Vaste Hard//hoofdcolumnist Iduna Paalman trakteert de lezers deze zomer op een broeierig verhaal in drie delen, vol intriges en polderglamour: een ware campingsoap. Met illustraties van Tsjisse Talesma.
Deze week deel 2. Deel 1 gemist? Dat lees je hier terug.
Dat er in dat washok geneukt ging worden wist ik natuurlijk ook wel. Ik wist alleen niet dat ik er zo makkelijk over zou praten. Drie dagen geleden sprak ik mijn vermoedens ineens uit aan Anne Vreugdenhil, de alleenstaande moeder van de tent naast ons.
‘Ik dacht het al’, zei Anne, met haar debiel grote, vochtige ogen en haar op drie manieren dichtritsbare vest. ‘Ik bedoel niet Ansgar hoor, die ziet er hartstikke lief uit. Maar die Jocelyn, da’s een echte afpakvrouw.’
Ik vertelde dat Ansgar haar inmiddels elke dag hielp met strijken en vouwen. ‘Zij kan de hulp gebruiken, zegt ze, en hij doet het graag, zegt hij.’
‘Helpen met “strijken” en “vouwen”’, zei Anne zacht en maakte met haar beide wijs- en middelvingers op- en neergaande konijnenoren. Daarna zei ze dat ze precies wist hoe ik me voelde. Ik heb een hekel aan mensen die beweren dat ze precies weten hoe ik me voel.
De eerste keer dat ik seks had met Ansgar was voor mij überhaupt de eerste keer. We waren al bijna vijf maanden samen en Ansgar had zeven cadeaus voor me gekocht, twee weekendjes weg georganiseerd en meer dan dertig keer voor me gekookt. Zijn bronnen waren uitgeput.
‘Misschien wil ik het binnenkort wel’, zei ik op een avond.
‘Weet je het zeker?’ Hij klonk niet eens meer verheugd. ‘Liefje, als je niet wilt, doen we het niet.’
‘Wil jij het niet meer?’
‘Ik wil alleen als jij het wilt.’
Daaruit klonk zo’n vreselijk onafwendbare onderdanigheid dat ik het hele feest bijna weer afblies. Maar ik bedacht me, want het hoort bij een relatie, en een relatie hadden we nu eenmaal.
‘Je moet ze betrappen’, zei Anne Vreugdenhil.
‘Waarom’, zei ik, ‘dat is alleen maar ongemakkelijk.’
‘Zal ik ze betrappen?’ Het leek wel of Annes ogen elke dag een stukje verder konden openrekken. ‘Ik zou foto’s kunnen nemen.’
‘En wat moet ik daar dan mee, naar de politie?’
‘Hem confronteren natuurlijk, confrontatie is ons sterkste wapen.’
De volgende ochtend, dat is nu twee dagen geleden, toen Ansgar fluitend naar zijn strijk- en vouwuurtje was gegaan, kwam Anne bij me langs met een verrekijkertje aan een touwtje om haar nek. ‘There we go’, zei ze, ‘all the way to Idaho’.
Achter de wasmachines was een deur naar een kleiner hokje, daar stonden de aggregaten. Anne en ik slopen erheen. De deur was niet op slot maar kraakte wel. Gelukkig zoemden de generatoren, een onnatuurlijk soort hitte sloeg in ons gezicht. Ik herkende eerst Ansgars kale plek en toen zijn billen. Hij stootte hard bij Jocelyn naar binnen. ‘Toe maar kind’, hijgde zij, ‘toe maar kind, toe maar, mama is bij-ij-ij je-e-e.’
Anne stond naast me en keek door haar verrekijker. ‘Ze doen het’, fluisterde ze, ‘ze doen het echt.’ Ze bleef nog een tijdje staan kijken terwijl ik langs de draaiende trommels weer naar buiten liep. Ik was zo opgelucht. Seks is niets anders dan elkaar steeds opnieuw een dienst bewijzen, dacht ik, niets anders dan elkaar helpen klaar te komen, keer op keer. En ik hoef niemands hulp, dus ik hoef ook geen seks met hem. Fijn eigenlijk, dat Jocelyn dat nu van me overneemt.
‘Ik heb een filmpje gemaakt,’ zei Anne toen ze weer naast me stond, ‘voor de confrontatie. Ze hebben niets gemerkt.’
Iduna Paalman (1991) is Hard//hoofdcolumnist. Haar poëzie en korte verhalen verschenen o.a. in De Gids, Revisor, Het Liegend Konijn en NRC Handelsblad. Ook schrijft ze voor het toneel en werkt ze als docent. In 2016 won ze de Grote Lowlands Schrijfwedstrijd. Bij uitgeverij Querido werkt ze aan haar poëziedebuut. // iduna@hardhoofd.com
Tsjisse Talsma gaat het liefst met zijn schetsboek de wereld rond.