De wereld staat in brand en dat mag niet onbeschreven blijven. Sociaal ondernemen is de beste keuzes maken in een imperfecte wereld. Stop daarom met elkaar afvallen, vorm samen een front, en focus op de positive impact van duurzame innovatie, betoogt Dylan Meert.
Het wordt tijd dat duurzame, eerlijke en sociale initiatieven ophouden met elkaars projecten te bekritiseren. De standaard waarmee ze elkaar beoordelen is torenhoog en onmogelijk te behalen. Dit leidt af van het doel dat ze uiteindelijk gezamenlijk delen, een betere wereld. Sociaal ondernemers moeten leren de verbinding op te zoeken met elkaar, om samen de macht en het marktaandeel van grote bedrijven aan te pakken, in plaats van elkaars vliegen af te vangen.
Als programmamaker ben ik regelmatig aanwezig bij gespreksavonden waar sociaal ondernemers vertellen hoe zij met hun project de wereld duurzamer, eerlijker en/of gelijker maken. Binnen de kleine wereldjes van duurzame mode, voedsel, energie, zorg en wonen zijn mensen dagelijks bezig om een positieve impact te verwezenlijken. Je zou verwachten dat dit programma’s zijn waar een algemene sfeer van verbinding en collectieve actie heerst. Toch moet ik opmerken dat deze sociaal ondernemers elkaar eerder wijzen op hun negatieve impact en vaak elkaars kritiek moeten slikken. De grote boosdoeners, denk aan bedrijven als Shell of H&M, zijn nooit aanwezig.
Biologisch katoen? Verbruikt te veel water. Bamboe? Extreme bodemerosie in China. Brandnetels? Valt niet op te schalen.
Om een voorbeeld te geven: recent was ik betrokken bij een programma over fair fashion. Werkelijk elke suggestie voor nieuwe productiemethoden of innovatieve materialen werd onmiddellijk met harde kritiek aan de kant gezet. Biologisch katoen? Verbruikt te veel water. Bamboe? Extreme bodemerosie in China. Brandnetels? Valt niet op te schalen. Elk initiatief legt men de torenhoge standaard van 100% duurzaam en eerlijk op terwijl een nieuw initiatief, net als de grote bedrijven, daar eigenlijk nooit aan kan voldoen. Op geen enkele manier kan je met zo’n hoge standaard verdere stappen zetten, het is een druk die verlammend werkt. Het is daarom onzinnig om elkaar aan zo’n onmogelijke standaard te houden, terwijl je een gemeenschappelijk doel dient.
Later op de avond vroeg ik aan een hoogleraar mode of ethisch verantwoord ondernemen in de sector überhaupt mogelijk is. Haar antwoord was negatief. Als dat dus het geval is, moeten we dan niet gaan beseffen dat sociaal ondernemen altijd de beste optie kiezen is uit talloze slechtere keuzes? Dat met iedere productie van een duurzaam materiaal ook een (relatief kleine) negatieve impact wordt gemaakt? Het lijkt mij daarom zinvoller om duurzame initiatieven te vergelijken met de huidige manier van kledij maken, om zo de duidelijke voordelen aan te tonen. Die kleine negatieve impact moeten we dan maar voor lief aannemen, het is het grotere plaatje dat telt.
Natuurlijk is het goed om je bewust te zijn van de problemen die komen kijken bij jouw duurzame innovatie en natuurlijk is het waardevol om negatieve impact te minimaliseren. Maar uiteindelijk staat elke ondernemer in een imperfecte wereld, en dus moeten we ons eerder de vraag stellen hoe een nieuw duurzaam productieproces zich, relatief gezien, verhoudt tot de huidige manier van produceren. En als dat werkelijk beter is, laten we elkaar dan vooruit helpen, in plaats van elkaar af te schrijven.