Ja hoor, de boekenkast. Ziel van de woonkamer, pronkstuk van de studeerkamer, onontbeerlijk verbonden met de intellectueel. Toon mij uw boekenkast en ik zeg wie u bent. Een chaoot, met uitpuilende planken en overal papier. Een neuroot, met alle kaften op kleur gesorteerd. Een despoot, met rijen boeken over oorlog en tirannie. Een malloot, die niet van boeken houdt.
Hoe het er bij u thuis ook uitziet, aan een boekenkast kan veel worden afgelezen. Wie loert er niet bij een eerste bezoek aan een nieuwe minnaar tersluiks naar de bibliotheek? Eating Animals van Foer: slaat de biefstuk over. Le deuxième sexe van de Beauvoir: betaalt de rekening. Das Kapital van Marx: gebruikt geen deodorant. Alles van Heleen van Royen: draagt een ingewikkelde beha. Een boek met Johan Cruijff-citaten: geeft inspiratieloze cadeaus. Een Lonely Planet van Thailand: heeft in een ver verleden met drie roodverbrande Britten getongd op een full moon party. Brett Easton Ellis: snuift coke. Homerus: zat op het gymnasium. De ondraaglijke lichtheid van het bestaan: zat op de universiteit.
Maar ach, dit blijft natuurlijk speculatie van de gissende bezoeker. Wie zal zeggen hoe iemand aan een boek komt? Wie kan weten of het boek ooit is opengeslagen? Hoe volgestouwd een bibliotheek ook is, de aanzienlijke mogelijkheid bestaat dat de eigenaar een pompeuze opschepper is, zeker in deze moderne tijden. Wie kan de rust nog vinden om überhaupt een boek op te pakken, laat staan het uit te lezen? Het is verschrikkelijk, maar de strijd om het voortbestaan van het boek zijn we aan het verliezen, en rap ook.
Zelf wil ik er nog lang niet aan, een wereld zonder boeken. Niet omdat ik een starre nostalgist ben, met een huis vol met stokoude geërfde meubels die van ellende uit elkaar vallen en een huistelefoon. Maar omdat ik teveel van ze houd om te geloven dat ze op en dag tot het verleden zullen behoren. De aanblik van mijn muur, volgebouwd met boeken, verwarmt me. Het geeft me een huiselijk gevoel, en niet te vergeten een voldaan idee van rijkdom en kennis. De laatste jaren echter lijkt het alsof de boeken gewoonweg decoratie zijn geworden. Sterker nog, als ik eerlijk moet zijn ligt de periode waarin ik het meeste las bijna twintig jaar achter me: als kind las ik onophoudelijk, en al tegen de tijd van de middelbare school (toen lezen een verplichting werd) begon mijn verorbering van boeken af te nemen. Pas toen ik op mezelf woonde en een beetje geld had wakkerde de hebzucht weer aan.
Toch is er een groot verschil tussen veel boeken kopen en veel boeken lezen. Mijn collectie is geenszins een weerspiegeling van de inhoud van mijn hersenpan: alle informatie die ik de laatste jaren heb vergaard is van het internet geplukt, en de boeken in de kast hebben een flinke stoflaag vergaard. Het kan zo niet langer, dacht ik onlangs. Het was tijd om de aan mijn arm vergroeide laptop weg te leggen en mijn oog te laten vallen op de kast. Ik deed een kleine steekproef, en wat ik vermoedde bleek waar: van de 281 getelde boeken had ik er 170 gelezen, en maar liefst 111 niet. Een deel hiervan was een gift, een deel erfenis, een deel volslagen onbekend. Ik was een vreemdeling voor mijn eigen boekenverzameling. Zo was er de categorie 'Ongewild': twee keer Bridget Jones’ Diary? Ik zou het niet eens één keer kopen. Philip Roth, ugh, hoezo? Maar ook was er de afdeling Klassiekers: Henry James, William Shakespeare, Charles Dickens, Nescio, D.H. Lawrence, allen ongelezen.
Hier moest verandering in komen. Vanaf nu mocht ik geen boeken meer kopen, tot ik in ieder geval een groot deel van mijn collectie grondig had doorgespit. Ook was het tijd om afstand te doen van literatura non grata. In de eerste week ging het al goed fout toen mijn moeder langskwam met vier stapels boeken (nadat ze haar eigen boekenkast had opgeruimd) maar nu is het zover. Alleen al de vijf onaangeraakte Grunbergs tonen dat er meer dan genoeg te lezen is in huize List. Ik mag niet meer kwijlend naar de Athenaeum om mezelf diep in het krediet te storten. Het is tijd om de blik naar binnen te keren en te koesteren wat er al is. Tijd voor een diepere verstandhouding met mijn boekenkast. Tijd om rust te nemen. Tijd om wat bladzijden om te slaan. Tijd, om te lezen.
Benieuwd naar de boekenkast van Mees? Ze zal tweewekelijks haar boekenkast analyseren en de ongelezen exemplaren trachten door te ploeteren. Een eenmansboekenclub, met verhalen uit en over de werken die al dan niet per ongeluk op haar planken zijn terechtgekomen. Volgende keer aflevering 1: Nescio.