De uitvalsbasis is een oude loods, omgedoopt tot muzikale speeltuin. In de grootste hal van 'Kytopia' zit Colin Benders, alias Kyteman (Utrecht, 1986), opgekruld op wat hij de "meest relaxte bank ter wereld" noemt. Naast hem zit zijn voormalig docent Eric Vloeimans (Huizen, 1963). Ze werken nu samen als Kytecrash, waarvan het debuutalbum op vrijdag 11 maart uitgebracht werd.
Benders en Vloeimans (Foto: Nick Helderman)
Vloeimans wordt geroemd om vrijzinnige projecten als het akoestische kamermuziektrio Fugimundi en het elektrische, bijna poppy Gatecrash. Voor beide ontving hij een Edison en sindsdien weet hij zich verzekerd van een groot publiek. Het verhaal van Benders is bekend: het conservatorium verliet hij voortijdig en met Kyteman's Hiphop Orkest ervoer hij onnavolgbaar succes, met in 2009 louter uitverkochte shows. In 2010 won hij de prestigieuze Popprijs. Inspelen op verwachtingen met hun samenwerking Kytecrash is uit den boze. "Het zou toch krom zijn als we om verzoeknummertjes gingen vragen?"
Het conservatorium als databank
"Je hebt hier niets meer te zoeken," vertelde Eric Vloeimans zijn toenmalige leerling op het conservatorium in Den Haag. "Ga de wijde wereld in, dat is veel beter voor jou." Dat deed Colin Benders, maar de lessen van Vloeimans herinnert hij zich nog altijd: "Ze waren verre van gebruikelijk, we praatten meer dan we speelden; over de regels van de esthetiek. In die zin was het niet eens een les, het was een aanmoediging. Niet zozeer om te blijven spelen, maar om te onderzoeken. Ik moest de bebop-licks vergeten en alle aangeleerde regeltjes loslaten om vervolgens mijn eigen regels te maken."
"Die licks waar Colin het over heeft," vult Vloeimans hem aan, "die kunnen wel degelijk een functie hebben. Als je Frans wil leren, dan leer je ook eerst de woordjes en zinsconstructies. Ik vind het leuk om dat proces direct aan te pakken. Terwijl iemand de taal leert, moet hij het al door elkaar donderen. Anders krijg je mensen die per se een kloon moeten zijn." Hij zet een stemmetje op: "Ik wil precies spelen zoals Charlie Parker. Dat moet ik eerst helemaal voor elkaar hebben, dan kan ik pas andere dingen gaan doen." Met verheven stem: "Vervolgens wordt het nooit meer wat, ze raken er volledig in verstrikt." Benders: "Inderdaad. Als je het woordenboek uit je hoofd leert, dan kun je nog geen verhalen vertellen."
"Als je het woordenboek uit je hoofd leert, dan kun je nog geen verhalen vertellen."
Leer je op het conservatorium ook die verhalen te vertellen?
Benders: "Het conservatorium is een databank. Om het heel bot te stellen: het conserveert kennis en wel op zo'n manier dat er over honderd jaar – mocht een kunstvorm dan gestorven zijn – nog steeds specialisten zijn die je exact kunnen uitleggen hoe bepaalde toonladders gespeeld moeten worden. Het is aan de student om dingen uit die databank op te pikken en mee te nemen naar de rest van zijn leven. Hoe je dan verder moet, dat kan niet worden geleerd. Het conservatorium is geen onderzoekscentrum."
Is dat niet zonde?
Benders: "Het hoeft niet erg te zijn. Althans, als die kennis alles is wat je zoekt. Er zijn zat muzikanten die dat ene dingetje zo goed mogelijk willen leren spelen en een heleboel mensen die muziek graag als sport willen zien. Dat zie je aan competities en prijzen, maar ook aan de insteek van veel muzikanten. Ze willen zo snel, hard en hoog mogelijk spelen en er wordt gedaan alsof er een algemeen bekend nulpunt is, een soort tijdsrecord. Hoe dichter je daarbij in de buurt komt, hoe beter je bent. Zo is muziek niet, dat nulpunt verschuift per persoon en gevoelsinsteek. Ik zocht iets anders. Ik ontdekte er niet wat schoonheid is, wat mooi is binnen muziek. Dat moest ik zelf uitvinden. Wij proberen nu een race zonder begin of eind te maken."
Ben je daarom gestopt?
Benders: "Dat was inderdaad een erg belangrijke reden, maar daarnaast kwam ik gewoon niet meer opdagen. Ik was zeker geen voorbeeldstudent."
