Voor Willem is radio op zijn retour, hij kijkt graag clipjes. Zijn gedachten waaien dan alle kanten op. Deze keer: te lang op het podium staan. Klik hier voor de overige delen.
Ik heb eens te lang op een podium gestaan. Mijn act bestond uit stemmetjes en slechte moppen met een heel lange aanloop. Op verjaardagen oogstte ik hier succes mee, maar op dat podium ging het mis. Er werd niet gelachen. En al wist ik dat ik een grens had overschreden, toch bleef ik doorgaan achter die microfoon. Want hoe kon ik het optreden beëindigen zonder het nóg ongemakkelijker te maken?
Bij de man in de videoclip, die me onwillekeurig aan een elf uit Lord of The Rings doet denken, werkt het wel. Hij probeert grappig te zijn en dat kan helemaal verkeerd uitpakken, maar vanaf het eerste moment dat hij in beeld komt, op een foto nota bene, is het raak. Als kijker ga je er eens goed voor zitten. Het is bedacht, maar het is goed bedacht. Vier minuten en vijfenvijftig seconden is het podium voor de elf en hij geniet ervan. Net als ik, de kijker.
Mijn verschrikkelijke optreden is niet tot in de eeuwigheid doorgegaan. Ik weet niet meer hoe, maar op een bepaald moment ben ik van dat podium afgestapt. Een wijze les, zou je denken. Toch treed ik nog regelmatig op. Het scheelt dat er niet gelachen hoeft te worden. Ik draag verhalen voor en gebruik A4’tjes als wapenschild. Naderhand komen er mensen naar me toe om te zeggen wat ze ervan vinden. Echt wennen doet het niet. Een lach is tenminste duidelijk.
De elf in de wasserette. Hij danst al zittend op een stoel en gooit zijn haren los: je hebt het of je hebt het niet. Toch blijft de scheidslijn vaag. Laatst probeerde ik het weer eens, voor het eerst sinds lange tijd. Ik vertelde een mop in een café. Mijn publiek bestond uit acht personen. Tijdens mijn verhaal was het me niet helemaal duidelijk of ze enthousiast waren. Er werd nauwelijks gelachen, maar ik ging door, ik kon niet meer terug. Toen een van de toeschouwers vlak voor het einde de clou verklapte, vreesde ik het ergste. Maar ik kreeg schouderklopjes, ze hadden zich prima vermaakt. Misschien zagen ze dat ik een gok waagde, dat ik aan iets begon waarvan ik niet wist of het goed zou aflopen. Zoals de elf dat eigenlijk ook doet. Hij loopt door de stad en groet de mensen, maar moet nog maar afwachten of ze teruggroeten.