De wereld staat in brand en dat mag niet onbeschreven blijven. Over speelgoedseksisme en racisme, de dingen die maar niet voorbijgaan.
Een folder met speelgoed en de knecht van de goedheiligman verdeelden de afgelopen dagen Nederland in kampen. Het kamp 'dit kan echt niet!' werd weggehoond door het kamp ‘oh jawel hoor, kutwijf/roetmop!’, terwijl een derde kamp vanaf de zijlijn riep: "Waar maken jullie je druk om?, laten we door mama gebakken pepernoten gaan eten!"
Zelf zit ik te vaak in het ‘waar maken jullie je druk om?’-kamp als het om dit soort dingen gaat. Je moet mensen hun lol gunnen, denk ik dan. Want natuurlijk is het fijn om alles bij het oude te laten – geen veelkleurige pieten maar gewoon zwarte, want zo kennen we dat. Of om te verwijzen naar traditionele rolpatronen nu de rest van het leven zo onzeker is: mama stofzuigt, papa timmert. Of om een harde grap te maken over een groep waartoe je zelf niet behoort. Natuurlijk is dat lekker. En natuurlijk is het niet gemeend, niet echt.
Maar dat blijkt het probleem: het is wel gemeend. Tijdens de discussies over de folder en de Piet werd een ranzige modderpoel aan sluimerend seksisme en racisme aangeboord. Die reacties zijn niet onschuldig, net zomin als de folder en de Piet. Dagelijks krijgen we zulke ogenschijnlijk onschuldige stereotype opmerkingen en beelden voorgeschoteld. Dat telt op. Dat bepaalt hoe we over elkaar en onszelf denken. Waar maken mensen zich druk om? Dat de folder en de Piet bestaande machtsverhoudingen bevestigen en versterken. Dat een Surinaamse vrouw kan worden beledigd op allerlei manieren waarop een blanke man niet kan worden beledigd. Dat die blanke man haar vervolgens humorloosheid kan verwijten en zij hem niet. Ik heb mijn kamp gekozen.