Kasper interviewde de enige Rutger Castricum-imitator van Nederland, Wim Zijl. Het leverde een frappant gesprek op, met een bijzondere man. "Keiharde training. Elke dag weer. Uren kijken, banden terugspoelen en opnieuw zien. Elk detail opnemen in de vezels van je lichaam. En geloof blijven houden, dat is het belangrijkste. Nooit bang zijn."
Wanneer ik op de deurbel druk raast mijn hart door mijn keel. Ben ik bang voor Wim Zijl? Zeer zeker niet, maar het is de eerste keer dat ik iemand ga interviewen. Het is niet Wim zelf die open doet, maar zijn vrouw Lieuwke. Zij is anders dan ik mij had voorgesteld. Frêler, pinniger, haast bibliothecaresse-achtig. Maar het is vast juist doordat zij niet het type gezelligheidsdier is, dat zij haar Wim met beide benen op de grond weet te houden. Wanneer hun schurftige rottweiler Pico voor mijn voeten neerploft en Lieuwke mij een schaal kaakjes voorhoudt weet ik dat het helemaal goed zal gaan komen met dit gesprek. Wim’s bulderlach vult het rijtjeshuis te Brummen.
Mensen omschrijven jou als een hele gewone man.
"Ben ik ook. Ik hou van gezelligheid, van mensen. Van dieren ook, ik heb een hond. Maar er zit ook een einzelgänger in mij. En een clown. En een doener. Ik ben al met al niet voor één gat te vangen. En dat terwijl ik toch mijn leven lang in de bouw heb gewerkt. Het entertainmentgebeuren kwam er gewoon bij kijken. Optredens in het weekend, volle bak. Lieuwke was toen ook mijn manager, dat zet je relatie wel op scherp hoor. En toen kreeg ik die rug. Lig je vervolgens op de bank een WAO’tje te trekken. Stond er meteen een Pool klaar om mij te vervangen. Ja, die zijn natuurlijk ook niet op hun achterhoofd gevallen. Maar ik moest door, dus heb ik gewoon van mijn hobby mijn roeping gemaakt. ‘De bühne op, jongen’, zei ik tegen mezelf. Zagen ze me aankomen hoor, in de buurthuizen en biertenten des lands. Ja, ze hebben het geweten."
Wist je altijd dat er een imitatietalent in jou verborgen ging?
"Kijk, ik ben dus begonnen als Elvis-imitator, maar die markt is nogal overbevolkt. Op zich wist ik best een aardige Elvis uit mijn hoed te toveren, maar het punt is dat je je echt moet onderscheiden in dat wereldje. Anders verzuip je. En echt een Elvis waar je niet omheen kan, die heb ik nooit in huis gehad. Ben bovendien zelf nooit een enorme liefhebber geweest van de beste man, dus daar ga je al. Dat ruiken de mensen. Was zelf altijd meer van Lee Towers. Maar die is nauwelijks te doen hoor, wordt al heel gauw een karikatuur. Terwijl Leendert juist zoveel lagen kent. Die moet je recht willen doen."
Je bent ook een tijdje Carlo Boszhard-imitator geweest.
"Ah, jij hebt de bio gelezen. Het lastige van Carlo is dat je in één keer door ook weer al zijn imitaties mee moet nemen in jouw imitatie van hem. En de figuren die hij doet, die moet je stelselmatig op tv voorbij zappen. Anders sluipen de originelen er zo doorheen en heb je mijn imitaties in plaats van mijn imitatie van zijn imitaties. En de mensen prikken daar zo doorheen, die zijn ook niet gek hoor."
Hoe kwam je toen bij Rutger Castricum terecht?
"Dat was op een nacht die ik nooit meer zal vergeten. Ik zat er helemaal doorheen, ik zat potvast en deed geen oog meer dicht. Dus zat ik ’s nachts in mijn onderbroekie tv te kijken. Komt die Rutger voorbij. Ik wist niet wat me overkwam. Alsof ze hem gestuurd hadden, haha. En hij begint achter een of andere politicus, weet ik veel, aan te sjokken. Zo, met die microfoon van hem. Dat was ongehoord in die tijd hoor. Ik krijg nog koude rillingen als ik erover denk."
Wist je toen al meteen dat je hem na zou gaan doen?
