Valt er nog iets nieuws te zeggen over de troonswisseling? Ja! In de nieuwe rubriek Re: kijkt hard//hoofd van een afstandje naar de actualiteit. In de eerste aflevering zet Jan zijn handtekening.
Dinsdag
Niets. Ik heb bestaan.
– Antoine de Roquentin
Op de ochtend van wat misschien mijn allerlaatste Koninginnedag zou worden, lag ik al ruim vijftig uur min of meer onafgebroken in bed. Mijn lichaam leek vastberaden de hele abdicatieceremonie aan zich voorbij te laten gaan. Maar toen het moment eenmaal daar was, kon dat mij er niet van weerhouden mijn laptop open te slaan. De NOS deed via alle kanalen verslag.
Ik schakelde in op het moment dat de directeur van het Kabinet der Koningin, ene Chris Breedveld die na deze dag weer een mediaslaap van dertig jaar tegemoet gaat, de akte ter ondertekening voorlegde aan koningin Beatrix. Naast haar zat Willem-Alexander te trillen als een riet. Er ging een rilling door mijn lijf, niet van de koorts maar van herkenning.
Den Haag, 25 november 1975. Op Paleis Huis ten Bosch heeft Koningin Juliana de akte ondertekend. Foto: Nationaal Archief
Over een paar maanden is het precies tien jaar geleden dat ik mijn middelbareschooldiploma mocht ophalen. Mijn jaargenoten en ik, we hingen voorafgaande aan de ceremonie een beetje rond in de hal van de school – in de buurt van het terrarium waar, voor zover ik me kan herinneren, nooit een reptiel in heeft gezeten. Onze familieleden waren de aula al ingeleid, wij moesten nog even geduld betrachten. De zomervakantie was voor ons al begonnen op het moment dat we ons laatste examen hadden afgelegd, weken eerder. Hoewel wiskunde zeker niet mijn sterkste vak was geweest, was ik tot mijn verbazing (en die van de docent bij wie ik het papier inleverde) als eerste klaar en had ik zeker tien minuten in mijn eentje op het schoolplein de absolute vrijheid proberen te bevatten voordat de eerste klasgenoot naar buiten kwam met wie ik die verwarring kon delen.
Hier in de hal was iedereen ontspannen, we hadden allemaal zonder veel problemen ons diploma behaald. Sommigen waren zichtbaar meer ontspannen dan in de zes jaar daarvoor: zes licht beangstigende jaren voorbij en een nieuw begin in het verschiet. Een van de sulligere figuren uit mijn klas droeg een fluorgeel mouwloos hemd en sprak in stoere bewoordingen zijn minachting uit voor “de meeste van deze mensen” die hij “na deze dag nooit meer hoefde te zien.” Ik heb hem nooit meer gezien, maar hoorde onlangs dat hij net als zijn vader tandarts is geworden.
Terwijl we de aula in geleid werden – ik denk dat we met z'n vijftigen waren – hoorden we 'Conquest of Paradise' van Vangelis. Ceremonieel vertoon luistert nauw en dit was melodrama van het hoogste niveau. Ik zou graag bekennen dat de muziek me stiekem toch raakte, en dat ik dat toen niet durfde toe te geven, maar ik vrees dat dat een leugen zou zijn: het was gewoon tenenkrommend.
Wat volgde kan ik me niet meer goed herinneren, ongetwijfeld hield iemand een praatje, waarna iedereen beurtelings naar het podium werd geroepen om een handtekening te zetten. Toen ik op de verhoging zat en een van de docenten een vriendelijk woord voor me over bleek te hebben, probeerde ik de pen tussen mijn vingers te klemmen zoals ik dat in de pakweg vijftien jaar daarvoor toch met enige regelmaat en zonder veel nadenken ook had gedaan. Het leek welhaast alsof ik een beroerte had: vanuit mijn tintelende hand trok een signaal door mijn arm; een poging de hele rechterzijde van mijn lichaam plat te leggen. De handtekening die ik er met veel moeite uit perste, moet een van de lelijkste in een rijke geschiedenis van lelijke handtekeningen zijn. Na afloop van de ceremonie bleek dat ik niet de enige was geweest die geheel onverwacht door zenuwen was overmand. De ene na de andere klasgenoot bekende hetzelfde te hebben meegemaakt.
Terug naar de ondertekening van de akte. Nadat het document de tafel was rondgegaan, en allerlei figuren van belang een krabbel op de daartoe bestemde pagina hadden gezet, werd het stuk nogmaals voorgelegd aan Beatrix, plots weer een prinses, ze keek naar ernaar en ik ontwaarde een kleine glimlach. Ik dacht eerst dat het de last die van haar schouders gevallen was die haar lippen haast onzichtbaar deed krullen, ik stelde me voor hoe ze in dat ene moment haar volledige leven in ogenschouw nam, de onmenselijke taak die haar bij haar geboorte was toebedeeld, en dacht: “Het is volbracht.” Precies op dat moment verbrak de NOS-commentator haar gewijde stilte: “Ze vindt de handtekeningen mooi.”