De wereld staat in brand en dat mag niet onbeschreven blijven. Door de continue druk op seksuele exploratie en losbandigheid krijgen we een nieuw ideaalbeeld opgelegd. Het is die noodzaak tot het beleven van een ‘bevrijde seksualiteit’ die onnodig veel druk en onrust geeft. We maken ook met dit nieuwe ideaalbeeld beter zo snel mogelijk komaf, stelt Dylan Meert.
Millennials ontkomen er niet aan: schrijfsels over seks van hippe, jonge en voornamelijk vrouwelijke auteurs zoals Simon(e) van Saarloos, Daan Borrel, Noor Spanjer, Ellen Laan en Maartje Laterveer vliegen je om de oren. Allen schrijven ze vanuit de assumptie dat je niet écht over seks kan praten en stellen ze dat onze seksualiteit niet werkelijk bevrijd is. Aan hen dus de taak om ook het laatste taboe van onze seksuele beleving op te lossen, zodat iedereen individueel in vrijheid zijn/haar seksualiteit kan beleven.
Ze stellen voorop dat de romantische en eeuwigdurende monogame relatie het moderne ideaalbeeld is. Met dit in hun achterhoofd worden ze in hun persoonlijke zoektocht echter geconfronteerd met het probleem dat deze relatievorm niet gemakkelijk is en veel ongeluk met zich meebrengt. Daarnaast ontdekken ze dat ze ook van diversiteit en experiment houden, maar dit niet altijd even maatschappelijk aanvaard blijkt. Er moet volgens hen dus een nieuw en meer realistisch ideaalbeeld gemaakt worden: de jonge, losbandige vrouw die haar seksualiteit actief verkent en ermee experimenteert, onafhankelijk is van de personen met wie ze seks heeft en actief haar eigen wensen en voorkeuren vooropstelt. Kortom, de vrouw die veel seks heeft, zich daar niet voor schaamt en haar orgasme opeist. Maar bevrijd je daarmee werkelijk je seksualiteit?
Wanneer je alleen op een onafhankelijke en beheerste manier je seksualiteit kan beleven, dan is die seksualiteit allesbehalve bevrijd.
Ik denk het niet. Elk ideaalbeeld brengt druk met zich mee, een bepaalde onzekerheid wanneer je merkt dat je niet voldoet aan een bepaalde levensstijl. Het is niet omdat het ideaalbeeld nu verschoven is van de zedelijke en maagdelijke vrouw naar de vrouw die haar seksualiteit ontdekt en beleeft in verschillende vormen, dat die laatste minder druk geeft. Wanneer Simon(e) van Saarloos stelt dat singles ‘hun sociale risico’s beter spreiden, meer gevarieerde verbintenissen aangaan en zich oefenen in diversiteit’ (Het monogame drama, 2015) plaatst ze het individu dat haar seksualiteit tot in de puntjes beheerst op een voetstuk. Maar als je wanneer je single bent volgens de maatschappij moet gaan daten, wanneer je alleen op een onafhankelijke en beheerste manier je seksualiteit kan beleven, dan is die seksualiteit allesbehalve bevrijd. Ook afhankelijkheid, romantiek en monogamie moeten een waardevolle plek krijgen, naast de boodschap die voorgaande auteurs uitdragen.
Wanneer je je immers als doel stelt de seksualiteit te bevrijden, dan kan je niet het ene ideaalbeeld inruilen voor het andere en daarmee stellen dat het probleem opgelost is. Wanneer is seksualiteit dan werkelijk bevrijd? Op het moment dat er niet meer over hoeft te worden gepraat, en elke seksuele vorm en beleving als zo normaal wordt ervaren dat een pleidooi voor het ene houden triviaal en onzinnig is geworden. Wanneer we geen nieuwe ideaalbeelden meer gaan maken, maar de seksualiteit gewoon gaan loslaten en zien wat eruit volgt. Wanneer ieder de ruimte krijgt om te doen wat diegene wil, zelfs wanneer dat afhankelijkheid, wachten op de ware of romantische wandelingen aan het strand betekent. Kortom, je moet de vrijheid krijgen om zonder druk te kunnen kiezen voor een onvrije liefdesbeleving – dat is echte vrijheid.
Beeld: Jessica Lucia via Flickr