"Welnee zeg, dat kwam pas later. Maar hij gaf me wel vanaf dat eerste moment, hoe zal ik dat zeggen, de energie om door te gaan. Hij is een bijter, dat inspireert mij. Het was weken later, toen hoorde ik hem dat ene woord zeggen. ‘Neger’, zei die, en ik krijg gewoon weer overal kippenvel. Ik bedoel, hij zei het alsof hij ‘appel’ zei, zo ongedwongen. Heel anders dan die Dweezie, die presentator, die zegt ‘neger’ met zo’n stout lachje erbij. Rutger niet, die heeft dat niet nodig. Hij toont een zekere kwetsbaarheid. En ik wist meteen, die gast deugt."
Heb je hem ooit ontmoet?
"Nee, gek hè. Terwijl hij van mijn bestaan echt wel moet weten. Maar misschien is hij bang zichzelf tegen te komen."
Zou je hem even willen doen?
Ik slik, ben bang dat ik te veel heb gevraagd. Maar nadat het gesnurk van Pico even het enige geluid in de kamer is geweest staat Wim op en begint zijn act. Het is niet te geloven wat er zich voor mijn ogen afspeelt. Ondanks de opvallende uiterlijke verschillen ís Wim Zijl voor vijf volle minuten Rutger Castricum. Dan ploft hij terug in zijn luie stoel.
Wim... hoe... doe... jij... dit?
"Keiharde training. Elke dag weer. Uren kijken, banden terugspoelen en opnieuw zien. Elk detail opnemen in de vezels van je lichaam. En geloof blijven houden, dat is het belangrijkste. Nooit bang zijn. En genieten van het machtsgevoel, want alleen als hem kan ik zo zijn. Als mezelf ben ik maar een softie."
Op wat voor plekken doe jij dit?
"Ik word vooral gevraagd op politieke congressen en mediatrainingen. Mogen ze op mij oefenen. Ben ik gauw mee gestopt. Want ik dacht, hier kan ik nu wel lekker geld mee verdienen, maar als ze dankzij mij met de echte Rutger leren omgaan, kan die jongen zijn werk niet meer uitoefenen en heb ik mezelf in de staart gebeten. Dus nu doe ik gewoon braderieën. Mensen daar vinden het heerlijk om te doen alsof ze bekend zijn, mag ik achter ze aan gaan zitten. Vragen wanneer ze het voor het laatst gedaan hebben en ze dan bevelen bier voor mij te halen. Vinden ze heerlijk."
Ik hoorde dat je deze zomer naar Ibiza gaat?
"Precies, samen met Lieuwke. Wij zijn er nooit geweest, maar laten ons rondleiden door Rutgers boekje. En iedereen op het eiland kent Rutger hè, dus dat wordt ook weer een feest van herkenning."
Wim staat op om het toilet te bezoeken. Ik vraag aan Lieuwke wat zij vindt van de talenten van haar man.
"Soms ben ik bang dat hij erin blijft steken. Dat Wim verdwenen is en ik met Rutger verder moet leven. Maar ja, Wim is een method actor hè. Toch kan het vervelend zijn. Wim is een hele zachtaardige man moet je weten, zeker in bed. Maar als hij dan te lang achter elkaar Rutger heeft moeten spelen is het voor hem heel lastig dat masker af te schudden. Als hij dan bovenop me ligt spuugt hij wel eens in mijn gezicht. En als hij klaargekomen is moet hij dan heel hard huilen. Ik herken Wim daar absoluut niet in terug."
Wanneer Wim terugkomt van het toilet wil hij mij zijn ‘studeerruimte’ laten zien. De muren zijn volledig gevuld met foto’s van Rutger Castricum. Knipselmappen en VHS-banden rijken tot het plafond. Aan een rek hangt een arsenaal aan roze microfoons. "Dit is waar de magie ontstaat," zegt Wim Zijl.
Even later sta ik op de bus te wachten. Het was een enerverend gesprek met een unieke man. Opeens voel ik een klopje op mijn schouder. Het is een roze microfoon. "Heb je nog een goede beurt gehad, schoft?" vraagt Rutger Castricum met een brede glimlach. Ik moet een aantal keren met mijn ogen knipperen en dan pas bedenk ik mij dat ik er in ben getuind. Het is natuurlijk gewoon Wim Zijl.