Het nieuwe boek van Renate Dorrestein gaat over haar writer’s block. Ze vertelt daarin dat ze, bij het idee alleen al dat ze verder zou moeten werken aan haar nieuwe roman, moet kotsen. Niet alleen kan ze niet verder schrijven omdat haar geest blokkeert, het wordt haar zelfs fysiek onmogelijk gemaakt.
Maar, niet veel later is daar dan toch een boek, over deze periode van weerstand: de toepasselijke zegswijze ‘van de nood een deugd maken’ kan ik hier niet onvermeld laten, ook al is ie zoveel gebruikt dat de schoonheid ervan een beetje op de achtergrond is geraakt. Nu heeft Dorrestein (full disclosure: tevens mijn stiefmoeder) mij op het hart gedrukt om uit de klauwen van ‘dit monster’ te blijven, toch zijn blokkades, hoe gemeen en vervelend ze ook mogen lijken, niet altijd slecht voor een mens.
Denk bijvoorbeeld aan de opluchting na heftig overgeven: voor dat gevoel alleen al zou ik best vaker misselijk willen zijn. Eerst lijkt het alsof je een korrelige aardappel ongekookt en ongeschild hebt doorgeslikt, en dat dit knolgewas ook nog eens halverwege is blijven steken. Concentreren op iets anders kan bijna niet, en negeren is al helemaal geen optie. De misselijkheid loopt op en even denk je dat het nooit meer goed zal komen. Je realiseert je dat gezond zijn inderdaad het belangrijkste is dat er maar bestaat. Op weg naar de wc geloof je nog steeds niet in een goede afloop, je ziet jezelf al hangen, met je haren tegen je gezicht geplakt door kots, zweet en snot, je handen voelen de koude, keramieke pot, je denkt dat je stikt, je hoofd zwelt op, je keel gaat op slot, en dan….. leegte, ruimte, adem, bevrijding.
Ja, ook poepen, vooral wanneer je drol je de hele dag dwars heeft gezeten, kan een verademing zijn: dat weten we allemaal.
Ik kom al weken te laat op mijn werk, omdat een bepaald stuk van de straat is geblokkeerd. Elke ochtend vergeet ik dat en elke ochtend vloek ik binnensmonds, of hardop, wanneer de man met het verkeershesje mij vraagt af te stappen en de andere straat in te slaan. Ik kijk al uit naar de opheffing van deze wegversperring, naar het moment dat ik mijn route weer zonder barricades kan voortzetten en de weg zich, zo glad als een gewassen en gestreken laken, voor mij uitstrekt.
Al dat kleine leed is tot daaraan toe, persoonlijke blokkades zijn in veel gevallen een opmaat voor grote successen. Een periode van totale ontluistering en verlamming kan voor kunstenaars juist de bron van inspiratie zijn waarnaar altijd is gezocht. Voor Dorrestein leverde de zoektocht naar de oorzaak van haar crisis niet alleen een nieuw boek op, maar vooral een inzicht in haar verleden, waarin de zelfmoord van haar zusje een grote rol speelt. Filmregisseur Federico Fellini won met zijn Otto e Mezzo (1963), een deels autobiografisch verhaal over een schrijver met gebrek aan inspiratie, veel prijzen, en critici vinden dit de beste film die hij ooit maakte.
Het leven is niet simpel en verloopt niet vlekkeloos. Als niemand ooit blokkeert (of je darmen nooit zouden opspelen, de weg naar je werk altijd als een zonnetje zou verlopen of je briljante geest maar lui zou worden van gemak) zou het maar een eentonige bedoening worden.