De mythes rondom roodharige vrouwen, daar kan je een bibliotheek mee vullen. Ze zijn zeldzaam, dat is zeker, en dat maakt ze sowieso interessant. Want ja, waar weinig van is wordt meer waard. Maar volgens de legendes zijn ze ook nog eens jeugdig, schoon, temperamentvol, eigengereid, en niet te vergeten nymfomaan. En hoe kan het ook anders, met dat mysterieuze scharlakenrode uiterlijk. Ja, meisjes met rooie haren die kunnen kussen dat is niet mis, gaat het verhaal niet voor niets.
In de geschiedenis zijn genoeg mythische roodharige figuren, fictief of bestaand. Napoleon, Cleopatra, Koning David, Maria Magdalena. Maar ook de Venus die Boticelli uit de zee liet komen, de Kleine Zeemeermin van Disney, en Jessica Rabbit geven aan dat het rode haar gelijk staat aan begeerlijkheid volgens hun scheppers.
Mijn lievelingsrooie bij uitstek is Olga, uit Turks Fruit. Hoewel ze later in het boek nogal een kutwijf wordt, staat zij voor de liefde. Groots, meeslepend, allesomvattend. Voluptueus en sensueel, impulsief en grappig, vindingrijk en mooi, de hoofdpersoon valt onvoorwaardelijk voor haar en ik doe mee. De ultieme muze, met een paar mooie borsten en een liefde voor hommels. Ik heb de film nooit gezien, uit angst dat Monique van de Ven nooit op zou kunnen acteren tegen het ideaalbeeld wat ik van haar (en het boek natuurlijk) heb. Om nog maar te zwijgen over de gruwel die Turks Fruit de musical heet, met Anthonie Kamerling en die zus van Van Houten. Jan Wolkers vond zijn eigen Olga, in de vorm van Karina. Gelukkig liep het met hen wat beter af, en bleven ze tot het eind van zijn leven bij elkaar.
Foto: privécollectie Ava Mees List
Vanmiddag hing ik met mijn kop in een bak rode verf. Ik heb namelijk, in tegenstelling tot wat velen willen geloven, geen rood haar. Mijn haar is lichtbruin, denk ik. Ik moet zeggen dat ik mijn eigen haarkleur niet heb gezien sinds ik zestien was, met uitzondering van wat uitgroei hier en daar. Ik ben dus geen echte rooie, maar ik ben wel rossig. Dat zegt mijn moeder althans altijd. Rossig, echt zo’n halfbakken slap eufemisme voor een neproodharige.
De meeste mensen zijn er, ondanks mijn openhartigheid over het tegendeel, van overtuigd dat het pigment in mijn haarbos echt is. Uiteraard een handje geholpen door blauwe ogen, een roomblanke huid en een exces aan sproeten dender ik vrolijk en roodharig door het leven, gesterkt door het idee dat mijn tante rood haar heeft en dat het echt nog niet zo raar zou zijn als dat van mij dat ook was geweest. Dan droom ik over groots en meeslepende liefde, over naakt rondrennen in het atelier van mijn beeldhouwer, over wilde vrijpartijen en jurken die net iets te laag zijn uitgesneden. Of van leven met mijn schrijver op een Waddeneiland, afgesloten van de bewoonde wereld en ploeterend in een bloeiende tuin.
Maar laten we wel wezen, Olga was een muze, een object. In tegenstelling tot haar veroverde Napoleon met zijn rooie haar mooi even een continent, en ook Cleopatra deed goed haar best om meer macht te verkrijgen. Misschien zou het slim zijn om eens een ander rood voorbeeld te kiezen. Ik denk dat het Venus wordt.