenwoordig naar mooie plekjes. En ik vind ze. Groningen is nu nóg groener en Tilburg lijkt ineens gezellig. In Heerlen licht het Glaspaleis op en dragen de sierlijke bovenwanden de winkelstraten waar ik als chagrijnige tiener gehaast doorheen liep. In Amsterdam fascineert het contrast tussen de scheve en nieuwe panden me. Mijn thuis is een mengelmoes, van alles. Wil je nog eens iets nieuws zien, beweeg dan die nek eens, tuur omhoog. Misschien is je gevel wel mooier dan je denkt.