De nacht van twee op drie januari zou moeten worden afgeschaft. De drank van oudjaar is eindelijk uitgewerkt, de kater die ik op nieuwjaarsdag nog als een mantel van ontkenning over mij heen kon slaan heeft mij reddeloos naakt achtergelaten. Nu zijn we dan toch echt begonnen! Driehonderdvijfenzestig (of dus eigenlijk driehonderddrieënzestig) dagen te gaan waarin van alles kan gebeuren en niet gebeuren, waarin wel weer van alles zal moeten en mogen en kunnen... Zoveel mogelijkheden, zoveel teleurstellingen, zoveel stomme fouten, zoveel leuke feesten. Het duizelt mij in de nacht van twee op drie januari. De slaap vatten zal toch niet meer lukken, dus ik sta op uit bed, trek mijn ochtendjas aan en loop naar de keuken om een pot thee te zetten. Doortje loopt enthousiast rondjes om mijn benen heen, ze denkt dat ze eten krijgt. Maar daarvoor is het nog veel te vroeg. Ik wil haar ritme niet in de war schoppen, ik wil niemand meenemen in mijn val. Dit is mijn meest persoonlijke strijd, dit gaat niemand wat aan.
De warme kruidenthee brengt mij enigszins tot rust. Ik pak een stuk papier en besluit op te schrijven wat ik allemaal het komende jaar wil doen. ‘Twintig kilo afvallen. Niet meer te laat op afspraken verschijnen. Niet meer als laatste een feest verlaten. Me aan deadlines houden. Vaker vis eten. Moeder vaker bellen. Hemelsbestormende debuutroman nou eens afschrijven, of hoe dan ook het eerste hoofdstuk.’ Dit is kut. Ik verfrommel het papiertje en gooi het op de grond. Doortje springt er op af en begint een manische dans met het papierbolletje. Ik pak een nieuw vel. Laat ik nu eens opschrijven wat er allemaal leuk en mooi en goed was het afgelopen jaar. ‘Nieuwe werkervaringen opgedaan. Gestopt met roken. Aardappels leren schillen. Gehuild bij verscheidene films en boeken. Eindelijk Zappa leren waarderen. Over de Overtoom gefietst, tintelingen in de maag door niets in het bijzonder. Enorm gelachen zonder dat anderen daar te veel voor moesten lijden.’ Doortje springt bij mij op schoot. Ik verfrommel het papiertje en gooi het op de grond. Deze nacht gaat nog heel lang duren. Misschien wordt het wel nooit meer ochtend.
Het schijnt dat tijdens de feestdagen meer mensen depressief worden. De opgedrongen gezelligheid, het schoonfamiliegebeuren, de overdaad aan voedsel, de kitscherige liedjes en lampjes. Deze tijd is voor mij juist de vrolijkste van het jaar. Ik hou van gezelligheid, opgedrongen of niet. Ik hou van overdaad, van schoonfamilies en van kitsch. Ik hou van eindes, niet van beginnen.