In een korte serie bespreekt Elise Fikse intrigerende, smakelijke en prikkelende podcasts. Vandaag gaat er een wereld van culinaire kwesties voor haar open bij The Sporkful.
Ik leef van maaltijd naar maaltijd. Dat betekent dat ik ‘s morgens de havermout nog niet achter de kiezen heb, of ik speur alweer naar kantoorkeukenvriendelijke lunchideeën in de krochten van Pinterest. Maar het betekent ook dat ik een groot deel van de dag aan het wachten ben totdat ik weer kan eten. Gelukkig is er voor tijdens het wachten een alternatief dat bijna net zo lekker is als eten zelf, namelijk praten over eten. En dat gebeurt nergens smakelijker, grappiger en gedetailleerder dan bij The Sporkful.
Waar veel foodshows bestaan uit oeverloos gezwam over zoetjes en zuurtjes en het al dan niet hoog op smaak zijn van de dis, is The Sporkful verrukkelijk pretentieloos. Dat begint al bij de tagline: it’s not for foodies, it’s for eaters. Presentator Dan Pashman bespreekt met zijn gasten tot in de kleinste details hoe je elke hap zo lekker mogelijk kunt maken. Zijn motto daarbij is: eat more better.
En dus wordt er gefilosofeerd en gedebatteerd over prangende vraagstukken als: bij hoeveel toppings is een hotdog niet langer een hotdog, maar een sandwich met onder andere een worstje erop? Bestaat er zoiets als een te grote muffintop? Wat is de ideale breedte van de rand van een raviolo (jazeker: één raviolo, twee ravioli)? Is het lekkerder om op chocolade te kauwen of om het te laten smelten in je mond? En kun je instantnoedels beter in koud water aan de kook te brengen of giet je er kokend water overheen?
Illustratie: Niek Pronk.
Luisterend naar The Sporkful ontdek je dat je zelf ook allerlei onvermoede opvattingen over eten hebt. Dan blijk je ineens een standpunt te hebben in het debat bite variety versus bite consistency. Oftewel, wil je dat iedere hap anders of juist hetzelfde is? Pashman is een meester in het introduceren van dat soort terminologie. Zo praat hij regelmatig over toothsinkability, de mate waarin je tanden weg kunnen zakken in de structuur. Of de surface-area-to-volume-ratio, de verhouding tussen de korst en de vulling. Ook het fenomeen sandwichization wordt veelvuldig geanalyseerd: het versandwichen van verschillende gerechten en de problemen die daarbij kunnen ontstaan. Zoals het sliced cucumber conundrum, het verschijnsel dat bij een hap van je broodje de helft van het beleg er aan de achterkant uitglijdt.
In mijn lievelingsaflevering Falafel Philosophy komen al deze termen terug. Er is discussie over de ideale afmetingen van een falafelballetje. Voor optimale toothsinkability en korst-vullingverhouding is de grootte van een golfbal goed. Beter dan formaat ongekraakte walnoot. Aan de andere kan krijg je vaak maar drie golfballen, tegenover misschien wel vijf walnootfalafels. Wie wil dat iedere hap hetzelfde smaakt, zal daarom blijer worden van meer kleine balletjes. Zeker gezien de versandwiching van falafel. Daarover gesproken: wie heeft bedacht om de pita als sandwich te gebruiken? Pita’s zijn perfect om dips mee op te lepelen, maar vormen een waardeloze sandwich. Houd hem plat en de helft valt eruit, houd hem rechtop en alles zakt onderin.
Soms zijn de onderwerpen nogal Amerikaans. Een minutieuze bespreking van verschillende kookstrategieën voor een Thanksgiving-kalkoen kan misschien oninteressant lijken als je geen Thanksgiving viert. Maar door Pashmans bizarre invalshoeken, universele waarheden en existentiële vraagstukken maakt dat geen bal uit. Bovendien neemt de aflevering soms een onverwachte wending en blijkt je moeders jaren-90-one-size-fits-all-ingrediënt ineens dé eettip voor 2015 te zijn: Maggi.
Elise Fikse (1984) woont in Amsterdam maar komt toch echt uit het Oosten. Ze studeerde journalistiek en schrijft dus wel eens wat. Soms leest ze het nog voor ook. Tussendoor verzamelt ze stempels in haar paspoort, het liefst in vreemde alfabetten. Ze is verslaafd aan audioverhalen en leeft van maaltijd naar maaltijd.