Heb je daar weleens spijt van?
Benders: "Nee. Ik heb mijn eigen eindexamen georganiseerd, mijn kennis opgedaan en laten zien wat ik tot nu toe kan. Nog steeds daag ik mezelf dagelijks uit. Wat ik heb gemist aan opleiding, dat haal ik nu in. Het gaat niet meer om lessen, maar ik leer tien keer zoveel en zit hier met dezelfde persoon als vijf jaar geleden. En nu, nu heb ik iets terug te melden.”
Gedurende Benders’ verhaal zit Vloeimans achterover geleund, zijn armen over elkaar. Hij zegt niets en onderbreekt niet. Nu recht hij zijn rug: "Wacht even. We moeten even terug, want ik heb niet gezegd wat ik ervan vind. Ik zou het conservatorium niet afdoen als slechts een informatiebank. De gemeenschap eromheen is niet te onderschatten, iedereen inspireert elkaar en er ontstaan ontzettend veel bandjes. Dat gaat allemaal buiten het conservatorium als instituut om, maar zonder het conservatorium was deze gemeenschap er niet geweest."
"Ook kun je als docent een voorbeeldfunctie vervullen, soms kun je zelfs spreken van een meester en gezel. De eerste trompettist van het Rotterdams Philharmonisch heeft zijn leerling weleens meegenomen om vierde trompet te spelen. Zo geef je iemand de kans geïnspireerd te raken door zo'n orkest en bevorder je de ontwikkeling heel direct."
Kytecrash bij De Wereld Draait Door op 7 maart.
Niet zoals jazz bedoeld is
Geen Bimhuis, SJU, Paradox of ander jazzpodium wordt door Kytecrash aangedaan. De band zal spelen op poppodia, zoals het project Gatecrash van Vloeimans ook regelmatig doet. Vloeimans: "Colin schijnt poptrompettist te zijn, en ik jazztrompettist. Dat verschil wil ik niet zien. Gatecrash heeft heel veel met popmuziek te maken, het heeft ook wat met jazz te maken, maar zeker niet zoals jazzmuziek 'bedoeld' is. Gelukkig niet. Ik zal er wel om worden vervloekt, maar alle muziekstijlen lopen tegenwoordig door elkaar heen. Ik zeg: laten we vooral zo doorgaan. Alles door elkaar flikkeren is een rijkdom. Op de traditionele jazzfestivals komt ook meer dan jazz zoals jazz 'bedoeld' is. Als ik alleen voor het 'jazzpubliek' zou spelen... Ik hoor daar niet bij, ik voel me er helemaal niet mee verbonden."
Foto: Nick Helderman
Zijn jullie geneigd concessies te doen voor een poppubliek? Of om juist extra freaky dingen te spelen?
Vloeimans: "Colin, ik heb jou nog nooit over een concessie gehoord, toch?"
Benders, zachtjes: "Nee."
"Ik word pisnijdig van concessies."
Vloeimans: "Ik heb mezelf er ook nog niet op betrapt. Ik hou er ook niet van. Jij kunt er zelfs kwaad om worden, hè?"
Vloeimans begint te giechelen, maar Benders windt zich zichtbaar op. "Ik word er pisnijdig van. Van concessies wordt muziek altijd minder, voor zover ik weet staan we op een podium om te laten zien wat wij te melden hebben. Het zou wel heel krom zijn als we dan om verzoeknummertjes gingen vragen. Dat is niet de muzikant die ik wens te worden. Ik heb een aantal sterke principes op basis waarvan ik muziek maak, die zullen als laatste van mijn lichaam worden afgepeld."
Vorig jaar speelde je met het Beukorkest op Cross-Linx, daar zaten gillende meisjes in het publiek met totaal andere verwachtingen. Alle Kytecrash-shows zijn uitverkocht, dat publiek heeft ongetwijfeld ook bepaalde verwachtingen waarmee je zult moeten omgaan.
Benders: "Dat vond ik in eerste instantie doodeng. Ik had ook de makkelijke weg kunnen kiezen, maar dat wil ik helemaal niet."
Vloeimans, plechtig: "Het enige wat je kunt doen is je rug rechten en fier je ideeën uitdragen. Als je concessies doet, dan ben je eigenlijk aan het liegen."
Is dat de reden dat jullie zo succesvol zijn? Dat jullie altijd eerlijk blijven?
Vloeimans en Benders beginnen te schateren: "Nee. We zijn gewoon twee ongelooflijk knappe jongens."
Een speellijst van Kytecrash is hier te vinden.
-Een gastbijdrage van Timo Pisart-